Tijdgenoten
Guy Coolen(31) is vier jaar artistiek directeur van Muziektheater Transparant. Hoewel jong voor de job, voerde hij het gezelschap naar de doorbraak, zowel op de nationale, als op de internationale scène.
Als kind opgezadeld zitten met een grote fantasie kan geweldig zijn, maar wat moet je ermee wanneer die onstuitbare drang om in een droomwereld te blijven ronddwalen, niet overgaat? Theater leek de enige uitweg. Ik herinner mij nog dat magische moment toen ik het rode doek voor het eerst zag opengaan, de spanning in de zaal, de loges in de Bourla, het absolute mysterie. Als er ook nog muziek bijkwam, was het helemaal perfect. Ook toen ik als student – eerst in de Germaanse, daarna in de Communicatiewetenschappen – ging werken als figurant in de Vlaamse opera, voelde ik dat dit mijn wereld zou worden. Ik besefte dat ik eigenlijk een entertainer ben: op die grote scène voelde ik mijn persoonlijkheid veranderen, mijn onzekerheid wegebben. Maar omdat ik niet kan zingen en ook geen acteursopleiding heb gevolgd, kwam ik toch tot het besluit dat een echte podiumcarrière niet voor mij was. Bovendien maakten de intriges onder de artiesten het kunstenaarsbestaan toch al gauw minder aantrekkelijk: niet iedereen op de scène bleek kunst op dezelfde manier te beleven als ik. Voor velen was het louter broodwinning en dat gebrek aan enthousiasme stelde mij teleur. Er zat dus niets anders op dan zelf iets te creëren. Ik had mijn burgerdienst doorgebracht bij Muziektheater Transparant en van het een kwam het ander. Vier jaar geleden werd ik er artistiek directeur. Ik kreeg de vrije hand om een repertoire samen te stellen, en vooral om mensen bij elkaar te brengen. Het is boeiend om te zien hoe samenwerken aan een productie een leven kan veranderen, hoe hechte vriendschappen ontstaan tijdens zo’n werkproces. Elke productie is een uitdaging, en het menselijke aspect daarin blijft voor mij het belangrijkste. Artistieke succesjes zijn te broos om op te teren: even ben je interessant, een uur later ben je vergeten. Het enige dat je kan doen, is ervoor te zorgen dat je werk fris blijft. Daarom geloof ik ook dat een directeur niet langer dan tien jaar hetzelfde werk mag doen. Jammer genoeg zijn velen in het theater zo honkvast uit angst voor hun toekomst. Gelukkig komt daar nu wat beweging in.
Hoe dan ook, wat je nooit mag vergeten zijn de mensen in de zaal. Theater blijft voor mij in de eerste plaats een openbare bezigheid. Mijn naïeve bekommernis om een beetje ‘schoonheid’ te brengen in het leven van de toeschouwer, kan pathetisch lijken, maar het raakt mij toch telkens weer wanneer mensen ontroerd zijn door een voorstelling. ‘Schoonheid’ betekent ook niet per se ‘mooi’. In het Schone zit vaak iets bijtends, hards. Kijk naar Louis Paul Boon. Wat ik ook nog steeds fascinerend vind, is dat ieder mens – criticus of gewoon toeschouwer – zijn eigen voorstelling beleeft. Soms heb ik zelfs de indruk dat ze iets compleet anders zien. Voor mezelf wordt het steeds moeilijker om van een voorstelling te genieten, omdat je de trucjes begint te kennen. Maar als het goed zit, is de ervaring geweldig en kan ze lang nazinderen. En dat motiveert mij om steeds weer in die theaterzaal te gaan zitten. Theater moet niet te belerend zijn, maar is ook geen vrijblijvend entertainment. Op politiek vlak zitten we nog volop in het gesjoemeltijdperk, en blijft de ‘bevragende’ functie van theater actueel. Uiteraard geldt dat ook voor de ‘grote vragen des levens’. Theater op zijn best is zacht vernietigend, maar tegelijk ook optimaal constructief.
Muziektheater Transparant toert momenteel (tot 18 maart) met de barokopera “Tolemeo” van Georg Friedrich Händel. Tel. (03) 225.17.02.
BRUNO KONINCKX / FOTO HYPNOVISUALS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier