Eerst durfde ze het publiek niet eens in de ogen te kijken.

Maar de bezoekers van Torhout/Werchter zullen merken dat

Dolores O’Riordan sinds de monsterhit “Zombie” niet helemaal dezelfde meer is.

Over de klim naar de top van een meisje uit Limerick.

ALEC FOEGE

Dolores O’Riordan beantwoordt de ovatie van het publiek in de Londense Albert Hall. Met de armen hoog in de lucht en met een brede glimlach schreeuwt ze : “Thank you, I love you ! ” Pure show, maar niettemin recht uit het hart. Het gebaar is half Audrey Hepburn, half David Bowie. Ze draagt een verblindende, mouwloze jurk in goud en rood, wordt omringd door gigantische boeketten rode rozen en baadt in een roze cirkel van licht. De kleine zangeres van The Cranberries is in de hemel. Tijdens Liar, het volgend nummer, buigt Noel Hogan zich over zijn gitaar en beweegt nadrukkelijk met de sierlijke hals van het instrument. Drummer Fergal Lawler zit al even uitbundig te glunderen als zijn cimbalen schitteren in het licht, terwijl bassist Mike Hogan onbeweeglijk op zijn vlugge vingers na snaren staat te plukken. Maar het publiek heeft slechts oog voor O’Riordan. Tijdens het instrumentale gedeelte van de song begint ze een levendige Ierse jig te dansen… ondanks twee metalen plaatjes en glasvezelkruisbanden in haar knie : het gevolg van een valpartij bij het skiën. Het optreden begint met een akoestisch gedeelte. De band, in nette pakken, neemt braafjes plaats aan de rand van het podium. Met veel omhaal verschijnt O’Riordan op de scène in een oversized Victoriaanse mannenoutfit, kompleet met pandjesjas en vlinderdas. Een klassiek strijkkwartet begeleidt de band in een aantal herwerkte versies van hun grootste hits : Zombie, Ode to My Family en Dreaming MyDreams. Ook in aanwezigheid van een opgewonden duizendkoppig publiek slagen The Cranberries erin een bijna intieme, teatrale sfeer te scheppen.

Nog niet zo lang geleden haastten Britse platenproducers en muziekjournalisten zich als bezeten naar het Ierse Limerick om er een glimp op te vangen van vier anonieme tieners die het Londense popmilieu overweldigd hadden met niets meer dan een slordig opgenomen demonstratiebandje. De Britse muziekbladen gingen uit de bol voor het natuurlijke talent en de charme van de groep. Maanden voordat hun eerste album verscheen, werd Linger het allereerste nummertje van de groep meteen ook een tophit.

Vandaag staan O’Riordan en haar maats praktisch dagelijks voor een duizendkoppig publiek van gierende fans en krijgen ze van MTV al evenveel aandacht als Madonna… Onlangs werden niet minder dan 5 miljoen eksemplaren verkocht van hun tweede album No Need to Argue nu ook al in de top-tien in de Verenigde Staten en nummer 1 op heel wat Europese hitlijsten. Hiermee hebben The Cranberries bewezen dat hun debuut in 1993, met de veelzeggende titel Everybody Else Is Doing It, So Why Can’t We ?, geen toevalstreffer was. Voeg daarbij een paar opmerkelijke optredens zoals in Woodstock ’94 en in MTV Unplugged en je raadt meteen waarom O’Riordan breed glimlacht. The Cranberries zijn Ierlands biggest muzikaal uitvoerprodukt sedert U2.

Het publiek vraagt een bisnummer door onbarmhartig op de krakende houten vloer van Albert Hall te stampen. O’Riordan replikeert met een ademstokkende versie van No Need to Argue. Ze wordt daarbij uitsluitend begeleid door een viool en door het gigantische orgel van Albert Hall. In de zaal wordt het muisstil. De stem van O’Riordan, met haar ronde klanken en genuanceerde jodels, is pure Ierse traditie. Maar uit de zeer lichte heesheid blijkt een innerlijke woede. Precies daarom werd ze vergeleken met Sinéad O’Connor, maar O’Riordan zelf houdt niet van die vergelijking : “Ik doe iets totaal anders. Misschien zong ik al jaren éérder dan zij. Ik kan het toch niet laten omdat iemand anders die toevallig een paar jaartjes ouder is, me vóór is. “

Maar O’Riordan heeft die verloren jaren al lang ingehaald. Op haar drieëntwintigste schrijft ze langoureuze teksten als Understand what I’ve become/It wasn’t my design.

Vier dagen later heb ik een afspraak met O’Riordan in het luxueuze Regent Hotel in Londen. De avond tevoren had ze ons moeilijk verkregen interview halfweg onderbroken voor een massagebeurt.

Om 9 uur stipt arriveert ze in T-shirt, rode leggings en witte Reeboks. Ze ziet er niet uit als een rock-ster. Alleen het platinablonde haar en de reeks ringetjes in haar rechteroor wijzen op een rebels trekje.

Terwijl ze haar professionele verplichtingen nakomt, pikt O’Riordan als een vogeltje in een kommetje fruitsla. Plots staat ze recht en verdwijnt. Foetsie. Toch kan je het haar nauwelijks kwalijk nemen dat ze de pers wantrouwt en afspraken aan haar laars lapt.

Na een flitsende tournee in de States, even voor Kerstmis, besloten The Cranberries een aantal afspraken in Ierland af te gelasten om O’Riordans been te laten rusten. Als antwoord hierop liet de Ierse sensatiepers een fotograaf voor O’Riordans huis kamperen. De voortvarende paparazzo slaagde erin een foto te nemen van het echtpaar terwijl ze boodschappen deden. De foto werd gepubliceerd en voedde meteen geruchten als zou O’Riordan met een depressie worstelen en de band het zonder haar zou moeten doen… of opgedoekt worden.

“Ik haat mensen die in mijn privé-leven dringen, ” zegt ze. “Als iemand in mijn huis ziek zou zijn, dan zou ik die persoon uit respekt gerust laten… Ik bedoel maar, ik heb die kerels niets misdaan en vraag me af waarom die idioten zoiets verzinnen. ” Dit is dus Dolores O’Riordan die in juli verleden jaar trouwde met de ex-manager van Duran Duran in aanwezigheid van 200 genodigden en meer dan duizend kijklustigen.

Volgens O’Riordan was Ierland niet het meest geschikte land om als zelfstandig, talentvol meisje in op te groeien. “Mijn moeder had altijd een voorkeur voor de jongens, net zoals veel Ierse vrouwen overigens. Meisjes moesten ofwel zingen ofwel een leuke jurk dragen, maar jongens mochten daar zitten niksen en briljant zijn gewoon omdat ze daar zaten en jongens waren. Dus werd je als meisje toch iets agressiever. Ik zong. Altijd. “

Als jongste van zeven kinderen, allemaal jongens behalve Dolores en haar oudere zus, herinnert O’Riordan zich haar Spartaanse maar gelukkige kindertijd. Ze ging naar een school, waar alles in het Gaelic onderwezen werd. Ze kreeg de Ierse kultuur dus als het ware met de paplepel mee. “Die school was zo Gaelic-gezind dat je in de klas Ierse volksdansen leerde dansen en een tinnen fluitje bespelen. ” Van toen ze nog maar vijf was, werd ze door volwassenen bewonderd om haar mooie, krachtige stem. “De direktrice van de school onderbrak de les, plaatste me boven op de lessenaar en liet de oudere leerlingen naar mij luisteren. Kan je denken hoe goed ik was. “

O’Riordan volgde klassieke pianolessen en toen ze twaalf werd, schreef ze haar eerste song Calling. (“Over verliefd zijn op een man van rond de veertig. “) Toen ze hoorde dat een groep jongens een zangeres zochten voor hun orkestje, aarzelde ze geen sekonde.

