Selfmade kok Jean-Philippe Vanderschueren leerde koken door bij collega’s te gaan proeven en doet in zijn eigen restaurant Le Petit Marais zoveel mogelijk zelf.

Le Petit Marais : rue Lambaitienne 7, 5100 Wierde (Namen). 081 40 25 65. www.lepetitmarais.be. Dinsdag en woensdag gesloten. Lunch 24 euro (36 euro met wijnen). Er zijn vier comfortabele slaapkamers (80 euro, plus 10 euro voor het ontbijt). Er zijn tweewielers te leen om de streek te verkennen.

categorie : landelijk gastronomisch

beoordeling

Keuken 7/10

Sfeer 6/10

Service 6/10

Prijs/kwaliteit 6/10

Comfort 6/10

Lang hoef je niet te rijden om je ontheemd te voelen. Iets voorbij Namen en op een paar kilometer van de afrit 16 van de E411 ligt Wierde, een dorpje met karakteristieke oude hoeves in Ardense steen, te midden van een glooiend, groen landschap. Rij je in Wierde de heuvel op, dan beland je in een bescheiden villawijk en restaurant Le Petit Marais. Het eethuis is ondergebracht in een recentelijk gebouwd bakstenen gebouw in landelijke stijl en is omgeven door een tuin met waterpartijen, in lijn opgebonden linden en wijnstokken, en een terras met weids uitzicht over de vallei van Tronquoy. Aan de deur wacht Jean-Philippe Vanderschueren. Hij groeide op in de beenhouwerij van zijn ouders in de streek van Ath, waar hij vlees uitsneed en pasteien maakte, en waar hij in een bijgebouw een weekendrestaurant openhield. De selfmade kok kookte daar traditionele gerechten en ging in zijn vrije tijd op stap om bij collega’s te proeven. Al experimenterend wist Jean-Philippe zich verder te bekwamen in de kookkunst. Wijnen leerde hij te onderscheiden door naar Frankrijk te trekken en op wijndomeinen te gaan proeven.

Vier jaar geleden verhuisde Le Petit Marais naar het topje van de heuvel en een rustieke nieuwbouw, waarin woning, restaurant en vier hotelkamers zijn ondergebracht. De eetzaal herbergt een beperkt aantal tafels, want Jean-Philippe Vanderschueren kan rekenen en koos voor een rendabele, personeelsarme formule. De enthousiaste, eigenzinnige en ludieke vrijgezel doet zo veel mogelijk zelf : ontvangen, koken, bedienen en wijnen serveren, behoren onder meer tot zijn dagtaak. Hij spreekt oprecht met zijn klanten, wars van bluf en wat hij zegt, is meestal correct. Het eetgebeuren heeft plaats tegen een achtergrond opgebouwd uit landelijke elementen, zoals donkere eik en natuursteen. Vanuit de eetzaal heeft men via vensters uitzicht op de wijnkamer, waar de meeste flessen nog in het karton steken. De wijnkaart is niet zo indrukwekkend als men verwacht, bestaat voornamelijk uit Franse wijnen en eigenlijk zijn vooral de wijnen uit de Côtes-du-Rhône, toevallig ook de lievelingsstreek van de baas, goed vertegenwoordigd. Er is een gevarieerde spijskaart met gerechten die vertellen dat de chef-kok openstaat voor mediterrane en Aziatische invloeden.

Wij besloten om het meteen goed te doen en bestelden het Menu Dégustation dat 45 euro kost, plus 27 euro voor de wijnen. Dat zijn voor Waalse begrippen gepeperde prijzen, waarvoor je superieure kwaliteit mag verwachten. Als aperitief was er een glaasje droge Saint-Véran (6,50 euro) en het proefmenu werd fout ingezet : op tafel kwam een ouderwetse kaassoes, bruingebrand en te machtig om als amuusje te functioneren, gevolgd door een troebele koriander- en garnaalbouillon en een hapje paprika met garnaal. Meer te spreken waren wij over de kwaliteiten van de Pinot Gris Grand Cru Zotzenberg 2000 van het Domaine Armand Gilg, een evenwichtige wijn met licht-frisse en exotisch kruidige geur en een volle ingetogen smaak met mooi zuurgehalte. De wijn was op z’n plaats naast de smakelijke ‘Praline van ganzenlever in krokante speculaaskruimels’, op het bord gebracht met vijgencompote en siroop van wijn en kruiden. Ontgoocheld waren wij dan weer door de Viognier, Vin de Pays d’Oc 2001, Domaine Terre Mégère, een wijn die er niet in slaagde om op te boksen tegen de krachtige eerste wijn. In het bord kwam lichtgerookte zeebaars met koriander, opgediend met een lelijke, smaakoverheersende stoverij van wortels in sojasaus. Gelukkig was er het hoofdgerecht, dat ons weer enthousiast maakte : rosé gebraden, succulent kalfsvlees van topkwaliteit op een bed van hard graangries, geparfumeerd met gekonfijte sinaasappelschil en truffel en opgediend met uiencompote en een emulsiesaus van groene mosterd. In het glas kwam een ‘sappige’ Cairanne 2001 van het domein Régis Boisson als gevaarlijke doordrinkwijn. Na het hoofdgerecht verscheen de kaasplank met een ruime keuze aan gerijpte kazen en een fruitige, kruidige en krachtige, rode Saint-Joseph 2000, Domaine Laurent Betton.

Deze wisselvallige maaltijd werd afgesloten met het nagerecht van de dag en dat was gebrande vanillecrème met verse ananas. Wij betaalden bijna 80 euro de man. Mijn tafelgenoot, voor wie de Belgische horeca nog maar weinig geheimen heeft, zei : “Hier kom ik in de zomer terug om op het terras te eten” !

pieter van doveren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content