’t is proper

Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

?Ververij De Geest?, Hofleverancier, verft niet meer. Dat was 150 jaar geleden. Nu wordt er gestoomd, ontvlekt, gereinigd en gestreken : droogkuis, dus.

Lene Kemps

DE AMBASSADE VAN MEXICO vertrouwde hen voor de Tweede Wereldoorlog alle wandtapijten toe. En kwam ze pas na de oorlog halen. Ze waren er nog, intact en proper. ?We bellen en schrijven nalatige klanten?, zegt Benoît Hees. ?Toch gebeurt het dat stukken hier tot drie jaar blijven hangen. Zolang ze niet voor hygiëneproblemen zorgen, kan dat. Pas nog kwam een Iraans tapijtenhandelaar drie tapijten ophalen die hier twee jaar waren gebleven. Eenmaal terug in Iran kon hij het land niet meer uit, zei hij. Die dingen gebeuren.?

Het is een verhaal vol Benoîts. Benoît Hees is een vijfde-generatie-afstammeling van de stichter van het huis : Benoît De Geest. Samen met zijn jeugdvriend Benoît Cambier nam hij de zaak over in 1984, van zijn oom en vader. ?Ik deed op dat moment in informatica en Cambier in elektronische spelen?, aldus Hees. ?Maar de familiezaak heeft me altijd geboeid. Het is mooi deel uit te maken van een traditie van savoir-faire.?

De allereerste Benoît is een verver en noemt zijn zaak Aux Belles Couleurs. Wie in 1846 modieus wil zijn, verandert niet van stijl maar gewoon van kleur. Alphonse, de zoon van Benoît, legt de grondslagen voor de moderne firma : hij introduceert de ?droogkuis?, een onhandige benaming voor een revolutionaire manier van reinigen met stoom en benzine. Veel is sindsdien niet veranderd. ?De machines zijn moderner en milieuvriendelijker geworden?, zegt Cambier. ?Maar de basisprincipes zijn dezelfde gebleven. We werken met water, zeep of perchlorethyleen. En veel blijft handwerk.? Verven wordt ondertussen uitbesteed. ?Bij het einde van de Tweede Wereldoorlog hebben we nog kilometers panden geel, zwart en rood gekleurd?, zegt Hees. ?Belgische vlaggen waren niet meer te vinden en de mensen kwamen met lappen stof die ze nadien aan elkaar naaiden.?

Ververij De Geest is niet de goedkoopste. Een rondleiding door het huis maakt duidelijk waarom. Elk stuk wordt afzonderlijk bekeken en er is aandacht voor details. Een das wordt losgetornd om beter te strijken. Kapotte zomen worden hersteld. Zelf gaf ik hen een mantel met een ontbrekende knoop en kreeg hem met een gloednieuwe passende knoop terug. Er wordt gestreken tot alles tiptop is. De was wordt aan huis opgehaald en weer geleverd. ?Met een aangepaste machine kan een strijkster zo’n veertig hemden per uur doen. Wij doen er hooguit vier per uur, met een ouderwets strijkijzer?, zegt Cambier. ?Wat mij hierin boeit, is de eerbied voor het kledingstuk en de wil om goed werk te leveren?, aldus Hees. ?Als het een louter industrieel proces was, zou het mij niet interesseren. Soms zijn we een kwartier bezig met een kledingstuk, soms drie uur. De prijs blijft dezelfde.?

In een apart kamertje valt een dame de vlekken aan, vóór het kledingstuk gestoomd wordt. Veel vlekken worden immers gefixeerd door een droogkuisbehandeling. De dame is gewapend met spuitbussen vol speciale producten, met een stoompistool en een warmeluchtblazer. ?Er zijn uitstekende producten op de markt om thuis te ontvlekken?, aldus Cambier. ?Maar het probleem is dat u niet de juiste middelen hebt om de stof goed te drogen en het middel te absorberen. En dan krijg je vervelende bijverschijnselen : de vlek is weg, maar de kleur ook en er zijn van die lelijke aureooltjes.? De hardnekkige vlekken ? ?Inkt?, zegt de dame. ?Een pen die uitloopt in de binnenzak, verschrikkelijk.? ?Wijn?, zegt de ene Benoît. ?Fruit?, zegt de andere.

De Geest heeft een fichier van 38.000 klanten, maar die komen niet elke week langs met de vuile was. ?Kledingstukken die wij krijgen zijn haast altijd van bijzondere waarde?, aldus Hees. ?Per week krijgen we een tiental trouwjurken binnen en zo’n twee tot drie doopjurkjes, dingen die al generaties in de familie zijn. Het zijn meestal de bijzondere stukken die bij ons terechtkomen.?

Meer nog dan kleding worden er bij De Geest tapijten, zetels, gordijnen, kussens en zelfs binnenkanten van auto’s gereinigd. Met de hand, want die zet je niet zomaar even in een machine. ?Die sector groeit?, zegt Cambier. ?Wat logisch is. In tijden van crisis koop je niet meteen een nieuw salon, maar je laat het oude reinigen.?

Maakt de koning eigenlijk veel vlekken ? ?Voor het paleis doen we meestal meubels of gordijnen?, zegt Cambier. ?Ik ben er gisteren nog een fauteuil gaan poetsen. Af en toe brengt de chauffeur wel eens een kledingstuk, maar dat gebeurt niet vaak.?

De Geest, tel. (02) 344.13.68, depots in Antwerpen, Gent en Namen

Benoît Hees (l.) en Benoît Cambier : Elk stuk wordt apart en in detail behandeld. Soms zijn we er een kwartier mee bezig, soms drie uur. De prijs blijft gelijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content