Tabula rasa
Reacties : jp.mulders@skynet.be
Je hebt van die voorwerpen waaraan je vastgekluisterd zit terwijl je hun aanblik nog amper kunt verdragen. Ooit bulkten ze van liefde maar plots zijn het gluiperds geworden. Je kunt er geen afstand van doen omdat je ze kreeg van iemand met wie je je erg verbonden hebt gevoeld, maar die zonder waarschuwing zeer alledaags is verdampt. Soms zachtjes, veel vaker not with a whisper but with a bang.
Sluw en behendig als ze zijn, houden die voorwerpen zich in kasten en lades verborgen. Op de meest onverwachte ogenblikken springen ze in je gezicht. Via de oogzenuw banen ze zich een weg naar binnen en zuigen zich daar vast, als teken. Kwaliteit of textuur van zo’n voorwerp doet amper ter zake. Het kan een flauwe tekening zijn, gekocht op Montmartre op een zomerse dag in de lente van wat een goed wijnjaar zou worden, maar een annus horribilis voor de ziel. Het kunnen zwevende katten zijn, die debiel “meow” roepen van op hun beker. Samen gekocht in Canterbury, tijdens een verregende maar daarom niet minder memorabele vakantie. Zou zij de hare nog hebben, vraag je je af. Rust hij in een keukenkast die je onbekend is, tussen oude schuursponsjes en een vergeten fles Vim, als de toverbol waarmee de boze Saruman in Lord of the Rings contact houdt met de toren van Sauron ? “Te gevaarlijk voor jouw ogen”, zegt Gandalf als het voorwerp uit het puin van Isengard wordt opgevist. “Geef dat maar aan mij.” Soms wenste je dat je zo’n Gandalf in je vriendenkring had.
Wie al eens een pen op papier zet, is gedoemd die van opeenvolgende geliefden in haar diverse verschijningsvormen cadeau te krijgen. Je meest geladen voorwerp is dan ook niet toevallig een rollerball van het merk Omas. “Even duur als een Mont Blanc,” zei ze verlegen toen ze hem gaf, “maar ik vond deze aparter.” Je herinnert je je verbazing toen je het lederen doosje opende en daarin werkelijk het schitterende kleinood aantrof, gekocht met geld dat ze in die dagen niet op overschot had. Later overwoog je haar die pen terug te sturen, maar dat stond zo vijandig. Dus hield je ze maar en borg ze ergens op diep in een la. Om de zoveel maanden, bij voorkeur als je nietsvermoedend naar een envelop zoekt, schroeit ze je ogen met haar matte glans. Een heel seizoen lang heb je ze nonchalant in je binnenzak gestoken. Je leende ze gul uit, in de hoop dat ze je zo wel vanzelf zou verlaten. Enig resultaat was dat de inkt op een dag uitliep, en de voering van je jasje met een enorme vlek markeerde. Het lot is een flauwe plezante.
Soms raken voorwerpen op subtielere wijze besmet. Dat kan de stomste, meest zielloze dingen overkomen. Een wasautomaat van het merk Bosch bijvoorbeeld, die toevallig op de foto belandde toen je een kiekje van hààr maakte terwijl ze dromerig zat te plassen op het toilet er vlak naast. Voorgoed met haar verbonden, die machine, net zoals de magnetron die je door haar bediend zag. Zelfs supermarkten en bankverzekeraars ontsnappen er niet aan, als je weet dat zij er klant was.
Toen je onlangs de brandblusser in je auto verving, vond je daaronder een paar haren waarvan de kleur verdacht veel op de hare leek. Je hebt er lang naar zitten staren. Een paar dagen later kocht je een nieuwe auto, terwijl er aan de oude niets mankeerde. Een mens moest vaker tabula rasa maken, de harde schijf van zijn leven herformatteren. Doen wat in donkerder tijden gedaan werd : begraven wat de pestlijder droeg en waaruit hij dronk. Je spullen opstoken en verlost toekijken hoe ze als witte rook uit de schoorsteen kringelen. Alles nieuw kopen om uit je as te verrijzen in een maagdelijk pand, als een van wie het hebben en houden vernietigd is bij een bombardement.
Banken fuseren gelukkig en krijgen andere namen. Auto’s worden zeldzame oldtimers. Het Chinese restaurant waar je haar voor het eerst lang in de ogen hebt gekeken, is grondig verbouwd. Ze verkopen er nu chique dameskleren, zwart en spaarzaam in textiel. Je bent opgelucht als je het ziet. Helemaal haar stijl, is echter de gedachte die daar een milliseconde later even afstotelijk als onontkoombaar op volgt. Mocht dat niet zo zijn, dan wachten verderop wel parkjes, naamgenotes, restaurantjes en bekende Vlamingen over wie zij lang geleden meningen had. Zelfs die staan, in al hun onbenulligheid, in je herinnering gegrift. Buiten de tijd, waar zij de kracht van vuur trotseren. Where must we hide, when it comes from inside ? Je vraagt het je af, terwijl je best weet dat er veel erger bestaat. Leverkanker, verminkingen met zuur en schedeltrepanaties. Sekstoerisme en volkerenmoord. Aids en honger in Afrika. En al die andere boze dingen, waar je in kwadere dagen zo wonderlijk weinig troost in vindt.
JEAN-PAUL MULDERS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier