Het is te vroeg, veel te vroeg. Te vroeg voor alles eigenlijk, zelfs om naar Barcelona te vliegen. Dat heb je met die lowcostvluchten, dat je er op een godsgruwelijk vroeg uur voor uit je nest moet. En laat mij bij het krieken van de morgenstond nu niet meteen in topvorm zijn. Beeld zonder klank, zo kun je mijn pre-ontbijtstatus nog het best omschrijven. Wat ook niet helpt, is dat de hete transitzonekoffie in een kartonnen beker zit en de overprijsde boterhammen in driehoekig plastic. Een man met een auberginekleurig schort voor vult de voorraad aan. “Zo kunt ge toch niet werken”, moppert hij, met een smerige blik naar het meisje achter de toonbank, een mollig blond wicht dat zo te zien niet echt bruist van arbeidsvreugde. Tonijnsla, serranoham met parmezaan en bacon, sla en tomaat : driftig stopt hij verdwaalde boterhammen in het juiste vakje.

“Ík heb nog leren werken”, meldt hij plechtig, en komt zo dichtbij dat hij mijn hele blikveld vult. “Zó hoog was ik toen ik al moest meehelpen in de slagerij van mijn vader.” Hij wijst iets ter hoogte van een volwassen Deense dog. Ik vraag me af of ik de man niet moet waarschuwen. “Voor u verder vertelt meneer, weet dat de kans reëel is dat uw verhaal op 150.000 exemplaren in de lifestylepers verschijnt.” Maar wegens het vroege uur neem ik alleen maar een slokje van de slijmvliesverschroeiende koffie. “Ik kwam ocharme nauwelijks boven het kapblok uit toen ik al een konijn in drieën moest hakken.”

“Tonijn ?” vraag ik onnozel, want vóór zevenen werken ook mijn oren niet goed. De man zucht, maar er is meer nodig om hem te ontmoedigen. “En op mijn verjaardag mocht ik mee naar de slachterij”, vervolgt hij bitter. “Een geweldig cadeau, zeg nu zelf. Krijsende varkens in een soort harnas op een lopende band. Dat zijn slimme beesten hé, die weten dat ze de dood tegemoet gaan. Varkens worden geëlektrocuteerd”, preciseert hij ten overvloede. “En je wilt niet weten hoe ze paarden slachten.”

“Nee, ik wil het niet weten”, zeg ik snel. Ik heb eerbied voor paarden, hele koninkrijken zijn op hun rug gesticht. Edele dieren ook. Maar een sneetje paardenrookvlees gaat er ook wel in. Afijn, het slaat nergens op, maar niemand is perfect toch.

“Koeien krijgen een ijzeren pin tussen hun ogen geramd”, zet de man grimmig door. “Een mens zou van minder vegetariër worden.” Een vegetarische slagerszoon, het is weer wat anders dan een Sint-Niklase homo met een brilletje.

“En paarden, weet je hoe die geslacht worden ?” dringt hij aan. Gelukkig wordt dan net mijn vlucht afgeroepen. De aangebeten driehoek met parma gaat in de handbagage. Het is crisis voor iedereen, en het varken was toch al dood.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content