Celebrity’s liggen onder vuur, maar ondertussen kennen we hen vaak beter dan onze eigen buren. Mediadocente Hilde Van den Bulck en haar medewerker Sil Tambuyzer schreven er een verhelderend boek over. Schuilt er in het privéleven van de sterren toch meer dan toiletlectuur ?

Is de celebritycultuur op haar retour, zoals trendwatchers tegenwoordig verkondi-gen ? Komen de grillen van Paris Hilton en de inflatie aan non-talent ons de strot uit ? En beleven we een nieuwe verlichting, ten voordele van mensen die echt iets te zeggen hebben, de mening van de hoofdredacteur van het Britse Viewpoint Magazine Martin Raymond ?

De celebritysupermarkt, het nieuwste boek van mediadocente Hilde Van den Bulck en Sil Tambuyzer (Universiteit Antwerpen), suggereert het tegendeel. Het beschrijft niet alleen uitvoerig de machinerie áchter de celebrity’s en hun commerciële waarde voor de mediasector, maar ook hoe de berichtgeving steeds meer focust op hun privéleven. In tegenstelling tot hun professionele carrière, die slechts op specifieke momenten nieuws biedt, kunnen media haast dagelijks celebrityroddel brengen, en de nieuwtjes worden zo verslavend verpakt als de gemiddelde tv-soap – meerdere verhaallijnen en cliffhangers inbegrepen.

Van den Bulck gaat echter nog een stap verder. Al dat geroddel zet immers ook ethische, sociale en politieke kwesties op de agenda. Het moederschap van Britney Spears, Madonna’s adoptie-uitstapje naar Malawi en andere gebeurtenissen in ‘Celebville’ zijn volgens Van den Bulck de toetssteen van de waarden en normen in de samenleving – en dus allesbehalve de overbodige faits divers waar critici ze voor verslijten.

Bij die vermeende celebritymoeheid heeft de professor in de communicatiewetenschappen dan ook de grootste twijfels : “Een krant die daarover schrijft, bevat enkele bladzijden verder gewoon een roddelrubriek. En dezelfde media die destijds de manipulatieve krachten van Paris Hilton en haar management bekritiseerden en zelfs besloten om niet langer over haar te berichten, bleven wel de ondergang van Britney beschrijven. Zulk nieuws verkoopt nu eenmaal, en het economische heeft vaak het laatste woord.”

Naomi Klein en de No Logo-beweging krijgen dus geen vervolg ? In het licht van de financiële crisis vormen rijke sterren toch het uitgelezen mikpunt ?

Hilde Van den Bulck : Ook het publiek is daar gespleten in. We houden van een antiheld en iemand die zegt : “Ik draai niet mee in die mallemolen.” We vinden het cool dat bepaalde sterren weigeren met privénieuws naar buiten te komen, en we schimpen op decadentie. Maar zelfs de strengste criticus stopt niet met lezen als een interview met een grote ster plotseling niet meer over zijn nieuwe film, maar over zijn nieuw lief gaat. Je hoeft trouwens geen cynicus te zijn om in No Logo de beste brandingstrategie in jaren te zien. Wat begon als een oprechte daad van verzet tegen merken en de consumptiecultuur, is in bepaalde milieus nu gewoon salonfähig. Een grote maatschappelijke beweging kwam er niet. En misschien komt het er ook niet zozeer op aan om de celebritycultuur te bevechten, maar om die beter te doorzien.

Dat doen we toch ? U schrijft zelf dat het publiek de pr-stunts doorziet en beseft dat veel bekenden geen verdienste hebben.

Het publiek is niet dom. Mensen doorzien veel van de constructie. We weten dat Hilton vooral in het nieuws komt omdat zij en haar management de kunst verstaan om in het nieuws te komen. Dat is haar belangrijkste kwaliteit, en toch smullen we ervan. Want celebrity’s zijn ook entertainment. Vergelijk het met een film : je weet dat het fictie is, je kent de narratieve technieken en de kneepjes, en toch zit je te snotteren. Maar de celebritycultuur is een samenspel van veel factoren, en je mag celebrity’s niet over één kam scheren. Er zijn soorten sterren en meerdere wegen naar bekendheid.

