Toerist spelen in eigen stad, noem ik het. Nu en dan bekruipt me die drang, en het resultaat is zeer verfrissend. Ik stap een museum binnen, kuier langs de Schelde of doe uitgebreid aan window-shopping, drink koffie onder de kathedraal of eet mosselen op een terras. Door me te gedragen als al die Nederlanders of Amerikanen ga ik vanzelf ook kijken zoals zij. Ik kijk naar Antwerpen alsof ik er voor het eerst kwam.

Maar het allerleukste van het toeristenbestaan is het verkennen van onbekende wijken. Het is iets wat ik, als het programma en de tijd het even toestaan, in buitenlandse steden nooit oversla. Je neus volgen, zoeken naar de verborgen charme van banale straten, snuffelen in gekke winkeltjes of luisteren naar gesprekken in volkscafeetjes. Het is ook het verrassendste aan toerist spelen in eigen stad, omdat er nu eenmaal wijken zijn waar je zelden komt, of omdat zo’n wijk tussen twee bezoeken door soms ingrijpend verandert.

Zo is mijn meest recente ontdekking een pleintje, grofweg gelegen tussen het Centraal Station en het Stuivenbergziekenhuis. In het portiershuis van de oude Gemeenteschool – de gevel staat er nog altijd, het stadswapen geklemd tussen de woorden Gemeente en School – is nu een cafĆ© gevestigd met de toepasselijke naam 10/10. Je kunt er binnen zitten, maar het cafĆ© heeft ook twee terrassen, Ć©Ć©n op wat ooit de speelplaats geweest moet zijn en Ć©Ć©n op het pleintje zelf.

Een uur op dat terras is een reis om de wereld. Op de bank bij de metro-ingang vertrouwen tienermeisjes – haren al dan niet onder de hoofddoek – elkaar hun hartsgeheimen toe. Onder een boom zit een Afrikaans echtpaar, hij in witte tuniek, zij in lange bonte jurk. Hun twee dochtertjes, goedgedraaide kontjes in spannende stretchbroek, skeeleren met wapperende vlechten om hen heen. Achtereenvolgens komen hier voorbij: een Kaapverdisch koppeltje, een Barbie met een kinderwagen, een Turks jongetje op een plastic tractor, een bejaard echtpaar met shoppertas, een Chinese tiener in blauwe camouflagebroek, een Marokkaanse moeder en dochter met plateauschoenen onder de habyeh. Ik zeg nu wel Turks, Marokkaans of Kaapverdisch, maar zeker weet ik dat eigenlijk niet. Huidskleur is hier even gevarieerd als op een Levis-staalkaart, zo te zien lopen rassen hier net zo door elkaar als leeftijden. EĆ©n grote familie, dat moet ook de oude buurtbewoonster gedacht hebben, die haar verse dagsoep zit op te lepen. Verse soep: hoe vaak zou zij die, toen ze het nog kon, voor anderen gemaakt hebben? Nu maakt Kaffee (tja, die spelling hoort erbij) 10/10 ze voor haar.

Bij deze reis om de wereld hoort ook een wandeling door de aanpalende straten. Je kunt er verse muntthee drinken en couscous vinden. De supermarkt heet Babylon, de tapijtenzaak Pammukale, de herenkapsalons – opvallend talrijk! – Alibaba en Mustapha. In de muziekzaak vind je zowel rai als het volledige oeuvre van Oem Kalthoum. De variĆ«teit van olijven en mediterrane vis is eindeloos, en wie niet wars is van een culinair experiment kan hier zelfs schapenkoppen en -poten inslaan.

Als ik in het buitenland zo’n wijk had ontdekt, zou ik danig opgetogen zijn. Het is niet omdat deze in eigen stad ligt, dat ik dat minder ben, integendeel. Kaffee 10/10 is een urban project, hoorde ik achteraf, een van de initiatieven waarmee Europa moeilijke volkswijken wil opwaarderen. Het is niet het enige: verderop bevindt zich een plein vanwaar vroeger, lang voor de grote immigratiestroom, schoolbussen vertrokken en aankwamen onder politiebewaking. Nu is daar een speeltuin, sporten jongeren er in een houten agora waarvan geweten is dat ze agressiewerend is, picnicken families van uiteenlopende origine er vredig in het gras.

Nee, ik denk dat Kaffee 10/10 zijn naam niet gestolen heeft, en niet alleen omdat het gevestigd is in een oud schooltje. Ik kan u deze portie toerisme in eigen land (het hoeft niet noodzakelijk eigen stad te zijn) van harte aanbevelen. Als minitrip of als studiereis voor 8 oktober.

INGRID VANDER VEKEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content