MONTPELLIER IS EEN VAN DE LEUKSTE MEDITERRANE STEDEN. JE LOOPT ER DOOR MIDDELEEUWSE STEGEN MAAR OOK LANGS SCHITTERENDE MODERNE ARCHITECTUUR EN DE VELE STUDENTEN HOUDEN DE SFEER JONG EN BETAALBAAR. WIJ MAAKTEN EEN VOETTOCHT LANGS LEKKERE ADRESJES IN DEZE SNEL GROEIENDE METROPOOL.

Montpellier, halfweg tussen Italië en Spanje en op een tiental kilometer van de Middellandse Zee, is na een gedegen opknapbeurt een van de leukste mediterrane steden om enkele dagen te flaneren. Het is de hoofdstad van het departement Hérault en van de regio Languedoc-Rousillon, die zowel in oppervlakte als in debiet de grootste wijngaard ter wereld is. Bezienswaardigheden zijn er te over : historische gebouwen maar ook Ricardo Bofills postmoderne Antigonewijk, het gloednieuwe gemeentehuis van Jean Nouvel, mooie tuinen, musea van wereldklasse, zoals het vernieuwde Fabremuseum of de vermaarde Academie voor vioolbouwers, en dat alles doorspekt met gezellige pleintjes, ontelbare terrassen en vooral veel lekkere winkeltjes en eethuizen. De universiteit, opgericht in 1289, is een van de oudste van Europa. De laatste decennia ontwikkelde de oude stad zich tot een van de snelst groeiende metropolen van Frankrijk. Bijna veertig procent van de 230.000 inwoners is jonger dan veertig. De vele studenten zorgen ervoor dat de stad levendig, goedkoop en jong blijft. Het is ook een veilige stad, met de grootste stedelijke voetgangerszone van Europa. Als je pijn in de voeten krijgt van het slenteren, spring je op een van de moderne trams of huur je voor enkele euro’s een fiets bij Vélomagg. De honderdvijftig kilometer fietspaden verbinden de historische stad met de zee bij Palavas. Kloppend hart van Montpellier is de Place de la Comédie met zijn indrukwekkende opera, die vanbinnen nog mooier is dan vanbuiten. Vandaar vertrekt de Rue de la Loge, de belangrijkste winkelstraat, die door het historische stadshart (Quartier de L’Ecusson) met statige eeuwenoude woningen loopt, tot aan de Halles Castellane. Bovenaan de stad troont de zeventiende-eeuwse Arc de Triomphe, waar je kunt wandelen over brede terrassen en genieten van vergezichten tot de Middellandse Zee en het nationale Parc des Cévennes.

MIDDELEEUWSE SNOEPJES EN STREEKKAZEN

Slapen doen wij in de chambres d’hôtesLes 4 étoiles, een gastenverblijf met vier bijzondere kamers. Eigenaar Pierre Migayrou is de vijfde generatie die er woont. Met liefde en hulp van binnenhuisarchitect Jacques De Milleville werd het familiehuis heringericht, waarbij elementen uit de jaren 1930, zoals de oude tegelvloeren, met smaak werden gecombineerd met modern materiaal, designmeubilair en mooie objecten. Het huis ligt in de buurt van de markt onder de arcades van het aquaduct. Daar worden lokale specialiteiten aan de man gebracht, zoals middeleeuwse grisettes ( snoepjes met anijssmaak), olijfolie, fougasse (Provençaals brood) en oesters uit Bouzigues.

Onze eerste stop is La Cloche à Fromage, waar je gerijpte streekkazen kunt kopen. De keuze gaat naar pélardon (geitenkaas), tomme de Lozère, roquefort en pérail. Een boogscheut verder vind je de nostalgische wijnwinkel Aux Grands Vins de France. Het decor dateert uit 1925. Thierry Dubus waakt er over vierduizend wijnen, waaronder tweehonderd rode uit de Languedoc-Roussillon en tachtig witte. Zijn persoonlijke voorkeur gaat naar Le Clos du Prieur, Cour Saint Vincent, Grès de Montpellier, Coteaux du Languedoc 2008 (16 euro).