Toen Noel Hogan en zijn broer Mike voor het eerst Fergal Lawler ontmoetten, waren ze alle drie wèg van de nieuwste rage in Ierland. En dat was merkwaardig genoeg break-dancing. De film Breakin’ (uit 1984) een Amerikaanse tienerprent had hele legioenen Ierse tieners gebrainwashed. Die dachten dat trainingspakken en gettoblasters hun kreatieve toekomst vormden. “Er is een groot park in het centrum van Limerick, ” vertelt Noel Hogan (23), “en elke zaterdag kwamen al de break-dancers daar samen om de hele dag lang hun verveling weg te dansen. “

“Ik zie het nog voor me hoe Dolores kwam aangewandeld met haar keyboard”, zegt Noel Hogan, “ze was heel klein en had heel kort haar. ” O’Riordan : “De songs die toen op hun repertoire stonden, waren helemaal niet naar mijn zin, maar ik ontdekte meteen dat er pit zat in hun manier van spelen. Voor mij was het gemakkelijk : wat ze ook op het eerste gezicht mochten denken, ik wist dat ze onder de indruk zouden zijn zodra ik mijn mond opendeed. “

En ja hoor, de jongens waren in de wolken. “Dolores was duidelijk geen kuiken, ” zegt Lawler. “Als zij was komen opdagen in hot pants, hadden we haar waarschijnlijk bedankt. “

Die dag trok O’Riordan huiswaarts met een cassette vol instrumentale stukjes geschreven door Noel Hogan. “Niet meer dan een reeks akkoorden, met af en toe een beetje afwisseling, ” zegt ze. “Maar de intrinsieke vrijheid van het geheel beviel me wel. ” Tot ieders verbazing kwam zij een week later aandraven met de melodie en de tekst voor Linger. Door de kombinatie van O’Riordans gebalde en zeer persoonlijke tekst en de stoere begeleiding ontstond iets totaal nieuws. Tussen Dolores O’Riordan en Hogan ontstond snel een muzikale relatie, zodat in drie weken tijd voldoende materiaal bijeengeschreven was om een demonstratietape op te nemen. Daaraan werd gesleuteld met de hulp van Pearse Gilmore, leider van een andere band uit Limerick en eigenaar van de plaatselijke opnamestudio Xeric.

Het eerste publieke optreden van de groep vond plaats op een zaterdagavondfuif in de Ruby’s, een klub in de kelder van een hotel in Limerick. “Daar zaten zowat zestig mensen in een smal, halfduister zaaltje, ” herinnert Lawler zich nog. “We kwamen op en brachten een zestal songs. Dolores durfde het publiek niet recht in de ogen kijken. Noel, Mike en ik hielden het hoofd gebogen, zo met de idee ‘dat het hier maar gauw afgelopen is’ en dat was het dan. “

Noel Hogan liet zijn job als hersteller van kasregisters voor wat hij was en gebruikte de vrijgekomen tijd met het verzenden van demotapes naar platenfirma’s en radiozenders. Cormac Neiland, toen nog aktief bij Xeric, gaf Hogan de adressen van de platenfirma’s. “Noel was de man die de groep vooruit dreef”, vertelt Neiland… nu hun road manager. “De studio was de enige plek waar ze goede raad konden meepikken. “

Dat de vier tieners met muziek spelen hun boterham konden verdienen, leek niet helemaal onmogelijk, maar niets had hen kunnen voorbereiden op het overweldigend sukses dat zou volgen. Dezelfde dag dat een antwoord van Rough Trade in de bus viel, liet Mike Hogan, toen 16, zijn baantje in een bakkerij staan. Er kwamen ook belangstellende brieven van onder andere Virgin, EMI en Imago. “Een beetje overal in Limerick liepen mensen rond die naar ons op zoek waren. Niet dat we ons verstopten, maar niemand wist waar we woonden. “

Er werd een kontrakt ondertekend met Island, voor het maken van de EP Uncertain. Die verscheen haast-je-rep-je onder het merk Xeric. Maar tijdens een drie weken lange tournee door Engeland, samen met de Britse groep Moose, kwam een probleem aan het licht. “Live waren we niet zo goed, ” zegt Noel Hogan. “We stonden daar als aan de grond genageld en het werd telkens een flop. ” De beroerde omstandigheden waarin ze moesten optreden, waren een test voor de deugdelijkheid van de band. “Dolores moest’s nachts in de combi slapen, op onze schoot”.

