‘The best punishment is to be happy’

© Foto Filip Naudts

Deze week: goede raad van Ae Jin Huys (43), die zich opnieuw verbonden voelt met haar roots door aan te knopen bij de smaken van haar kinderjaren. Met haar cateringbedrijf Mokja serveert ze de Koreaanse keuken en met haar vzw Hwaiting lanceert ze in oktober 2021 het festival SONMAT, Korean food for thought.

“Ik was een buitenechtelijke baby. Mijn Koreaanse vader en stiefmoeder hadden net een vierde dochter gekregen, waardoor zijn familie hem zwaar onder druk zette om een zoon te krijgen. Uiteindelijk probeerde hij dat in een andere relatie, maar na een jaar keerde hij terug naar zijn gezin met mij, weer een dochter… Op momenten dat ik alleen achterbleef met mijn stiefmoeder was ik het slachtoffer van haar frustraties. Ik herinner me alles nog, ook de lijfstraffen in het weeshuis waar ze me na de dood van mijn vader naartoe stuurde. Ik was vierenhalf.

Bijna even ingrijpend was het om een klein jaar later geadopteerd te worden en in een totaal nieuwe wereld te belanden: het Belgische, burgerlijke gezin van de bekende muziekcriticus Jacky Huys. Maar het maffe is dat ik al heel vroeg besefte dat ik geen slachtoffer wilde zijn van mijn trauma’s. Daarom werd ik onlangs zo geraakt door een documentaire over Elizabeth Smart, het meisje uit Salt Lake Ciy dat in 2002 negen maanden ontvoerd en misbruikt werd. Terug thuis gaf haar moeder haar de gouden raad: They have stolen those months of your life away. The best punishment you could ever give them is to be happy. Feeling sorry for yourself is only allowing them to steal more of your life away.

Ik herken me sterk in die mindset. Het werd mijn overlevingsstrategie, die me hielp bij mijn verwerking. Dat was een solitair proces, ook omdat adoptieouders destijds de raad kregen niet in het verleden te graven, waardoor mijn roots en getroebleerde voorgeschiedenis nooit ter sprake kwamen. Mijn vader stimuleerde me wel om een dagboek bij te houden, waardoor ik mijn situatie leerde te analyseren en me ervan kon distantiëren.

Door in verschillende leefwerelden met eigen wetten en stijlen op te groeien, leerde ik ook dicht bij mezelf te blijven. Mijn solitaire karakter zorgt ervoor dat ik me misschien soms moeilijk kan verbinden met anderen, maar authenticiteit is wel mijn rode draad. Als ik iets doe, moet ik voelen dat het klopt.

Dat was bijvoorbeeld zo toen ik mijn dochter kreeg, ook al was ik nog jong – net twintig – en stond ik er alleen voor. Mijn wil om het kind te houden was beïnvloed door mijn verleden, want ik voelde vroeg de nood aan een eigen bloedband.

Essentiële keuzes worden heel duidelijk als je ingrijpende dingen hebt meegemaakt. Maar om te blijven hangen in het donker ben ik te levenslustig. Van karakter ben ik eerder lichtvoetig en impulsief en ik kan enorm genieten en verwonderd zijn – dat was mijn redding, denk ik.

Tijdens mijn eerste reis terug naar Korea – ik was 27 – zag ik mijn stiefmoeder terug en op dat moment besefte ik dat het leed 20 jaar achter ons lag. Ik hoorde voor het eerst haar volledige verhaal en begreep hoe erg het ook voor haar was.

Het is bijna symbolisch dat ik nu werk met Koreaanse foodfilosofieën die de verbinding maken tussen eten en troost, eten en identiteit. De smaken en aroma’s van mijn kindertijd zijn immers die van mijn stiefmoeder. Door haar gerechten nu zelf te maken, vind ik zelfs een zekere warmte terug. Als je je niet laat overmannen door verdriet, frustratie of kwaadheid resten er vooral begrip en liefde.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content