Ondertussen worden helden en rolmodellen schaars. In celebrityroddel maakt iedereen wel eens een slechte beurt.

De gebreken van celebrity’s storen ons niet – we zijn zelf niet perfect en verwachten dat ook niet van hen. Wel verwachten we dat ze daarnaast iets hebben wat wij niet hebben, iets waarvoor we hen kunnen bewonderen. Soms gaat dat om grote of kleine heldendaden : Kylie die kanker overwon met de glimlach, Paul Newman die zich echt om de minderbedeelden leek te bekommeren. In andere gevallen hebben we vooral respect voor vakmanschap, zoals bij Al Pacino of Jack Nicholson, ondanks diens reputatie als vrouwenverslinder. We bewonderen celebrity’s wel degelijk, en we onderscheiden holle aandachtstrekkers ook van wie echt iets verwezenlijkt lijkt te hebben. We zijn best streng.

Waarom is de toon van celebrityroddel zo vaak moraliserend, seksistisch en conservatief ?

Commercie speelt een grote rol, maar je mag niet overdrijven. De media zijn ook erg vergevingsgezind. Denk aan het druggebruik van Kate Moss : op zeker moment leken haar carrière en voorbeeldrol voor miljoenen vrouwen voorbij. Maar ze toonde berouw en hop, media en publiek vergaven het haar. Haar blijvende feestneuzerij levert terug mooie plaatjes op. Of neem Daisy Van Cauwenbergh en haar vermeende betrokkenheid bij fraude door haar man. Ze miste er zelfs contracten en representatiejobs door, maar ondertussen loopt ze alweer in de kijker. Met wat geluk werkt het zelfs in haar voordeel. Kate Moss is na haar heropstanding zo mogelijk nog bekender dan voordien en ze verdient ook een pak meer.

Hindert die commerciële logica het maatschappelijke debat niet vooral, in plaats van het te bevorderen ? Helpt schandaalzucht ons een standpunt in te nemen ?

We leven in een tijd waarin we niet langer aanvaarden dat grote instituties zoals kerk en staat ons de les spellen. Mensen vormen graag zelf hun oordeel, hun waardenpatroon en hun levensstijl. Daarbij doen ze een beroep op allerlei bronnen, ook celebritynieuws, met alle koppige stereotypen. George Clooney wordt als eeuwige vrijgezel bewonderd voor het feit dat hij zich nooit bindt, terwijl Jennifer Aniston wordt afgeschilderd als wanhopige oude vrijster. En als oudere mannelijke celebrity’s een jongere meid veroveren, applaudisseren de media, terwijl het omgekeerde haast als een daad van vrouwelijke agressie wordt afgedaan. Toch hebben roddelbladen er geen baat bij veel conservatiever of progressiever te zijn dan hun publiek. Ze staan dus op geen enkele barricade, maar houden de vinger aan de pols. Zo keuren de bladen de vermeende lesbische relatie van Lindsay Lohan niet af – ze is populair bij een groot deel van het publiek en de maatschappij staat steeds meer open voor holebirelaties. Maar er komen wel verschillende visies ‘aan het woord’ : de vrienden die getuigen hoe Lohan eindelijk tot rust is gekomen, maar ook haar vader, die na een gevangenisstraf priester werd en nu met een gewetensprobleem kampt. De media wikken en wegen, net als het publiek.

Is het niet belangrijker wat onze naasten over zulke kwesties denken dan hoe dat bij de Lohans zit ?

Zoals gezegd bouwen we onze identiteit op door middel van diverse bronnen en ‘adviseurs’, zowel dichtbij als ver weg. Maar ook vrienden, familie en collega’s worden beïnvloed door het celebritygebeuren. Hoe vaak hebben we het met hen niet over de levensstijl van de sterren, als een tussenschakel om morele en sociale kwesties te bespreken ? Voor steeds meer mensen zijn familie en buren trouwens even ver weg als celebrity’s.