In 1992 stapten The Cranberries met Gilmore de studio’s van Xeric binnen om hun eerste album op te nemen. Gilmore was niet tevreden met het resultaat en had de originele klank gemengd met dansritmes en industrieel klinkende gitaargeluiden. Er ontstond een flinke ruzie. De band gooide de tapes in de vuilnisbak en stuurde Gilmore de laan uit.

Zes maanden later, met een nieuwe manager (Geoff Tavis van Rough Trade) en een nieuwe producer, begon de band helemaal opnieuw. Het album Everybody Else Is Doing It, So Why Can’t We ? werd een internationale sensatie. In twaalf songs vertelden The Cranberries het verhaal van de mislukkingen van een jonge vrouw als adolescente en van haar wedergeboorte als volwassene. “Ik weet precies waar het in elk van die songs over gaat, ” zegt O’Riordan, “en precies wanneer en waarom ik elk van die teksten geschreven heb. Ik ben er niet weinig fier op, omdat ze vrij nauwkeurig weergeven hoe ik me in die tijd voelde. “

Volgens O’Riordan trachten sommige van de nummers, zoals Dreams en Sunday, een gevoel weer te geven van “iets totaal nieuws, dat iemand heel gelukkig maakt”… Andere, zoals Pretty (“over iemand in de business die mij altijd een minderwaardigheidscomplex bezorgde”) en Put Me Down zijn smalende schimpschriften gericht tegen hen die beweren dat vrouwen hun eigen leven niet in handen hebben. “Moet je weten, in die tijd had ik een aantal mensen rondom mij van wie ik, emotioneel en zo, sterk afhankelijk was, ” zegt O’Riordan. “Al die mensen waren betrokken bij mijn carrière, of wilden erbij betrokken zijn of wilden mijn carrière dwarsbomen. “

No Need to Argue werd het vervolg op een denderend begin. Het klinkt harder en donkerder dan wat voorafgaat en werd in 1993 geschreven, toen de band op tournee was in de Verenigde Staten. Door het vele optreden kregen de aanvankelijk nogal bedeesde jongens uit Ierland de nodige adrenaline op het podium. Zombie, de monsterhit uit hun album, ontstond tijdens de sound checks voor hun optredens. Rond die tijd zocht O’Riordan nieuwe inspiratie voor teksten. Een kranteartikel over een kind dat gedood werd door een Ierse bom in een Londense vuilnisbak lag aan de basis van het emotionele, maar onpartijdige Zombie. Ode to My Family gaat over “het plotse sukses en een terugblik op thuis en de vraag wat er van mijn jeugd geworden was”. Innerlijke kwellingen spelen nog steeds een rol, maar na I Can’t Be With You en No Need to Argue sombere klaagliederen over een verbroken relatie kwam ook Dreaming My Dreams, opgedragen (zo staat het in de begeleidende tekst te lezen) aan “mijn man, minnaar, beste vriend en toeverlaat”.

Hoewel The Cranberries nu het ene sukses na het andere boeken, doen net zoals in het prille begin nog steeds geruchten de ronde dat de groep uiteen zou spatten. Men kan het de mensen niet kwalijk nemen dat ze niet goed zien wat vier sullige knapen in zwarte truien en typische mod style-jassen gemeen hebben met de knappe O’Riordan die met haar prachtige stem en dito outfit (ze wisselt tijdens een optreden zeer vaak van jurk) op en naast de scène alle aandacht krijgt.

“Men vraagt ons of we jaloers zijn omdat een massa mensen uit de bol gaat voor Dolores en veel minder voor The Cranberries, ” zegt Noel Hogan, “maar dat kan ons echt niet schelen. Wij spelen muziek en houden van ons vak. ” Ook O’Riordan negeert elke allusie op een aanstaande solo-carrière. “Als ik live optreed, zal dat altijd met die drie jongens zijn. Ik zou niet graag solo gaan. Dat deugt niet, dat maakt je egocentrisch en egoïstisch. “

De namiddag vóór hun eerste avond in Royal Albert Hall repeteren The Cranberries met het Electra String Quartet in dezelfde vrouwelijke bezetting als tijdens hun recente MTV Unplugged-optreden. Het 124 jaar oude gebouw geeft het geheel een formeel tintje, maar de muzikanten zijn allemaal gekleed in straatplunje… Allemaal behalve O’Riordan : die draagt een witsatijnen rok, een roze topje in mohair en pumps met hoge hakken. Tussen de nummers door negeert ze iedereen behalve Noel Hogan. Ze fluistert richtlijnen in zijn oor en vraagt plots luidop aan de vermoeide troep : “Willen we dat nog ’n keer herhalen ? “

Terwijl ze voor de tweede keer Dreaming My Dreams spelen, trekt O’Riordan met de rechterhand de aandacht van Lawler om het tempo wat op te voeren. Hij zit links op het podium en kijkt verstrooid naar de zoldering terwijl hij op een stel trommen slaat. O’Riordan is kwaad. Op het einde van het nummer krijgt Lawler de volle laag. Voor het volgende nummer gaat ze met gekruiste benen op een stoel zitten, midden op het podium, en geeft het tempo aan door met haar voet op de vloer te stampen. “Voor mij hangt er geen enkel geheim, psychologisch of wat dan ook, rond het bestaan van een groep, ” vertelt ze me later. “Het is misschien trendy als een lome slome op het podium te verschijnen en om het even wat te staan doen. Maar ik neem de dingen heel serieus op, weet je. Er zijn die duizenden jongeren die hun centjes sparen om een cd of een ticket te kopen. Wel, je moet je uiterste best doen om die waar voor hun geld te geven. “

Achter de schermen heeft O’Riordans man, Don Burton, de taak van production manager op zich genomen. Toen The Cranberries samen met Duran Duran op tournee trokken, was Burton press manager. Toen likte O’Riordan nog de wonden van de verbroken relatie die als inspiratie gediend heeft voor de meeste songs op No Need to Argue. In de dertiger uit Toronto zag zij iemand die genoeg afwist van de music business om haar te beschermen tegen de wrange kanten van de roem en de faam.

“Ik veronderstel dat hij veel, veel, veel beter is dan de kerel met wie ik een relatie had. Hij opent deuren voor mij en als we samen in de regen wandelen, houdt hij mijn arm stevig vast opdat ik niet zou vallen. Ik had nog nooit eerder zo’n lieve man ontmoet, ” zegt O’Riordan. En : “Don oefent geen enkele invloed uit op mijn beslissingen. Hij legt de juiste kaarten klaar voor mij. Daarna draait hij die om en zegt : ‘Jij beslist, het is jouw carrière. ‘ Dat is alles. “

Dat neemt niet weg dat Burton The Cranberries voorstelde aan hun nieuwe publiciteitsagenten, de Left Bank Organization, een aantal gladde jongens uit Los Angeles die ook de belangen van Duran Duran en Meat Loaf behartigen. Die toonden een flitsende, alternatieve weg om de Amerikaanse markt te veroveren.

Later tonen de jonge trouwers fier een aantal foto’s van het huis dat ze laten bouwen in het hartje van het graafschap Kerry, ver van de stad. “We bouwen ons huis in wat men een Gaeltacht-streek noemt. Een godvergeten gat waar men in de cafés nog Gaelic spreekt”, zegt O’Riordan. Tussen de echt mooie foto’s van welige landschappen het ene al groener dan het andere zit ook een kiekje van O’Riordan met opgetrokken rok en panty’s tot op haar knieën… terwijl ze langs de weg zit te plassen.

