SURF & THE CITY

Filip Van Moerkercke (links) en John Roan : "We willen de surfcultuur van hier tonen. Niet die van Californië." © Fred Debrock

Soms vraag je je als journalist af of je wel objectief naar een interview trekt. Als je vorig jaar vier concerttickets voor Arsenal kocht, een gat in de lucht springt bij het zien van een golf en dan de helft van de band gaat interviewen over zijn nieuwe surfshop in Antwerpen bijvoorbeeld.

Nee, ik kan u geen objectiviteit beloven. Wel een ritje naar surfland. U hoeft er niet eens voor naar een buitenlandse kust te rijden. Op het einde van de Nationalestraat in Antwerpen openen Arsenalfrontman John Roan (44) en Filip Van Moerkercke (40) de eerste citysurfshop in België. Er bestaan geen officiële cijfers bij ons, maar surfreisorganisator BoardX liet vorig jaar wel aan Knack Weekend weten dat het zijn aantal gasten de voorbije twee jaar zag verdubbelen. “De sport is aan het opkomen en in de grote steden overal ter wereld gaan citysurfshops open”, vertelt Filip, al vijftien jaar manager en vriend van John.

Filip surft al sinds hij klein was, John doet het anderhalf jaar. “Ik was geen liefhebber van strandvakanties, mijn vrouw en kinderen wel. Filip heeft me in de sport getrokken en nu doen we niets anders dan op reis gaan naar de zee.” Vrouw en kinderen surfen intussen ook. “Er komt zoveel bij die sport kijken, kleine ervaringen die allemaal samen opgeteld een gevoel van extase geven”, zegt Filip. “Het moment bijvoorbeeld dat je de golven nog niet kunt zien, je rijdt of stapt ernaartoe vol spanning. Zullen ze er zijn of niet ? Halleluja als je ze ziet breken.” Bijna als een kind in een snoepwinkel.

EFFICIËNTIE NUL OP TIEN

Surfen is een microbe, het kruipt in je lichaam en geest. De wind en de zee betoveren. Eenmaal besmet is er geen ontsnappen meer aan. Vraag aan tien surfers wat ze zo fantastisch vinden aan de sport en negen op de tien antwoorden iets over de wind in je gedachten. Over emptyness. Onbeschermd en tegelijk in de cocon van de natuur. Dat is ook waar de naam van hun winkel Haven naar verwijst : Engels voor ‘schuilplaats’. “Soms lig je een half uur te wachten, jij tegen de hogere krachten.” Het is alsof de wind en de zee het dan overnemen en alle ruis in je hoofd wegwaaien. “En dan komt dat ene moment. Je staat amper drie seconden overeind en je voelt je de koning van de wereld. Efficiëntie : nul op tien, en toch zijn die drie seconden dat half uur waard”, zegt John.

Wie niet geïnteresseerd is in surfmateriaal, kan ook gewoon gaan kijken. Naar de zeilkaarten die er aan de muur hangen. Of luisteren. Filip en John bemannen de winkel zelf, en Haven zit vol verhalen. Dat van Angelo bijvoorbeeld, de shaper (surfbordenreparateur) uit Blankenberge. Die tekent zijn eigen planken, meestal met slechts één lijn op. “Waarom zou je een dure plank kopen die in China geproduceerd werd als er hier zoveel mooie dingen gemaakt worden ?”, zegt Filip. In de rekken hangen ook geen wetsuits van bekende merken zoals O’Neill of Billabong. “Die vind je tegenwoordig overal,” zegt Filip, “wij willen net tonen dat er meer aanbod is dan the usual suspects.”

Wat hangt er dan wel ? Onder meer het pas opgestarte Nche, een wetsuitmerk opgericht door drie surfers. Onder hen Mic Eaton, een modeontwerper die nog bij bvba 32, het bedrijf achter Ann Demeulemeester heeft gewerkt. De markt van wetsuits is als een zee vol haaien. De grote labels zijn geneigd om jonge nieuwkomers op te eten. En dan zijn er nog het moeilijke materiaal en de ingewikkelde manier van naaien (nee, er mag écht geen water door). Een eigen merk starten is een gedurfde zet. Maar er is vraag naar. Want surfers zijn de klassieke wet-suits (die allemaal op elkaar lijken) beu gezien en gedragen en ze verwachten bovendien pakken die langer meegaan dan twee jaar.

Nog in de rekken : mannenmode. Denkt u daarbij aan teenslippers en kniebroeken met zakken aan de zijkant ? Als we door de kleren snuffelen, valt één ding op : dit zijn mannen met smaak. Ze gaan met hun vrouw shoppen in de Marais in Parijs, ze weten wie Isabel Marant is. Ze kennen de wegen naast de herenafdelingen van Zara of Cos. “Wij zijn geïnteresseerd in mooie of unieke dingen, ja”, zegt Filip. “Een passie die we delen.” John Roan lanceerde begin dit jaar zijn eigen lijn Sui handkerchiefs, gemaakt van biologisch katoen en geïnspireerd door zijn aversie tegen papieren zakdoeken, “omdat ik erdoor snuit”.

Achter de kassa in een surfshop, oprichter van een zakdoekenlijn… moeten we ons zorgen maken over het voortbestaan van Arsenal ? Hendrik Willemyns, die andere Arsenalspits, liet eerder zoiets uitschijnen. “Hendrik zei vooral dat Arsenal een hoofdstuk afgesloten heeft en zich bezint over de toekomst. Na de release van een plaat liggen wij een periode stil, dat is altijd al zo geweest.”

Meer dan een jaar zijn ze bezig geweest met het uitzoeken van kledinglabels die surf & style uitstralen. Het verhaal achter Oh Dawn uit Kopenhagen illustreert goed de filosofie. Dat Deense merkje werd opgericht door jonge surfers uit een land dat niet echt bekendstaat om zijn surftraditie. In een stad waar je op een halfuur rijden van het centrum in de zee kunt liggen. Ze voelden geen connectie met de Californische, zongebrande surfers in flashy shorts en lanceerden een kledinglijn in Scandinavische stijl. “Het heeft geen zin om de LA-style naar hier te brengen, dat werkt hier niet. Europeanen zijn anders”, zegt Filip, die elke kans grijpt om in eigen land te gaan surfen. “Het is te weinig geweten dat we hier bij ons ook perfect kunnen surfen.”

En het beste van al : iederéén kan surfen. Er staat geen leeftijd op. “Je moet er wel wat voor oefenen”, nuanceert John. Hij heeft gelijk. Surfen is ploeteren, vechten, vallen en weer opstaan. “Maar ook dat is net de uitdaging. Ik ben een koppig-aard. Hoe dikwijls heb ik niet gedacht ‘Zie mij hier nu sukkelen op mijn 41ste’.”

TSJAK, TSJAK, TSJAK

Er beweegt iets in de surfwereld. Er is een tendens naar minder competitiviteit. Beeld u een klassieke surffoto in en wat ziet u ? Een indrukwekkende hoge golf, een surfer op een klein bord met scherpe punt, Calimero tegen het geweld van de zee. Maar er is een nieuwe onderstroom. “Om te kunnen surfen zoals de pro’s – tsjak, tsjak, tsjak – hoeken maken in het water, moet je jarenlang oefenen”, vertelt John. “Ze surfen op kleine, smalle borden en dat is bijna onmogelijk.” Surfen op een lang bord is veel makkelijker en longboarders winnen aan populariteit. Die doen niet aan tsjak, tsjak, tsjak, die glijden meer op de golven. Ze tiptoeën over hun bord, ze lopen heen en weer, alsof ze dansen op het water. Ze gaan niet per se voor de grootste golf of zogenaamde barrels om door te surfen.

Hun stijl, longboarding, wordt ook steeds vaker vastgelegd door fotografen. Een goed voorbeeld is Wouter Struyf, een jonge Belgische fotograaf met een pak volgers op instagram onder de naam @fooliage. Struyf is de eerste naam die mag exposeren op het kunstenplatform in de winkel. Elke maand krijgt een ander talent er de kans om werk te tonen. Struyf maakt geen foto’s van big waves of pipelines, hij zoekt liever rimpels op het water op. Zijn werk is een frisse wind in de wereld van surffoto’s. En hetzelfde geldt voor Haven. “We willen de surfcultuur van hier tonen. Niet die van Californië.”

www.havensurf.com, Nationalestraat 162

Door Veerle Helsen & Foto’s Fred Debrock

“Ik ben een koppigaard. Hoe dikwijls heb ik niet gedacht ‘Zie mij hier nu sukkelen op mijn 43ste’.” – Arsenalzanger John Roan

Longboarders winnen populariteit. Ze doen geen spectaculaire stunts. Ze tiptoeën over hun bord, ze lopen heen en weer, alsof ze dansen op het water

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content