Zijn de media inderdaad aardiger voor Vlaamse celebrity’s ? Want die zijn toch minder professioneel omkaderd dan de Hollywoodkanonnen, en hun ‘glazen kooi’ is een stuk kleiner.

Recente cases als Wendy Van Wanten doen vermoeden dat de Vlaamse roddelmedia BV’s tegenwoordig harder aanpakken, maar over het algemeen is de berichtgeving toch erg braaf. Hoe blij A is met haar nieuwe baby, hoe jammer toch dat B gedumpt is – zulke verhalen. Te veel zwartmakerij en harde roddel is aan de gemiddelde Vlaming trouwens niet besteed, toch niet als het over Vlaamse sterren gaat. Al kan dat snel omslaan. De mediaoorlog tussen Phaedra Hoste en Ilse De Meulemeester is de eerste uitgesponnen cat fight in de Vlaamse roddelpers waarbij de belangrijkste titels ‘partij kiezen’ omdat het verkoopt. Dat geeft aan dat ook het publiek verandert. En de BV’s worden steeds meer onder druk gezet om mee te werken – want ze willen toch geen negatieve publiciteit ?

Waarom moeten BV’s vooral gewoon en bescheiden blijven, terwijl dat niet geldt voor Nederlandse sterren ?

Vlamingen houden niet van stoefers. Wie hoog van de toren blaast, zit bij ons aan het verkeerde adres. We zien onszelf graag als erg gewoontjes, en dus moeten BV’s ook maar gewoon doen. Maar ook de structuren en ontwikkelingen in de media spelen een rol. Hoewel Nederland net als Vlaanderen tot in de jaren zeventig een verzuilde pers en een publiek omroepbestel had, ontstond daar al vroeg de zogenaamde ‘vertrossing’ op televisie. Met omroepvereniging Tros als gangmaker ontstond een spectaculaire, gepersonaliseerde berichtgeving, ook in andere media. Henk van der Meyden bedacht al in de jaren zeventig het zogenaamde Privé-concept : een blad en een tv-programma waarin roddelen over bekende figuren centraal stond. Vlaanderen maakt op dat vlak een inhaalbeweging. Onze roddelbladen krijgen ook steeds meer concurrentie van de kranten en van roddelsites die hen op tempo kloppen : als Britney zich op een donderdag kaal scheert, weet iedereen dat al wanneer de dinsdag erna Dag Allemaal verschijnt. Roddelbladen moeten wel met straffere primeurs uitpakken om lezers aan te trekken.

Het boek geeft soms de indruk dat celebrity’s weerloos zijn. En wat ze ook te zeggen hebben, de journalisten hebben het laatste woord.

Ze hebben inderdaad nauwelijks verweermiddelen, en als ze zelf eisen stellen, keren die vaak als een boomerang terug. Maar zijn journalisten uiteindelijk de baas ? Dat is een al te verleidelijke gedachte. De celebritycultuur is een complexe driehoeksrelatie tussen ster, media en publiek. Zelfs als je ervan uitgaat dat celebrity’s de minst autonome partij zijn in de driehoeksrelatie, dan heeft het publiek altijd de keuze : we hoeven maar te stoppen met het kopen van roddelbladen of het surfen naar roddelsites. Maar dat willen we blijkbaar niet, ook al lezen we dat nieuws soms op een ironisch manier of lachen we het weg.

U bent kritisch voor celebrityactivisme. De nadruk ligt op de ster, niet op het goede doel of het thema in kwestie.