Kruidenier Pinto vinden we in een klein straatje. Het is een gereputeerd adres om kruiden te kopen, uit de eigen selectie maar ook die van topkok Michel Bras. Mijnheer Pinto verkoopt voorts nog koffie en thee, waarbij eigen mengelingen. De pavé Saint Roch van gemalen amandelen is een lokale specialiteit, net als tielle de Sète of deegwaren gevuld met inktvis.

Onze volgende afspraak is bij Thierry Papereux en echtgenote Nadine Lafay van de abrikooskleurige chocoladewinkel Théobroma. Vermaard zijn de pralines en macarons met chocolade-, vanille-, praliné- en frambozensmaak. Vraag ook naar specialiteiten als : Saint Roch, de Montpelliérain en de Cévenol.

STIJFDEFTIG OF ONTSPANNEN

Het meest gereputeerde, chicste, stijfste en duurste eethuis van de stad is ongetwijfeld Le Jardin des Sens. De verfijnde gerechten van de tweelingbroers Pourcel zetten Montpellier op de internationale kaart en leverden het eethuis twee Michelinsterren op. De prijs van een kamer begint bij 170 euro en eindigt bij 470 euro voor een suite met privézwembad. De broers openden eethuizen in Tokio, Bangkok, Singapore en Shanghai en de kans dat u ze beiden thuis treft, is klein. Wij gaven de voorkeur aan een tafel in Maison de la Lozère, het restaurant van de innemende kok Eric Cellier en vennoot Pierre Morel. Eten deden wij onder gewelven uit de twaalfde eeuw en op tafel kwamen smakelijke gerechten bereid met lokale ambachtelijke producten, geregeld verfijnd met een exotisch parfum. Eric Cellier deed namelijk inspiratie op in Japan en Vietnam. Goede herinneringen gaan naar macaron met ganzenlever, geperste kop met uiencompote, jonge eend met rode biet en de elastische aligot van aardappelpuree, room en kaas. De begeleidende rode Château Puech-Haut, Saint-Drézéry, Prestige 2009, was een voltreffer uit de Coteaux du Languedoc.

De Hallen met de vele eetstalletjes liggen midden in de stad. Ga bij voorkeur ’s ochtends, dan is de sfeer er het best. Bij Charcuterie Picard liggen specialiteiten in de vitrine, zoals grattons de canard, andouille, kopkaas en galabart of bloedworst met grote dobbelstenen vet. Kaashandel Georges Bou beveelt lokale kazen aan, zoals tomme en geitenkaas afkomstig van een boerderij uit Lozère of Bleu des Causses.

La Réserve Rimbaud heeft een houten terras half over de rivier Lez. Het gastronomisch restaurant heeft zijn onderkomen in een oude uitspanning tussen het groen aan de rand van de stad. Het is een van de adresjes die in de smaak vallen bij de lokale bevolking. Charles Fontès is de sympathieke eigenaar en chef-kok. Hij bereidt zonnige gerechten uit eersteklasproducten. De driegangenlunch kost 30 euro, ’s avonds kun je voor 53 euro drie gerechten uit de spijskaart kiezen. Uitgebreider tafelen kan met het degustatiemenu (70 euro).

LA VIE DE CHÂTEAU

Verchant is het eerste vijfsterrenhotel met spa in de streek. Het domein dateert uit 1582 en is een van de folly’s (buitenhuizen) die door de rijke families in vorige eeuwen werden gebouwd. Het paleisje werd onder handen genomen door Pierre Mestre, eigenaar van het kinderkledingmerk Orchestra. Het resultaat mag gezien worden. De inrichting is sober en zuiver en tegelijk luxueus en classy. De zeventien kamers, suites en appartementen werden ingericht door binnenhuisarchitect Raymond Morel, die gebruik maakte van Italiaans design (Poltrona Frau, Patricia Urquiola, Moroso, Flos, Cassina of Foscarini). Voor een nachtje moet je rekenen op 220 à 800 euro. Rijke Chinezen en Russen kiezen voor één of meer appartementen en komen meestal met hun privékok. Het restaurant staat onder controle van de broertjes Pourcel. In het park is een spa waar je in een decor van marmer, glas en mozaïeken kunt ontspannen. Daarvoor staan een binnenbad, jacuzzi, fitnesszaal, hamam, sauna en vijf verzorgingscabines ter beschikking.

