Dat de beschaving een gammele brug over een diepe afgrond is, wist Joseph Conrad, auteur van het voortreffelijke Hart der duisternis. En hoe weinig slechts is er nodig om een keurig vrouwmens in die onpeilbare diepte te doen tuimelen. Wat zeg ik, in het hart der duisternis zelve. Eén slokje tchakpallo, zeg ik u, meer niet. Tchakpallo, het klinkt als een zweepslag en het smaakt naar kattenpis. Of tenminste zoals een keurig vrouwmens zich voorstelt dat kattenpis smaakt. Maar in Togo zijn ze er dol op. Vóór u naar Google Maps surft : Togo is de lange, smalle strook West-Afrika tussen Ghana (links), Benin (rechts), Burkina Faso (boven) en de Atlantische Oceaan (onder). De mensen zijn er zwart, straatarm en geweldig vriendelijk, wat betekent dat ze per se hun karige voedsel willen delen met de schaarse bleekneuzen die kilometers en kilometers hobbelige en roodstoffige wegen door de savanne trotseren om hen in hun afgelegen dorpen op te zoeken.

Daar staat dan een ontvangstcomité compleet met tamtamspelers en dansgraag volk paraat. Ook wil er wel eens een ondervoede kip met de schrale nek op het kapblok terechtkomen, zodat de bleekneuzen nog iets witter wegtrekken, wat er niet op betert als de kalebas met tchakpallo rondgaat. “Doen alsof je drinkt”, luidde het advies van de mensen van Plan België die deze field trip organiseerden. Maar veins maar eens een flinke slok als de helft van de plaatselijke bevolking er met de neus bovenop staat. De eerste twee keren dat ik het heksenbrouwsel proefde – lauw, zurig, naar mijn gevoel in volle gisting – was dat zonder kwalijke gevolgen. Maar de derde keer wist ik vrijwel meteen : jep, we hebben prijs. En wat doet een mens als haar ingewanden eendrachtig besluiten hun inhoud te evacueren, via alle mogelijke orifices tegelijk ? In een omgeving waar het sanitair zich beperkt tot een gul door vliegen gefrequenteerd gat in de grond ? Onder de belangstellende blikken van de gastvrije dorpsgemeenschap ijlings de godzijdank weelderige begroeiing invluchten, zich al te pijnlijk bewust van haar verlies van waardigheid.

Had ik de rampspoed zelf uitgelokt ? Zat het boze oog van Gansou Jérôme, guérisseur enmedecine traditionnelle op de marché de fétiche in Lomé, er voor iets tussen ? Niet dat ik de specialist in magie blanche zelve te zien kreeg. Die liet zijn zaakjes door zijn kleinzoon beredderen, een schriel joch van een jaar of vijftien in een shirt van FC Barcelona. Omgerekend 15 euro vroeg die voor een amulet dat mij tegen allerlei onheil moest beschermen. Niet weinig voor een stukje hout omwonden met sisal. Maar misschien had ik toch beter betaald. Want voor je het weet, wordt magie blanche hier magie noire en zit je met je broek op je hielen boven het gat in de beschaving.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content