In de openingsscène van de Monty Python-film The Meaning of Life komen kantoorbedienden, die worden afgebeuld als galeislaven, in opstand. De muiterij lukt en de bedienden lichten het anker van hun ouderwets kantoorgebouw om als piraten the seas of high finance af te schuimen. Ze enteren moderne wolkenkrabbers en jagen yuppies de stuipen op het lijf. Ik denk vaak aan die grappige scène als ik in Manhattan langs de Flatiron passeer. Dat gebouw zou het perfecte admiraalsschip zijn voor een vloot van kantoorgebouwen. “Het lijkt op me af te komen als de boeg van een monster-oceaanstomer”, zei de fotograaf Alfred Stieglietz verrukt in 1902, het jaar waarin de Flatiron werd voltooid.

Met zijn 21 verdiepingen is het gebouw naar hedendaagse normen een kleine pruts maar toen was het het hoogste van New York. Het heeft nog altijd de originele m’as-tu-vu-allures. Je kunt er niet naast kijken. Het ligt op het punt waar Broadway, Fifth Avenue en de 23ste straat samenkomen en lijkt een dunne spie van een gigantische roomtaart. Of ook wel een ouderwetse futuristische fantasie. Met zijn krullerige Beaux-Arts-gevel en de terracotta engelen en het wapenschild op zijn dak, is het een van de meest gefotografeerde gebouwen van de stad. De beroemde Stieglietz maakte er honderden foto’s van en verhuisde in 1905 zijn galerie om er dichtbij te zijn. De wijk rond de Flatiron was toen the place to be voor kunstenaars, een beetje zoals Chelsea vandaag. Het gebouw keek uit over de siertuinen en promenades van Madison Square-park. Overdag krioelde het in de straten rondom van voetgangers, koetsen en paarden en de eerste auto’s. ’s Avonds wierpen gaslantaarns hun flakkerend licht op de elegante, op Parijs geïnspireerde gebouwen rond het park. Op een daarvan stond een verlicht bord dat trots beweerde: ” The Center of the United States – Here”.

Voor de jonge architect Daniel Burnham was het een droomplek om er zijn experimentele skyscraper neer te zetten. De techniek om het gewicht van een gebouw te laten dragen door een geraamte van staal en pilaren in plaats van door bakstenen muren, stond nog in zijn kinderschoenen. Met bakstenen was tien verdiepingen de limiet. Ging je hoger, dan moesten de muren onderaan zo dik zijn dat je veel ruimte en licht verloor. Met een stalen skelet kon je de muren, ook aan de voet van het gebouw, verbazingwekkend dun houden. Het idee was ontleend aan de grote bruggenbouwers. Een wolkenkrabber is in feite een stalen brug op haar kant gezet. Architecten wisten toen al dat ze honderd verdiepingen en hoger konden gaan. “Maak geen kleine plannen; ze hebben niet de kracht om het bloed van de mensen op te stuwen”, schreef Burnham. Met de Flatiron gaf hij New York een adrenalinestoot. Het gebouw heette eigenlijk Fuller Building, maar de gelijkenis met een flatiron – een ouderwets strijkijzer – was zo frappant dat iedereen het meteen zo noemde.

Veel New Yorkers waren sceptisch over de ‘wolkenkrabber’. Geruchten deden de ronde. Het gebouw zou omvergeblazen worden tijdens de eerste storm, het zou spoedig ineenzakken onder het eigen gewicht. Aanvankelijk waagden weinigen zich in het observatorium en restaurant op het dak. Maar de magie van een plek in het hart van de stad, waar je op een heldere dag de bossen van New Jersey en de stranden van Coney Island kon zien, was onweerstaanbaar. Het Flatiron-dak was spoedig de populairste trekpleister van de stad. Getuige daarvan zijn de tientallen souvenirs en de meer dan vijfhonderd postkaarten die in de New-York Historical Society te zien zijn in een tentoonstelling ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de Flatiron. De populairste postkaarten waren gewaagd, toch voor deftige familiekringen van toen. Ze tonen mannen die likkebaardend kijken naar de enkels van dames wier lange rokken door de felle wind rond de Flatiron worden opgetild. Op sommige postkaarten staan ook agenten die de enkel-voyeurs met matrakken wegjagen. De scènes schijnen historisch correct te zijn. Zoals zijn grotere broers, de Empire State Building en het World Trade Center later, was de Flatiron berucht om zijn windtunneleffect. Een krantenartikel op de tentoonstelling beschrijft het fatale lot van een loopjongen die in 1903 tijdens een storm voor de Flatiron van het voetpad werd geblazen en onder een auto terechtkwam. Dan had een buurman van mij meer geluk. Hij kwam er vanaf met een gebroken been toen hij tijdens een storm tussen de WTC-torens door een tornadoachtige wind werd opgelicht en tegen de grond gesmakt.

De Flatiron bleef vijf jaar lang het hoogste gebouw van New York. De wedloop naar de hemel eindigde met het WTC. Voor veel New Yorkers blijft de Flatiron het mooiste en bizarste gebouw van al. In de New-York Historical Society hangen cartoons van de Flatiron als strijkijzer, stoomschip, taartpunt en buikdanseres. Geen enkele andere hoogbouw in de stad werkt zo op de fantasie. Stieglietz schreef zelfs in vervoering: “De Flatiron is voor de VS wat het Parthenon was voor Griekenland.”

Jacqueline Goossens

Vanuit New York

‘Building on the Flatiron. The Century of a New York Icon’, tot 16 augustus 2002, New-York Historical Society, Two West 77th Street, New York

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content