“Theatermakers grijpen toch ook nog terug naar Shakespeare?”

Het megasucces kwam met ‘The Look of Love’, op 1 oktober staat ze in Vorst (u kan erbij zijn, zie p. 75) en binnenkort is er een nieuwe cd. De jonge jazz-zangeres/pianiste blijft ondanks kritiek zweren bij de klassiekers. Haar lage alt valt ook in de smaak in Hollywood, en Sting en Elton John bewieroken haar openlijk.

Peter Van Dyck

“Mijd het onderwerp familie”, waarschuwt de promotieverantwoordelijke van de platenfirma voor het interview. Sterker nog: het wordt me snel duidelijk dat Diana Krall (37) eigenlijk andere dingen aan haar hoofd heeft dan het verkopen van promotalk: haar moeder is onlangs aan kanker gestorven. Ondanks het feit dat ze bewust afscheid van haar heeft kunnen nemen (begin dit jaar kwam heel de familie nog in samen in Los Angeles voor de zestigste en dus laatste verjaardag van moeder Krall), is de klap enorm hard aangekomen en het rouwproces nog lang. De genadeloze wet van de muziekindustrie gebiedt echter: the show must go on. En dus blijft Diana als een gek onafgebroken toeren en staat ze tussendoor nog de pers te woord, alsof er niets aan de hand is.

In oktober komt er zelfs een nieuw album van haar: Live in Paris. Op zich is het een goede zet om de andere kant van Diana Krall te tonen nu de massa haar recent ontdekte door de studioplaat The Look of Love, naar jazznormen een megasucces. Tijdens concerten musiceert ze veel losser en geeft ze meer blijk van haar onmiskenbaar gevoel voor humor.

The Look of Love was haar meest serieuze plaat tot hier toe is. Diana Krall duikt nog maar eens in het diepe meer van jazzstandards uit een voorbije epoque. Ze is overigens niet de enige jonge jazzzangeres met een nostalgisch trekje. Ook Norah Jones en Jane Monheit zijn wat retro te noemen. “Ik vind mezelf niet zo nostalgisch”, vindt Krall nochtans. “Een klassiek geschoolde muzikant is toch ook niet nostalgisch omdat hij stukken van Mozart vertolkt? Theatermakers grijpen toch ook nog altijd terug naar Shakespeare? Trouwens, Norah Jones is niet met mij te vergelijken. Ik situeer haar eerder in de hoek van Willie Nelson.” Het is inderdaad eerder Jane Monheit die met Krall te associëren valt. Beiden namen bijvoorbeeld A Case of You van Joni Mitchell op. Ze ambiëren bovendien een even duurzame carrière als die van Mitchell, los van hokjes als jazz en pop.

Norah Jones schrijft, samen met haar groep, vooral eigen materiaal. Die behoefte om persoonlijke emoties te uiten, voelt Krall niet zozeer. “Ik heb al wel enkele tunes geschreven die op Canadese releases zijn verschenen, maar ik heb me er nooit echt op toegelegd. Ik voel me nog steeds een student. Eerst wil ik het werk van absolute meesters zoals Irving Berlin en Cole Porter doorgronden.”

Het is begrijpelijk dat die songs uit het zogenaamde Great American Songbook de mensen blijven aanspreken. Hun grote charme is dat ze in tijden van oorlog en depressie geschreven zijn en desondanks een onverwoestbaar optimisme en positieve levenskracht uitstralen. “Ik had er gisteren nog een gesprek over met een regisseur”, pikt Krall in. “Hij wilde voor een soundtrack dat soort romantische songs een morbide dimensie geven. Lijkt me perfect mogelijk, want je kan er werkelijk alle kanten mee uit. Dat is hun kracht. Je kan bijvoorbeeld, zoals ik, het tempo van I’ve Got You under My Skin vertragen zodat het nummer scherper wordt dan in de bekende versie van Frank Sinatra. Je kan je eigen verhaal in die jazzstandards zoeken. Dat is de reden waarom ik er zo verslingerd aan ben.”

Voor het argument dat Norah Jones aanhaalt om de jazzklassiekers onaangeroerd te laten (“Er zijn er al genoeg die standards zingen”) is Krall niet gevoelig. “Voor mij vormen ze nog altijd een grote uitdaging. In mijn ogen zijn er een biljoen interpretaties mogelijk van die klassiekers. Ze zijn rekbaar en nodigen daarom uit tot experimenteren. Charlie Parker nam ze destijds als vertrekpunt voor improvisaties, om iets nieuws te creëren dus.”

