Dora Seaux ( 50) geeft kleuradvies aan particulieren en bedrijven. ?Mensen hebben nood aan een stimulerende ruimte?, zegt ze.

Karen De Pooter / Foto Hypnovisuals

Ik geef al zo’n twintig jaar kleuradvies, maar tot voor kort heb ik er nooit echt mijn beroep van gemaakt. Ik gaf lang les aan kunstacademies. Pas eind jaren ’80 heb ik mijn eigen bedrijfje Zwenk opgericht. In België is wat ik doe vrij uniek, in Nederland, Duitsland en Scandinavië is het al veel langer ingeburgerd. Het is ook daar dat ik mijn inspiratie heb opgedaan. Na mijn grafische vorming heb ik een opleiding vrij schilderen gevolgd aan de Alanus Hochschule in Bonn. Doel van die opleiding was om verschillende kunsten met elkaar te laten samenwerken : theater, dans, beeldhouwkunst, schilderkunst, architectuur. Een deel daarvan draaide specifiek rond architectuur, kleur en ruimte. Een architect is bijvoorbeeld gewend om zeer doelgericht een kleur aan te wenden, terwijl een schilder juist heel vrij is. Wat gebeurt er als die gebieden met elkaar in verbinding komen ?

Kleuren hebben iets te zeggen. Ze hebben een bepaalde kwaliteit. Blauw drukt iets heel anders uit dan geel. Dat is objectief. Er is natuurlijk ook een subjectieve kant aan : je kan een bepaalde kleur al dan niet mooi of aangenaam vinden. In de Triodos-bank in Gent, mijn laatste opdracht, heb ik me om te beginnen afgevraagd wat in welke ruimte gebeurt. In het secretariaat heb ik dan geopteerd voor een groen tapijt. Groen kan als verbinding tussen geel en blauw, twee polariteiten zeer evenwichtig zijn en dus een belangrijk tegenwicht voor het stresserende secretariaatswerk. Er zijn inderdaad kleuren die bijvoorbeeld rustgevend of koel zijn, maar het is complexer dan dat. Want welke kleuren werken waar ? Blauw in een keuken kan bijvoorbeeld wel, maar welk blauw dan ? En welke elementen combineer ik daarmee opdat dat verantwoord is ? Als je blauw of groen uitspreekt, krijg je direct de reactie : koel. Maar dat hoeft niet. Dat hangt af van de manier waarop je de ruimte bewerkt. De combinaties zijn heel belangrijk. Ook de vorm van de ruimte en het licht dat binnenkomt bepalen welke kleur best past. In een heel donkere ruimte kan je met kleur toch nog een frisse atmosfeer creëren.

Een techniek die ik bijna altijd gebruik en waar ik veel van hou, is het lazuren, ook sluieren genoemd. Dat komt van de Egyptenaren en gebeurde vroeger altijd met azuurblauw. Lazuren doe je met een transparante verf, pigmenten met binder. Je lazuurt verschillende lagen over mekaar en zo ontstaan er telkens nieuwe tinten of kleuren. Je kan dit beweeglijk hanteren, zoals je zou schilderen op een doek. Het is zeer fijn ambachtelijk werk. Elke laag moet heel mooi afgewerkt worden, want het is niet makkelijk om achteraf retouches aan te brengen. En het effect is echt anders : je kleur zit niet in de muur, maar straalt weg van de muur. Je kan er een ruimte optisch mee veranderen, hoger of lager maken. Omdat ik wil dat mijn werk wordt uitgevoerd met eerlijk en degelijk materiaal, werk ik met natuurverven op basis van olie, harsen of water. Dat zorgt wel eens voor problemen met de schilders die mijn plannen uitvoeren. Die staan meestal nogal huiverig tegenover materialen en een manier van werken die hen onbekend is. Maar ik merk dat mensen eens ze met natuurverven beginnen er meestal mee doorgaan. Het is zo mooi dat je er echt creatief van wordt.

Ik heb ondertussen al de meest uiteenlopende gebouwen ingekleurd : een elektro-winkelketen, industriegebouwen, kantoren, wachtkamers van dokters, Steinerscholen in Lier en Gent, een leef- en werkgemeenschap voor ontwikkelingsgestoorden, particuliere huizen. Je voelt dat mensen meer en meer nood hebben aan kleur.

In Nederland wordt kleur creatief gebruikt in ontwenningscentra en psychiatrische klinieken. Het kan iets van een andere, reine en pure wereld overbrengen dat mensen tot andere overwegingen brengt. Dat opent perspectieven voor de toekomst. Ja, soms droom ik wel eens dat ik een hele stad in kleur mag zetten.

Zwenk tel. (09) 227.78.41.