Waals-Brabant biedt meer dan een glooiend landschap met vierkantshoeven, we ontdekten er de meest romantische plek van ons land : de ruïnes van Villers-la-Ville en maakten een tocht langs middeleeuwse relicten.

Waals-Brabant is lang, klein en onopvallend, op de snelweg rij je de provincie snel door. We kennen de streek wel van zijn golvende landschappen en witgekalkte vierkantshoeven die je trouwens al opmerkt in de buurt van Waterloo, dé toeristische trekpleister van de regio. Wie even de grote weg verlaat, ontdekt nog parels uit het verleden en wellicht de meest romantische plek van ons land : de acht hectare grote ruïnes van Villers-la-Ville, een centrale plek in de provincie en het ideale vertrekpunt voor een dagtrip.

Villers is op zich al goed voor een halve daguitstap. Ik maakte er jaren geleden een avondwandeling bij volle maan en kan je verzekeren dat je die site nooit vergeet : dit zijn de meest betoverende ruïnes van ons land. Het gaat om een van de volledigste abdijruïnes uit de Middeleeuwen in Noord-Europa. De abdij van Villers werd in 1146 gesticht onder de bezieling van Bernardus van Clairvaux, op een afgelegen en bosrijke plek. Op het hoogtepunt, in de dertiende eeuw, leefden er een honderdtal monniken en meer dan driehonderd lekenbroeders. De abdij telde toen ook meer dan tachtig boerderijen. Het grootste gedeelte van de gebouwen, in ruwe natuursteen, werd in de dertiende eeuw opgetrokken in gotische stijl. De inkom van de kerk is ouder en nog romaans van stijl. De kerk, gebouwd tussen 1210 en ’67, was een van de eerste gotische gebouwen in ons land. Bewonder vooral de mysterieuze ronde vensters en de schilderachtige refter uit de dertiende eeuw.

Onder het Franse bewind werden de monniken in 1796 verplicht om de abdij te verlaten, die werd verpatst aan een handelaar in oude bouwmaterialen. De abdij werd vervolgens deels gesloopt. Nadien vatte men het plan op om een treinspoor aan te leggen dwars door de site. Gelukkig ligt dit spoor er nu naast en bleven grote delen van deze schitterende ruïne bewaard. In de zomer worden er concerten geprogrammeerd, mede door het chevalereske decor kunnen die op heel wat bijval rekenen.

NIJVEL

In Villers ben je op een kwartier rijden van Nijvel, daar is de imposante Sint-Gertrudiskerk de blikvanger. Die kerk stond er al vóór de eerste steen van de abdij van Villers werd gelegd. Het is een van onze rare parels van de Ottoons-Romaanse bouwkunst. De kerk heeft een monumentale westbouw met een hoge gevel, bekroond door twee torens. Zulke kerken vind je wel in Duitsland, maar amper bij ons. Het concept van de westbouw is meer dan duizend jaar oud en symboliseerde de macht van de keizer.

Bezoek in de kerk niet alleen de grootste romaanse crypte van ons land, maar ook het Byzantijnse koor. Alleen jammer dat alle muurschilderingen verdwenen zijn, die moeten dit bouwwerk een oosterse uitstraling hebben gegeven. Onder de huidige kerk zitten restanten van liefst zes oudere bidhuizen, waarvan er een zelfs teruggaat tot de tijd van Clovis. Daar zie je ook het graf van de 1,90 meter lange Himiltrude, de eerste vrouw van Karel de Grote, in de achtste eeuw de koning der Franken. Het gebouw werd deels gereconstrueerd na de oorlog, nadat de Duitse bezetter het hart van Nijvel had gebombardeerd. Om de laatste oude straatjes van Nijvel te zien moet je daarom naar de rand van het stad, waar nog middeleeuwse huizen staan.

Nijvel is ook de hoofdstad van het Roman Païs, de stuk van het hertogdom Brabant waar al in de middeleeuwen Waals werd gesproken. Dit Roman Païs blijft voor de bewoners uit de streek een levendig begrip. Ook Braine-le-Château (Kasteelbrakel), Ittre (Itter), Rebecq en Tubize (Tubeke) behoren daartoe. In Braine-le-Château bezochten we de dertiende-eeuwse watermolen en de schandpaal uit 1521, de oudste van ons land. In Rebecq is er de watermolen van Arenberg en in Tubize het Museum voor Oudheidkunde in een prachtig pand uit de zestiende eeuw.

TEMPELIERS

Naast het mooie dorp Céroux-Mousty botsen we dan weer op de tempeliers die daar achthonderd jaar geleden de toren bouwden van Moriensart, ongetwijfeld een van de fraaiste donjons van ons land. Waals-Brabant telt wel meer mysterieuze torens die uit een Suske en Wiske geplukt lijken. Op weg naar de ruïnes van het kasteel van Walhain, waarvan een deel van de slotgracht en de donjon bewaard bleef, stoppen we ook in het nabijgelegen Nil-Saint-Martin waar nog zo’n kanjer van een donjon uit de twaalfde eeuw staat. Dit versterkte huis ligt op een strategische plek omgeven door moerassen en had een woonzaal boven het gewelf, eronder werden de wapens en de voedselvoorraad bewaard. In Opprebais staat er weer een schitterende middeleeuwse kasteelhoeve.

HASPENGOUW

Dat er zoveel middeleeuwse constructies bewaard zijn in Waals-Brabant heeft ook te maken met het intense gebruik van natuursteen. In deze provincie waren er veel steengroeven, waarvan er nog enkele in productie zijn, zoals de porfiergroeve van Quenast. De kloeke natuursteen drukt zijn stempel op de architectuur. In de regio van Nijvel zijn de gebouwen grijs door de Doornikse kalksteen, maar in Brabants Haspengouw, de regio rond Jodoigne, zijn de gebouwen wit door het gebruik van de steen van Gobertange, die dezelfde geologische oorsprong heeft als de Balegemse kalkzandsteen die zoveel werd gebruikt in Vlaanderen.

In de regio worden de pittoreske dorpen in de omgeving van Geldenaken, zoals Lathuy, Mélin en Saint-Remy-Geest Le Petit Pays Blanc genoemd, omdat er veel gebouwen zijn opgetrokken uit de witte Gobertangesteen. Het mooiste monument is ongetwijfeld de prachtige hoeve La Hesserée in het schilderachtige dorp Mélin. Het is ook voor de fietser die dit licht glooiende landschap doorkruist een plezier om die witte architectuur te ontdekken. Wie er enkele dagen op wil uittrekken, vindt gemakkelijk logies in een landelijk hotel of B&B. ?

INFO : WWW.TOURISME-ROMAN-PAIS.BE EN WWW.HESBAYEBRABANCONNE.BE

DOOR PIET SWIMBERGHE & FOTO’S WOUTER VAN VAERENBERGH

NA DE FRANSE REVOLUTIE WERD DE ABDIJ DEELS GESLOOPT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content