De jaren dertig, veertig en vijftig hebben een magische uitwerking op Krall. Ze houdt van de stijl van Frank Sinatra en Fred Astaire. Niets kan haar zo ontspannen als oude films. Maar dat die tijden romantischer zouden zijn geweest dan die waar we nu in leven, wil ze niet gezegd hebben. “Ik ben verzot op die oude prenten en hun soundtracks omdat ze het leven reflecteren. Zonder een regisseur als Alfred Hitchcock zou de film nooit uitgegroeid zijn tot het medium dat het vandaag is.”

Diana Krall is zelf duidelijk in de gratie van Hollywood gevallen. Haar songs vinden makkelijk hun weg naar soundtracks. Zo was haar lage alt al in The Kiss, Dance with Me, At First Sight en Garden of Good and Evil te horen. Haar Why Should I Care kreeg een stek in True Crime van Clint Eastwood toen werd gefluisterd dat de zangeres een relatie had met de Dirty Harry-regisseur. Intussen is ze al een jaar samen met iemand anders uit het filmwereldje: scenarist John-Paul Bernbach. ” Michael Douglas heeft me gepolst om muziek te leveren voor een film die hij samen met zijn ouders heeft gemaakt. Naar die opdracht kijk ik enorm uit. Ik hou van het contact met acteurs. Ze zijn net als ik mensen die interpreteren. Ik leer veel van hen.”

Ze versierde al een rolletje in de serie Melrose Place. Ziet ze naast haar zangloopbaan een acteercarrière zitten, zielsverwant Harry Connick Jr. achterna? “Wist je dat ik mezelf niet eens bezig heb gezien in Melrose Place? Die opnames zijn overigens alweer een hele tijd geleden. Een echte rol kon je dat niet noemen. Ik moest mezelf spelen: een pianiste. Ik zou ooit best wel eens een substantiëlere rol willen aannemen. Hoewel, komt het er toch niet van, dan is dat nog geen ramp. Het is geen brandende ambitie. Ik ben geen 23. Laat mij maar stapsgewijs evolueren. Ik heb voor alles meer tijd nodig dan anderen. Zin heb ik er wel in. Maar ik geloof dat je je moment moet afwachten. Als je ergens aan begint, moet je je daar klaar voor voelen. Het is gek: ik heb alle contacten in de filmbizz die je nodig hebt en ik krijg ook al aanbiedingen, maar het moment lijkt me nog niet rijp om de sprong te wagen. Nu heb ik het ook te druk met toeren. Misschien iets voor volgend jaar, wie weet.”

Ze geeft toe dat ze zich ongemakkelijk voelt wanneer grote sterren die ze bewondert, zoals Sting en Elton John, haar openlijk bewieroken. Toch lijkt ze vrij goed met de druk van de roem om te kunnen gaan. Haar succes kwam heel geleidelijk. Ze is er niet rouwig om dat ze al in de dertig was toen ze haar debuutplaat Stepping Out afleverde. “Ik was 33 toen ik eindelijk mijn huishuur kon betalen. ( lacht) Het heeft zijn tijd geduurd, ja. Ik heb eerst een stevig fundament gelegd. Ik heb de eerste jaren serieus op mijn tanden moeten bijten, maar ik heb toen veel opgestoken. Het is bagage waar ik nu mijn voordeel uit haal. Als Canadese had ik geen keuze: ik moést naar de VS om het te maken. Ik overleefde door piano te spelen in loungebars en kleine clubs. Liever dat dan als dienster mijn brood te moeten verdienen. In die bars leerde ik wat entertainen was. Een club is bovendien, naast een treinstation, de uitgelezen plek om mensen te observeren. Ik heb nooit een andere job gehad. Alleen met babysitten heb ik nog een centje bijverdiend.”

Krall was 19 toen jazzbassist Ray Brown (de ex-echtgenoot van Ella Fitzgerald) en zijn compagnon, drummer Jeff Hamilton, haar ontdekten in Canada. Ze zagen haar optreden op een jazzworkshop in haar geboorteplaats Nanaimo toen ze daar toevallig op tournee waren. “Dat moment vergeet ik nooit van mijn leven.” De heren gaven haar meteen de raad om over de grens te gaan studeren. Diana twijfelde geen moment.