Actiegroepen en caritatieve organisaties die een celebrity kunnen strikken, zijn verzekerd van media-aandacht. De steun van supersterren als Brad Pitt of een Vlaamse ster kan de gulle giften ook de hoogte injagen. Maar hun inzet is niet zonder gevaar. “Mathilde met Unicef in Tanzania” gaat toch vooral over háár, en maar zijdelings over Unicef of Tanzania. Over hoe goed ze er uitzag en hoe lief ze was, een tweede Diana ! Vaak verdwijnen ook de scherpe kantjes van de boodschap. Celebrity’s houden zich liever ver van scherpe politieke eisen die gevaarlijk zijn voor hun imago. Als dat zelf al geen probleem vormt. Wat ben je met Tom Boonen in een campagne voor veilig verkeer als hij kort daarna met zijn sportwagen tegen de vangrail hangt ?

Waarom lees ik in de kranten zo zelden kritiek op Bono ? Hij wordt net niet heilig verklaard.

De ideologie die aan de grondslag ligt van zijn missionariswerk is erg neoliberaal. Ze ziet vooral handel en consumptie, naast schuldkwijtschelding, als oplossing voor de wereldproblemen. En in zijn wereldbeeld is het ook het Westen dat de oplossing moet bieden voor de problemen van de Rest, alsof die daar zelf niet toe in staat zijn. Kritiek daarop is echter schaars, zeker bij ons. Dat heeft te maken met zijn ruimere imago. Als Paris Hilton over armoede in de wereld praat, meesmuilt de halve wereld, ook in Vlaanderen. Met zo’n oppervlakkig imago neemt niemand haar dan ernstig. Bono daarentegen heeft een respectabel en sober imago : een goede muzikant die niet bekend staat om drank, drugs en ontrouw. Als die over een ernstig onderwerp spreekt, luistert men sneller.

Doen de media aan schoonheidsterreur ? Zonder reality-tv en modebladen geen plastische chirurgie, zo suggereren enkele passages.

De media zijn ambivalent in die dingen, net als hun lezers. Media en publiek zijn misschien wel wat kritisch over een borstvergroting van deze of gene, maar enkele maanden later zijn ze toch weer vol lof voor dat prachtige lijf. Als Nicole Richie er te mager uitziet, zijn de media erg ‘bezorgd’. Maar ze prijzen haar ook voor het feit dat ze binnen abnormaal korte tijd alle zwangerschapskilo’s verliest. Opnieuw heeft veel te maken met de celebrity zelf. Aangezien de wereld heeft beslist dat Angelina Jolie heilig is, mag een enkel blad wel roddelen dat ze na de geboorte van haar tweeling hoogstwaarschijnlijk een ‘ tummy tuk’ heeft laten uitvoeren, we vegen het toch onder de mat. Jolie is immers een milde weldoenster en de knapste aller vrouwen. Een ‘lelijkaard’ moet trouwens al over bakken talent en aanzienlijke verwezenlijkingen beschikken om het blijvend te maken, zeker als het een vrouw betreft.

Gelooft u dat verdienste, talent, kennis en authenticiteit weer belangrijk worden ? Zijn Al Gore en Barack Obama de celebrity’s van de toekomst ?

Authenticiteit, of toch de schijn ervan, was altijd al een belangrijk aspect van het celebritygebeuren. En als basis van reality-tv is het ook al langer weer ‘in de mode’. We vinden het leuk dat reality-tv en MySpace de kans op het sterrendom democratiseren, maar we verbinden er ook snel de notie van ‘lege doos’ aan. Met Obama lijken kennis en kunde, in combinatie met oprechtheid, terug op het voorplan te komen. We voelen ons nu aangesproken door zijn echtheid en zichtbare kwaliteiten, maar onze fascinatie voor celebrity’s is ingewikkeld. Want voor ons zijn ze het liefst tegelijk ‘zo speciaal’ én ‘zo gewoon’ als mogelijk. Het gaat er maar om welke factor het zwaarst weegt.

De celebritysupermarkt van Hilde Van den Bulck en Sil Tambuyzer verschijnt deze week bij EPO, 20 euro, ISBN 978 90 6445 495 0.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content