Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

Hij is met zijn 24 jaar erg zelfverzekerd. Op z’n dertigste wil hij met zijn mannencollectie de wereld veroverd hebben, zegt hij. En dan heeft hij genoeg humor om daar luid mee te lachen. Zijn logo is een sfinx en zijn motto is ?langzaam, maar hard ertegenaan?. De ambities van Stijn Helsen.

Lene Kemps

Van zijn vrouwencollectie houd ik niet zo, beken ik. Maar zo theatraal en grande dame als die stukken soms zijn, zo doordacht en afgemeten is zijn mannenlijn : strakke, op het lichaam gesneden pakken, aangevuld met tijdloze stuks als overjassen en carcoats. Traditionele uitstraling, moderne vormgeving.

?Theatraal ? Je hebt het waarschijnlijk over mijn avondkleding voor dames?, zegt Stijn Helsen. ?Daar kan ik me inderdaad helemaal in uitleven. Die jurken zijn met de hand gemaakt en soms ben ik er tot diep in de nacht aan bezig. In die lijn ga ik ver, maar dat is omdat ik weet dat dames meer openstaan voor excentriciteit en creativiteit. Naast die handgemaakte kleding heb ik trouwens ook een perfect draagbare lijn voor dames. Helemaal niet ingewikkeld of gewaagd, maar gewoon mooie tailleurs in modische stoffen.?

De vrouwencollectie wordt voorlopig uitsluitend in de familiezaak Helsen Tailors in Hasselt verkocht. De mannencollectie wordt vanaf deze zomer wereldwijd verdeeld. ?We hebben de mannenlijn eerst twee seizoenen in de winkel uitgetest en de reacties waren positief. Nu beginnen we aan de internationale distributie. Debuteren met een mannencollectie is iets eenvoudiger dan met een vrouwenlijn. Dames verlangen een uitgebreid en divers aanbod : tailleurs, broekpakken, jurken, shorts… Een mannenlijn is overzichtelijker, en makkelijker te controleren.?

Is het moeilijk een collectie op de markt te brengen als je naam niet wereldwijd gekend is ?

Het vraagt enige overtuigingskracht, maar voor het eerste seizoen heb ik mooie winkels. In België bijvoorbeeld Wellens. Joseph in Londen, dat is toch niet niks. Ik heb pas een fax gehad van Onward Kashiyama, Japan is dus geïnteresseerd. Ik heb zelfs een verkooppunt in Kinshasa, al heb ik geen idee wie het daar gaat kopen.

Ik denk dat mijn product geen label nodig heeft omdat het voor zichzelf spreekt : de pasvorm is goed, de stoffen zijn mooi en de prijs is meer dan correct. Een driedelig kostuum heb je vanaf 24.000 frank. Ik wil per se democratische prijzen handhaven omdat ik in de comeback van het pak geloof en ook jonge mensen de kans wil geven er een te kopen.

We schrijven het al jaren : het pak is terug, maar daar is weinig van te merken.

Toch toch. In Londen herleeft Savile Row, een nieuwe generatie ontdekt het maatwerk en vindt de weg naar de tailor. In Milaan staat men aan te schuiven voor een gestroomlijnd pak van Gucci. Bij ons in de winkel stellen we het ook vast : jongemannen die vroeger nooit over de vloer kwamen, doen dat nu wel en vragen naar een pak. Het bcbg-uniform jeans en kostuumjasje heeft afgedaan. Het is óf een kostuum, óf casual, maar niet iets wat tussenin hangt.

Ik merk het ook aan de reacties, wanneer ik een van mijn pakken draag. Goed, af en toe word ik wel eens raar bekeken, zo van : wie denkt hij wel dat hij is. Maar de laatste tijd krijg ik steeds vaker complimenten. Er beginnen vragen te komen : tiens, waar heb je dat pak gehaald, zit dat makkelijk, kan dat ook met een polo onder in plaats van een hemd… Dat is een teken van belangstelling.

Weet je wat het is, de meeste mannen zijn niet meer gewend om een pak te dragen. Ze associëren het met onaangename situaties : sollicitatiegesprekken, examens, saaie diners, dat soort dingen. Ze denken ook altijd dat ze zich in een pak stijf moeten gedragen, terwijl ik soms helemaal vergeet dat ik een kostuum aanheb. Als ik uitga, bind ik het jasje gewoon rond mijn heupen. Als het een super 100-kwaliteit is, zijn die plooien er ’s morgens weer uit. Op mijn persfoto’s ga ik nadrukkelijk op de grond liggen om die boodschap duidelijk over te brengen : dit zijn kostuums die tegen een stootje kunnen ! (luide lach)

Ik voel dat er een ommekeer is. Als je hen informatie geeft en vooral als ze het pak eenmaal gepast hebben, dan zijn de meeste mannen overtuigd.

Ik hoor het woord ?opvoeden? eraan komen.