“Ik had een beurs gekregen om naar het conservatorium te gaan. Daar heb ik gebruik van gemaakt om naar Los Angeles te trekken. Ik ging studeren bij Jimmy Rowles(de vroegere begeleider van Billie Holiday). Ook Jeff Hamilton en Ray Brown beschouw ik als mijn meesters. Het is fantastisch dat ik uiteindelijk ook nog met hen heb kunnen samenwerken, dat we een muzikale familie zijn geworden. Het is grappig: toen ik zestien was, luisterde ik met mijn vader al naar hun muziek. We draaiden ook platen van Johnny Mandel en Claus Ogerman, die het orkest arrangeerden op mijn laatste albums When I Look into Your Eyes en The Look of Love. Nu ik 37 ben, kan ik met Jeff, Ray, en Claus als dirigent door Amerika toeren. Dat is van goudwaarde voor mij. Een droom die werkelijkheid is geworden. En dan zeggen sommige mensen dat ik uitverkoop hou. Wat een bullshit. Ik weet dat ik mezelf niet verloochen. Dat anderen het tegendeel beweren, is a pain in the ass, maar eigenlijk mag ik me niet te veel aantrekken van wat critici schrijven. Ik beleef nu alles waar ik als 16-jarige van droomde. Door volharding ben ik op dat punt beland. Buiten bepaalde bijkomstigheden, zoals fotosessies, heb ik alles onder controle en maak ik mijn eigen keuzes.”

Een crossover-artiest is ze zeker. Ze zong met de Ierse folkgroep The Chieftains op hun album Tears of Stone, Sarah McLachlan plaatste haar naast vrouwelijke singer-songwriters op de affiche van Lilith Fair’98, en naar verluidt pent het popduo Elton John en Bernie Taupin nieuwe songs voor haar. Maar is ze daarom plots minder geloofwaardig? Het klopt dat ooit het pianotrioconcept van Nat King Cole als haar grote voorbeeld gold. Haar derde album All for You uit ’96 was dan ook een hommage aan die formule. The Look of Love is totaal anders. Veel minder nadrukkelijk op haar eigen pianospel en de jazzgrooves geënt. Die worden naar de achtergrond verwezen door de grote sier van het London Symphony Orchestra. Daarom woedt er een discussie over haar die bijna vergelijkbaar is met de verontwaardiging van de fans van Nat King Cole toen die tot crooner transformeerde. Wat tegenstanders haar onder meer verwijten, is dat ze door platgecoverde songs als Cry Me a River en Besame Mucho te prikken, alle risico schuwt.

“Ik lees die kritieken al lang niet meer. Ik mijd ook het internet. Er is in de Amerikaanse pers een gigantische controverse rond mij gevoerd. Ik vind: kritiek mag gerust negatief zijn, maar hij moet doordacht en correct zijn. Er zijn al persoonlijke aanvallen op me geweest, pagina’s lang. Dat is onbeschaafd en doet uiteraard pijn. Ik haat het een artikel te lezen van iemand die geen moeite doet om mijn muziek te begrijpen. Als ik merk dat een recensent écht geluisterd heeft naar mijn plaat, ben ik al heel blij. Ik heb door scha en schande geleerd om te leven in mijn eigen wereldje en te negeren wat de buitenwacht over me denkt. Trouwens, ik ben niet van zelfkritiek gespeend. Ik kan heel hard voor mezelf zijn.”

Voor het concert op 1 oktober in Vorst-Nationaal in Brussel kunnen lezers van Weekend Knack 30 tickets winnen voor twee (zie p. 75). Als dat niet gelukt is: tickets & info via 02 507 82 00, 0900 00991,

www.ticketclub.be.

Live In Paris komt in oktober uit bij Verve/Universal.

Websites

www.ultimatedianakrall.com

De officiële website. Redelijk beperkt. De galerij biedt de foto’s van Bruce Weber die je overal al ziet opduiken en de persknipsels blijken niet meer dan magere quotes. Vooral commercieel gericht en dus met veel ruimte voor merchandise.

www.duke.edu

In het jazzarchief van de Duke University uit Durham, North Carolina kom je tenminste wat meer over de persoon Diana Krall te weten. Hier vind je concertfoto’s, te downloaden song samples en verhelderende artikels over de zangeres.

“Michael Douglas vroeg me muziek te leveren voor een film die hij samen met zijn ouders heeft gemaakt. Ik hou van het contact met acteurs. Ze zijn net als ik mensen die interpreteren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content