Voor een eenvoudige lunch is er Folia, het nieuwe restaurant van het oude Château deFlaugergues. De leden van de adellijke familie die in het kasteel wonen zijn afstammelingen van de beroemde Franse minister van financiën Colbert. De Franse tuin en het kasteel met de bijzondere trap zonder steunkolommen en de schemerige, koude vertrekken vol familieschatten en gravures van Rembrandt en Dürer zijn op aanvraag te bezoeken. Alles is er bij het oude gebleven. De oude adel heeft het duidelijk moeilijk. De kleine keuken is de plaats waar de familie zich in de winter verwarmt. De unieke Antwerpse muurtapijten, waarvan het weven een eeuw in beslag nam (!), zijn inmiddels uit geldgebrek verkocht aan de graaiende overheid. De belangrijkste bron van inkomen is de wijn, die in het kasteel wordt gemaakt. Sinds kort is er ook het restaurant Folia, dat door de zoon werd ge-creëerd. Er komen eenvoudige maar smakelijke gerechten op het bord voor verteerbare prijzen. De adellijke dochter Marie bedient en houdt ondertussen een oogje op haar kinderen Luce en Camille.

WIJNEN EN OLIJVEN

Wij nemen de auto en gaan naar het gereputeerde Château La Roque, een van de parels uit de streek van de Pic Saint-Loup. Sinds 1259 worden er wijndruiven op de hellingen gekweekt. De wijnmakerij is ondergebracht in een postrelais uit de achtste eeuw en kan na afspraak worden bezocht. De gewelfde degustatiekelders hebben muren die vertellen over het rijke verleden. Monsieur Rozier is de regisseur en de wijnen die wij proeven zijn mooi en intens, ze behoren tot de beste van deze sterk opkomende wijnstreek (in ons land verdeeld door Monard Pro Vino, www.justinmonardprovino.be).

Het is druk als wij aankomen op het Domaine de l’Oulivie. Het is volop plukseizoen van de olijven, die in de oude molen op traditionele manier koud worden geperst. Pierre en zus Roch Vialla zijn de eigenaars en delen hun passie graag met bezoekers, zelfs in het hoogseizoen. Om alles in goede banen te leiden, werd een levend museum ingericht. De ruimte is volledig gewijd aan de olijf en je kunt er proeven. De olijven die hier worden geperst, komen van eigen bomen of worden aangevoerd. In de streek heeft bijna iedereen wel enkele olijfbomen rond zijn huis. Duizend kilo olijven geven 120 à 150 liter olie.

FRANSE AMBIANCE

Omdat wij te vroeg zijn om te eten in het restaurant Tamarillos, drinken wij eerst een aperitief in de aanpalende Bar-TabacLe Van Gogh. Maxime Bouthémy is de zoon des huizes. Hij is een vriendelijke kerel en wij geraken aan de praat met hem en enkele klanten. De lokale mensen voor de bar trakteren op glaasjes wijn, Maxime achter de bar trakteert op een schaal vol lekkers : heerlijke terrine van lever met noten en mango, terrine met exotische peper en ballotin van ganzenlever met uien. Het is plotseling feest : dit is het Frankrijk waarvan iedereen houdt ! Er wordt gelachen en honderduit gebabbeld en als wij opstappen vliegen de kussen in het rond. In het restaurant naast de deur komen wij in een andere ambiance terecht. Philippe Chapon is oud-leerling van driesterrenchef Guy Savoy. Zijn eethuisje heeft een lieflijke inrichting in zonnige tinten met mandarijnrood als terugkomende kleur. Zelfs zijn bereidingen bieden kleurrijke taferelen door het gebruik van eetbare bloemen en kruiden. De aandacht gaat naar de nagerechten, want Philippe Chapon behaalde twee keer de eerste plaats in de Franse prijskamp voor beste patissier. Als nagerecht snoepten wij van een fris en krokant appelgebak met gebrande crème.

DOOR PIETER VAN DOVEREN – FOTO’S MICHEL VAEREWIJCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content