René Goris ( 33) is studiepromotor energetische wetenschappen aan de Intercultural Open University in Amsterdam. Hij leidt het Yin Yang Centrum en schreef een succesvol basisboek over qi gong, een Chinese gezondheidsleer die hij in Nederland en België doceert.

Anne Geerts / Foto : Hypnovisuals

Als kind plukte ik kruiden, ik maakte medicijnen en deelde die dan uit. Ik ben met een nierontsteking geboren en dus gewend aan artsen en begaan met gezondheid. Op de lagere school vonden de kinderen me on-Hollands. Ik kwam met een eigen evolutietheorie aanzetten lang voordat we daarover iets leerden. De leerkracht vond mijn visie heel afwijkend. Als kind begreep ik de bijbelverhalen heel anders dan de priester. Ook filosofie was mij dus niet vreemd. Op mijn achttiende had ik in Breda een praktijk als magnetiseur. Ik ben ermee gestopt omdat ik zo open raakte dat ik voortdurend allerlei indrukken opving. Ik ging mij toeleggen op schilderen. Met tai chi begon ik nadat ik op een avond aangevallen werd op straat. Ik wou mij leren verdedigen. Op de duur trainde ik drie uur per dag en hield ik geen tijd en geld meer over om te schilderen. Mijn artistieke kant gebruik ik nu bij het maken van folders en het inrichten van ruimten.

Met het Yin Yang Centrum bied ik diverse interculturele gezondheidstechnieken aan. Ik vind dat je niet kan zeggen dat er één benadering dé benadering is. Zelf werk ik met kruiden, qi gong, tai chi, acupunctuur, massage en magnetisme. Ik leer mensen verschillende technieken om controle te krijgen op hun gezondheid : hoe verloopt mijn ziekte, wat zijn de oorzaken, hoe kan ik lichamelijk, geestelijk en energetisch bijsturen ? Ik wil mensen zelfredzaam maken. Als therapeut ben ik eigenlijk een lapmiddel. Volgens het taoïsme, mijn favoriete filosofie, zetelen alle emotionele afspiegelingen van je persoonlijkheid in je hart. Je hart kalmeren betekent in ’t Chinees dat je je geest zo ontspannen maakt dat je drie vierde van de tijd niet moet nadenken, waardoor trauma’s gereguleerd worden. Westerlingen hebben veel behoefte aan uitleg, liefst wetenschappelijke. Ik geef die samen met andere zienswijzen. Bewegingstechniek is belangrijk, maar verdieping in de filosofie die erbij hoort ook. Als je tai chi vanuit antroposofie probeert uit te leggen, krijg je eutonie, en dat is toch iets anders dan tai chi. Volgens het taoïsme kan je lichamelijke en geestelijke technieken niet zonder theoretische achtergrond leren. Tai chi is een onderdeel in qi gong. De meeste mensen kunnen tai chi, zoals ik die leerde en geef, niet aan. Bewegingen onthouden gaat nog, maar het energetisch proces vergt een goede lichamelijke conditie, openheid en vrijheid. Je moet veel van wat je leerde loslaten. Qi gong is makkelijker. Door de grote variatie aan oefeningen kan ik een persoonsgebonden oefensessie samenstellen. Qi gong opent het middenkanaal. Als dat te plots gebeurt, kan iemand psychotisch worden. Een goede leraar is dus nodig. De innerlijke beweging van de oefening is heel belangrijk. Mijn boek over qi gong bevat naast oefeningen zoals in Engelse en Duitse boeken, ook uitleg over wat er energetisch, emotioneel en geestelijk met je kan gebeuren als je die oefeningen doet. Ik beschrijf twijfelmomenten waar je doorheen moet om echt vooruit te komen.

Als studiepromotor energetische wetenschappen aan de Intercultural Open University wil ik mensen meer toegang geven tot hun eigen lichaam, en de kennis en de kwaliteit vergroten van leraren in qi gong, meditatietechnieken, yoga en dergelijke. De Intercultural Open University is een initiatief van gepensioneerde professoren uit de hele wereld die merkten dat er niet geluisterd werd naar mensen die wel goede ideeën hadden maar geen academische titel. Op lange termijn zal er dus meer erkenning komen voor alternatieve wetenschappen.

Info : Yin Yang Centrum voor Interculturele Gezondheids- en Bewegingstechnieken, R. Scottstraat 8-10, 1056 AX Amsterdam, tel. (0031) 20-689.36.20. Qi Gong, basisboek, René Goris, uitgeverij Becht. Goris is in oktober op de boekenbeurs.