Jo Blommaert Illustratie Sandra Schrevens

?Wel, mevrouw, u wil dus in de politiek gaan. Uw eerste opdracht, en niet de makkelijkste, bestaat erin campagne te voeren. Maak u geen illusies. Als u er aantrekkelijk uitziet, zal men u dat kwalijk nemen. Als u er niet aantrekkelijk uitziet, zal men dat ook doen. Wéét dat men altijd een oordeel over u klaar zal hebben. Als u te zelfzeker bent, zal men u verdacht vinden. Als u niet zelfzeker genoeg bent, zal men dat ook vinden. Uw privé-leven zal uitgevlooid worden, uw verleden onderzocht. Want, zoals Pierre Mendès France zei : men kruipt de klimmast niet op met een vuile onderbroek aan.?

Zo begon de open brief van Françoise Giroud die een paar weken geleden in het weekblad Le Nouvel Observateur verscheen en gericht was aan vrouwen met politieke ambities. Aanleiding was de beslissing van de Franse socialistische partij om bij de volgende parlementsverkiezingen 30 procent van de plaatsen op hun kieslijsten voor vrouwen te reserveren. Editorialist Jean Daniel was zo onder de indruk van deze roekeloze daad, dat hij prompt plaatsmaakte voor Françoise Giroud, die als gewezen minister vast wel iets zinnigs te zeggen zou hebben over dit in Frankrijk zeer actuele thema.

Sinds enkele maanden wordt er inderdaad bij onze zuiderburen driftig gedebatteerd over de aanwezigheid of beter afwezigheid van vrouwen in de politieke arena. Aan de vooravond van het jaar 2000 is men daar namelijk tot de constatatie gekomen dat welgeteld 5,5 procent van de leden van de Assemblée (het parlement) vrouw is. Dat is niet alleen een lager percentage dan de vorige jaren, het betekent ook dat Frankrijk op dat gebied aan de staart van de geïndustrialiseerde landen bengelt. Zelfs Kameroen doet het beter.

Over de vraag hoe het zover is kunnen komen en over de manier waarop aan dat euvel dient te worden verholpen, wordt nu in de media fel gediscussieerd. Het gekke is dat je bij sommige debatten een déjà vu-gevoel krijgt. Of het opleggen van aantallen zinvol dan wel dwaas is, is een vraag die wij allang achter de rug én in zekere zin beantwoord hebben. ?Dat ze daar in Frankrijk nog wakker van liggen?, denk je dan, ook al ontbreekt verder elke reden om fier op de eigen borst te slaan.

Anderzijds is de losgebarsten verontwaardiging zo groot dat er ook heel wat radicalere voorstellen worden gelanceerd. Zo moet er volgens sommigen een referendum komen om aan de bevolking te vragen of ze ermee akkoord gaat dat in de verkozen organen evenveel mannen als vrouwen moeten zetelen, en in het kielzog daarvan moet er een grondwetswijziging komen waardoor die gelijke (paritaire) vertegenwoordiging verplicht wordt gemaakt. Er bestaat zelfs een voorstel om kieslijsten samen te stellen die bestaan uit koppels (een man én een vrouw) in plaats van uit individuen : wie op een man stemt, heeft dan onvermijdelijk ook een vrouw aan zijn of haar been.

De respectabele feministe Elisabeth Badinter vindt dit laatste voorstel ronduit een aberratie. ?Op die manier behandel je vrouwen als een bedreigde soort?, zegt ze in een interview met (alweer) Le Nouvel Observateur. ?Overigens, wie of wat vertegenwoordigen die koppels ? Vertegenwoordigen de mannen alleen de mannen en de vrouwen enkel zichzelf ? In de politiek moeten vrouwen zowel als mannen de hele bevolking vertegenwoordigen, zonder onderscheid van ras, religie of geslacht.?

Ook de andere voorstellen vinden in haar ogen geen genade. ?Het feminisme is weliswaar de grootste revolutie van onze tijd, maar het is een langzame revolutie. Je kan de mannen niet dwingen met stokslagen, maar alleen proberen hen te overtuigen op basis van principes als universalisme, rechtvaardigheid, verdiensten en bekwaamheid.?

Om dezelfde redenen en allicht ook als echtgenote van de al even respectabele Robert Badinter, die bijna tien jaar voorzitter was van het Franse Grondwettelijk Hof, acht ze een grondwetswijziging uit den boze. ?Ik weet niet of een massale vertegenwoordiging van vrouwen in het parlement mijn leven als vrouw veel zal veranderen?, zegt ze. ?Maar ik ben er wel zeker van dat wanneer de pariteit via een grondwetswijziging wordt opgelegd, mijn leven als burger bedreigd wordt. Vrouwen zijn niet de enige slachtoffers van de samenleving, ook de anderen zullen hun deel opeisen, en dan beland je in een samenleving die enkel nog uit verschillende getto’s bestaat.?

Is Badinter het dan niet eens met de doelstellingen van de nieuwe feministen die zich nu onder de koepel paritaires verzamelen ? Tuurlijk wel, ze vindt het de hoogste tijd dat vrouwen over de politieke grenzen heen in actie treden om iets aan die ziekelijke toestand te doen, maar ze is het niet eens met de manier waarop de patiënt moet worden genezen. ?De paritaires willen alles en wel nu meteen. Ik wil beginnen bij het begin en stap voor stap vooruitgaan, waarbij we partijen en regering zover moeten krijgen dat ze op vrijwillige basis maatregelen nemen.?

Ze betreurt ook dat de mobilisatie zo laat op gang is gekomen. ?De feministen hebben twintig jaar op hun lauweren gerust. Ze zijn eindelijk wakker geworden.? Dit zeer laattijdig offensief van de vrouwen vergoelijkt het feit niet dat mannen hen op een niet te rechtvaardigen manier de toegang tot de politiek hebben ontzegd, aldus Badinter. Evenmin ontkent ze dat voor vrouwen die het proberen de politiek vol valkuilen zit. Maar toch, de vraag is onvermijdelijk en voorspelbaar : willen vrouwen wel in de politiek ? En even voorspelbaar is het antwoord : ?De manier waarop het politieke leven wordt georganiseerd, is een belemmering voor vrouwen met een dubbele dagtaak. Wie aan politiek wil doen, heeft vrije tijd nodig. Vrouwen hebben die niet.?

Volgt de problematiek van de taakverdeling in het huishouden, maar ook dát refrein kennen we al.

Misschien gelukkig voor Simone de Beauvoir dat ze dit niet allemaal nog eens moet meemaken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content