O’Riordan is al vergeleken met zo ongeveer elke rockzangeres, van Harriet Wheeler van de Sundays tot Deborah Harry. Haar argumenten waarom ze niet op dezelfde voet geplaatst zal worden als Sinéad O’Connor heeft ze klaar. “Wie ziet wat met haar gebeurd is, zal gauw geneigd zijn te denken ‘Jesus, ik zal maar liever niet zingen’. Maar ik had natuurlijk ook niet dezelfde jeugd als zij. Dat ligt aan de basis van heel wat al of niet opgekropte woede van O’Connor : die verschrikkelijke jeugd, waar ze nooit overheen gekomen is. De geheimpjes van mijn jeugd hou ik liever voor mezelf. “

O’Riordan houdt er sowieso niet van vergeleken te worden met andere vrouwen in het algemeen. “Het feit dat ik een jonge vrouw ben, én lead singer én songwriter, betekent natuurlijk dat ik ook degene ben met wie Jan en Alleman iets wil ondernemen… als je begrijpt wat ik bedoel. Het is altijd en overal hetzelfde liedje, dat is niet anders in de music business. Gelukkig ben ik nu getrouwd en word ik veel minder lastig gevallen. “

Hoe snel de groep het ook gemaakt heeft, fundamenteel zijn de leden niet veranderd. Het is hun niet naar het hoofd gestegen. Ondanks hun sukses en het feit dat ze een vaste vriendin hebben, wonen de drie jongens van The Cranberries nog altijd bij hun ouders. Alle drie zijn ze ervan overtuigd dat ze altijd in Limerick zullen blijven wonen.

“De jongens zijn minder onder de indruk van het hele gedoe, ” vertelt Nigel Coxon, een van de managers van Island die het kontrakt van The Cranberries hielp tot stand komen. “Normaal eigenlijk, want de aandacht gaat vooral uit naar Dolores, naar haar stem en naar haar optreden. En haar metamorfoze. In het begin durfde ze het publiek zelfs niet bekijken. Als je ziet wat ze nu presteert, hoe ze haar imago in eigen handen heeft genomen. “

Het is niet zo dat het rock-leventje, en de mogelijkheid om met geld te smijten, O’Riordan helemaal afgeleid hebben van haar katolieke Ierse roots. Ook al vindt zij Madonna een “snuggere griet”, toch verbaast het haar dat de stripzieke popster niet de morele sterkte heeft “om al die stomme dingen die ze in haar video’s doet achterwege te laten”. En rekenO’Riordan maar niet bij de voorstanders van abortus. “Wie ben ik om andere vrouwen te beoordelen. Maar ik denk zoiets als ‘stomme meid, waarom ben je nou toch zwanger ? ‘ Iets levends uit je lichaam laten zuigen, dat is niet goed voor een vrouw. Het tast je eigendunk aan. “

John Lennon, in het biezonder de Lennon van na de Beatles, noemt O’Riordan als haar grote jeugdidool. “De Beatles waren nette jongens die nette songs schreven, ” zegt ze. “Maar John Lennon heeft zichzelf toch meer dan eens herrie op de nek gehaald. Toen hij de Beatles verliet, had hij alleen nog aandacht voor zichzelf. Hij ging volledig op in het vaderschap en schreef songs over zijn zoontje, zoals Beautiful Boy, of over Yoko, zoals Woman. “

In de Royal Albert Hall brengen The Cranberries voor het eerst I Just Shot John Lennon, een ode aan het overleden popidool. Dixit O’Riordan : “Hiermee is nog maar eens duidelijk hoe een briljant iemand door de eerste de beste onbenul naar het pierenland geholpen kan worden. “

De plechtigheid waarbij ze een indrukwekkende hoeveelheid gouden en platina platen in ontvangst nemen als symbolen van een mammoetverkoop in Europa , is de enige keer dat we O’Riordan en de jongens van de groep samen zien off stage. De avond wordt afgerond met een solide slemppartij in de bar van het teater. Hoewel het lokaal barst van mensen uit de Londense platenindustrie, vormen de Hogan’s en Lawler onmiddellijk een gesloten kring met de vrienden en vriendinnen die voor een lang weekend uit het verre Limerick zijn gekomen.

The Cranberries zijn de hoofdattraktie op het tweede podium van Torhout/Werchter op 1 en 2 juli.

“Een beetje overal in Limerick liepen mensen rond die naar ons op zoek waren. “De jongens mochten daar zitten niksen en briljant zijn. Daar werd ik als meisje toch wat agressief van. Iets levends uit je lichaam laten zuigen, dat is niet goed voor een vrouw. Het tast je eigendunk aan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content