Opvoeden klinkt zo pretentieus en schoolmeesterachtig. Maar het is wel zo dat kledinggewoontes kunnen aangeleerd worden, dat je een kledingcultuur kan kweken. Onze vaders droegen allemaal een mooi pak, een deftige overjas en een hoed. Waarom zouden wij er ons dan niet goed in voelen ?

Sommige mannen vinden die traditionele kledingregels niet meer van deze tijd.

Ik pleit voor de comeback van het pak, maar ik ben allesbehalve traditioneel ingesteld. Zelf draag ik soms een jeansjasje, zware schoenen, of een sportief hemd onder een klassiek pak. De zogezegde regels en voorschriften moet je links laten liggen, vind ik. Je goed voelen en je eigen stijl ontwikkelen, is het belangrijkste.

De wereld van de klassieke mannenpakken stelt zich vaak elitair op, als een universum vol geheimen, uitsluitend toegankelijk voor kenners. Dat is fout. Die houding schrikt veel mannen af. Weet je, de best geklede mannen zijn degenen die gewoon zichzelf zijn. Ken je Kiton ?

Ja, dat zijn wondermooie en ook peperdure handgemaakte pakken uit Napels.

Wel, de grote baas van Kiton, Cire Paone, is een goed voorbeeld van een man met een persoonlijke stijl omdat hij zijn kostuums draagt zoals hij wil. Hij loopt ermee in de regen, hij steekt zijn handen diep in zijn zakken, de kraag van zijn hemd zit scheef. En hij ziet er schitterend uit. Omdat hij gewoon zichzelf is.

Mijn agent in Duitsland, Thomas Kirkwood, is net dezelfde. Hij speelt met kledingcodes en voorschriften. Niet dat hij er extravagant uitziet, hij ziet er… zichzelf uit. Het komt altijd op hetzelfde neer : genoeg zelfvertrouwen hebben om persoonlijkheid in je kleding te leggen.

Maar niet elke man kan dat, vermoed ik.

Elke man kan het leren. Je moet leren bewegen in zo’n pak, je moet jezelf erin vinden, maar iedereen kan dat. Italianen hebben natuurlijk een streepje voor, die groeien op in een andere cultuur en krijgen wat meer ?vestimentair zelfvertrouwen? mee. Engelse mannen hebben het iets makkelijker omdat ze op het werk nog steeds een pak moeten dragen en er dus veel natuurlijker mee omgaan. In Londen lopen jonge mannen in driedelige krijtstreep op straat. En dat heeft wel iets.

Jij hebt natuurlijk ook een en ander van thuis meegekregen.

Mijn grootvader en vader zijn kleermaker. Ik ben opgegroeid in de winkel. Dan krijg je automatisch veel mee. Ik heb het vak uiteraard moeten leren. In de kleermakersschool in Luik, door stages in Milaan en Londen. Maar ik had al bagage voor ik eraan begon.

Heb je het makkelijker omdat je Helsen Tailors achter je hebt ?

Een jonge ontwerper die niet van thuis uit in de mode zit, moet van nul beginnen. Ik heb via de zaak al een introductie bij stoffenleveranciers en fabrikanten. Als die jonge ontwerper zijn collectie geproduceerd krijgt, is hij niet zeker van zijn omzet. Ik weet ongeveer hoeveel ik via de winkel kan verkopen en heb dus al een basis. Ik zit met veel minder onzekerheid. Langs de andere kant is Helsen Tailors geen liefdadigheidsinstelling. Mijn broers kopen mijn collectie aan omdat ze marcheert. De dag dat Stijn Helsen niet meer verkoopt, gooien ze me zonder pardon buiten.

Welke basisgarderobe raad je iemand aan ? Welke kledingstukken moet een beginner met beperkt budget zich aanschaffen ?

Als ik een jonge gast binnenkrijg van zo’n twintig jaar die nog nooit een pak heeft gekocht, dan stel ik meestal voor om te investeren in een goede blazer. Marineblauw als het klassiek moet, zwart als het iets modischer mag. In een tussenkwaliteit van stof, zodat hij dat jasje het hele jaar door kan dragen. Met zilveren knopen als hij dat mooi vindt, of effen knopen, dat is meer passe-partout. Bij die blazer kan hij als zijn portemonnee het toelaat enkele broeken kopen. Twee, om te kunnen afwisselen. Als eerste pak zou ik een grijs pak aanbevelen, misschien in het nieuwe materiaal met stretch, daar kan je overal mee komen. Later, als tweede pak, zou ik een klassiek motief voorstellen : een krijtstreep of Prins Van Wales-ruit. En één hele mooie overjas. Meer heeft een man niet nodig.

Stijn Helsen, tel. (02) 646.65.42 bij Giacomo Arturo.

Stijn Helsen (met blond haar) : Mannen moeten opnieuw leren bewegen in een pak, je moet er jezelf in vinden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content