Tijdgenoten
Bart Pinceel (31) realiseerde een jongensdroom : hij opende in Leuven zijn eigen stripwinkel ?Het Besloten Land?. Naast zijn fulltime job als informaticus maakte hij ?van zijn hobby zijn hobby?.
Sarah Reyn / Foto Hypnovisuals
Halverwege de jaren tachtig kwam ik aan de unief in Leuven. Dat was midden in de opleving van de Europese strip, met auteurs als Tardi, Bilal, Bourgeon. Wat zij deden was heel nieuw, ik was daar ongelooflijk van onder de indruk. Ik ben dan artikels over strips beginnen schrijven voor kranten, muziektijdschriften en fanzines. Dat gaf mij de gelegenheid af en toe naar het buitenland te trekken om tekenaars te interviewen. Daarnaast had ik met een vriend, Eric Lesire, een achttal jaren een programma op Radio Scorpio : ?Het besloten Land?.
Ondertussen was ik na mijn studies zelfstandig informaticus geworden. En toen deed de kans zich voor om deze winkel over te nemen. Ik speelde al lang met de idee een eigen stripwinkel te openen, maar het werd even wikken en wegen hoe beide jobs te combineren. In januari van dit jaar heb ik de knoop doorgehakt en zijn we in de winkel beginnen werken, samen met een jonge architect die de inrichting ontworpen heeft : het moest er jong en fris uitzien zonder dat het geld kostte. Ik heb zwaar geïnvesteerd in stock : naast de Nederlandstalige boeken heb ik een aantal minder bekende strips in huis gehaald die mij persoonlijk boeiden, vooral Amerikaanse comics en undergroundstrips. Er is een heel boeiende scène in Amerika met Crumb als een van de grootmeesters.
Onze doelgroep is 16 tot 25, en daar zitten we in Leuven natuurlijk midden in. Het is opvallend dat er hier voornamelijk mannen komen ; strips worden ook wel door vrouwen gelezen, maar het zijn duidelijk hun vrienden of mannen die ze kopen. In het begin had ik een verkeerd beeld van mijn potentiële klanten : ik dacht dat de mensen die alternatieve strips gingen kopen allemaal vrienden en kennissen van mij zouden zijn, en dat mijn winkel daarop ging draaien. Maar je moet een krankzinnig aantal boeken per dag verkopen om je winkel draaiende te houden. Dat lukt echter perfect ; het loopt veel beter dan we ooit hadden verwacht. Ik wil absoluut niet elitair doen, maar als ik enkel mensen over de vloer zou krijgen die Jommeke en Kiekeboe lezen, zou ik misschien wat ontmoedigd worden.
Wat mij enorm boeit, is dat het medium heel levend is, er zijn continu verschuivingen. De opleving van de Europese strip is wat op zijn einde gelopen, die generatie is aan het stagneren. Sinds een jaar of vijf zijn de Amerikanen bezig aan een inhaalbeweging. De laatste evolutie is de Manga-invasie uit Japan, de jongeren bij ons zijn echt beïnvloed door Japanse tekenfilms. Of het nu blijvend is of een rage, dat is altijd moeilijk om zeggen.
Veel strips zouden een groter publiek kunnen bereiken mochten ze gewoon in de supermarkt verkocht kunnen worden. Zo’n strip als Maus heeft door zijn mediagevoelig onderwerp, de holocaust, wel een heel groot publiek bereikt. Veel andere strips zoals Calvin en Hobbes hebben ook dat potentieel, maar breken nooit uit het stripcircuit. Mensen lezen dat graag in de krant, maar weten niet dat er boeken van bestaan of waar ze die kunnen vinden.
Mijn ultieme droom is een soort centrum van stripactiviteiten te creëren : eens een boek uitgeven, een festivalletje of een lezing organiseren, tekenaars laten overkomen. De tijd daarvoor vinden is nog het moeilijkst : ik werk overdag als informaticus, tijdens de week vertrouw ik de winkel aan iemand anders toe, maar ik probeer wel alles te organiseren. Wat ik op termijn ga doen weet ik niet : ik doe mijn beide jobs graag. Ik ben netwerkspecialist en dat is ook een boeiende wereld. Nu heb ik van mijn hobby mijn hobby gemaakt. Zoals het nu loopt kan alles en moet niets. ’t Is een luxepositie, ja.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier