Stel zonder grenzen
Ellen Colpaert zocht er voor haar studie zestig op, wij hielden het op vier. Maar ook ‘onze’ gemengde koppels getuigen dat ze zich niet zo anders voelen. Toch zijn ze dat voor hun omgeving wel, en hun relatie is zowel moeilijk als verrijkend.
::’Kleurrijk’ is een KAV-afdeling die activiteiten voor biculturele
koppels organiseert.
Info : 03 220 12 30 of via e-mail kav-kleurrijk@hotmail.com
Belgen trouwen minder met elkaar, maar het aantal huwelijken tussen een Belg en iemand van buitenlandse nationaliteit neemt toe. In 2002 zag de ambtenaar van de burgerlijke stand bijna één keer op de vijf een ‘gemengd’ bruidspaar voor zich. Marokkaanse partners zijn het meest in trek, gevolgd door mensen van Franse, Italiaanse en Nederlandse nationaliteit.
“Het is vooral de omgeving die het etiket ‘anders’ plakt. De koppels ervaren de verschillen minder sterk”, zegt Ellen Colpaert. Zij ondervroeg in 2000 in opdracht van KerkwerkMulticultureel Samenleven zestig koppels. Niet alleen als koele wetenschapper, ze is intussen zelf getrouwd met een Filipijn. Dat deed ze ná de studie, de resultaten vielen haar blijkbaar nogal mee.
“De omgeving vertrekt meestal vanuit de clichés over de cultuur en reageert zelden positief”, vindt ook Sultan Balli, een van oorsprong Turkse psychologe die zich door haar huwelijk met een Belg ook al ervaringsdeskundige kan noemen. “De tegenwind versterkt vaak juist de relatie van het koppel. Maar soms houden mensen een relatie langer vol dan ze eigenlijk willen, omdat ze hun ongelijk niet willen toegeven.”
Balli windt er geen doekjes om : biculturele relaties zijn altijd moeilijker. “Op enkele uitzonderingen na voelen ook partners uit verschillende culturen zich tot elkaar aangetrokken omwille van gelij-kenissen, maar de kans op meer en extremere verschillen is groter. Het maakt niet zoveel uit of die buitenlandse partner al dan niet uit Europa komt, want het draait zelden om concrete aspecten van een bepaalde cultuur. De partners moeten telkens een gemeenschappelijk standpunt vinden. De vraag is of ze daarmee kunnen omgaan.”
“Sommige koppels zeggen juist dat zij voorbereid zijn op verschillen, terwijl niet-gemengde koppels misschien voor verrassingen komen te staan”, nuanceert Colpaert. “Ik sprak ook met tien mensen uit afgebroken relaties, en bij hen was het niet zozeer op culturele verschillen misgelopen. Als de buitenlandse partner bijvoorbeeld problemen heeft om werk te vinden, kan dat diens zelfvertrouwen beschadigen en een weerslag hebben op de relatie. Als er problemen zijn, zijn die dikwijls vooral aan de buitenwereld te wijten.”
Tussen de partners zelf zijn rolpatronen de belangrijkste bron van problemen, zeggen beide deskundigen. “Religieuze verschillen zijn minder dan gedacht een hinderpaal”, vindt Colpaert. En : “Veel tegenstellingen komen pas boven als er kinderen zijn. Dat hoor ik trouwens ook van niet-gemengde koppels. Bij gemengde koppels zijn er vooral meningsverschillen over de opvoeding van meisjes, autoriteit of religieuze opvoeding.”
Het is zeker niet alleen kommer en kwel. Balli : “Een biculturele relatie vraagt openheid en de bereidheid om je eigen cultuur te durven bevragen. Maar als dat lukt, is het heel verrijkend.”
Sofie en Driss : een gewoon leven
Hun twee kinderen Ilias en Adam gaven ze bewust namen die zowel in Marokko als in België aanvaardbaar klinken, en beiden vinden ze praten en samen dingen doen de sterkte van hun relatie. “De buitenwereld denkt dat wij het elke dag over cultuur hebben. Maar wij hebben een gewoon leven, met op de achtergrond het gegeven dat Driss Marokkaan is en ik Belgische”, zegt Sofie.
“Rolpatronen ? Ik doe meer in het huishouden dan zij”, grinnikt Driss. “Ja, daarin is hij een uitzondering, ook ten opzichte van Vlaamse mannen”, zegt Sofie. “Maar dat was voor mij ook een voorwaarde. Ik heb hem op voorhand getest.” Weer gelach, zeker als Driss vervolgens demonstreert hoe hij bij zijn ouders thuis in Marokko geen voet in de keuken mag zetten en vanuit de fauteuil bestellingen plaatst.
Sofie (32) en Driss (40) zijn 7 jaar getrouwd, hebben een zoontje van 2 jaar en eentje van 9 maanden en werken allebei. Driss woonde tot hij Sofie leerde kennen in Marokko en is moslim. Hij eet geen varkensvlees en houdt zich aan de regels van de ramadan. Sofie is katholiek opgevoed, maar niet echt met geloof bezig. Ze feesten en koken volgens twee tradities. Er was die keer dat ze in Marokkaanse kledij naar het kerstfeest van haar ouders gingen, maar op zulke uiterlijkheden na vinden ze het moeilijk om te zeggen waarin ze anders zijn dan Belgische koppels. “Ik heb wel bewust nagedacht of ik de relatie zag zitten”, zegt Sofie. “De religie boezemde me angst in, maar ik heb erover gelezen en gezien hoe gewoon hij ermee omgaat, helemaal niet fundamentalistisch. En je kijkt toch in de eerste plaats naar de persoon. Ik zag het ook als een uitdaging.”
Voor Driss was de grote vraag niet de relatie, maar hoe hij in Europa een leven kon opbouwen. Als econoom en informaticus had hij in Marokko een baan met aanzien bij het ministerie van Onderwijs. Hier vond hij ondanks lang proberen geen werk in zijn eigen sector. “Dat lag aan racisme, daar twijfel ik niet aan. Het eerste jaar hier heb ik het heel moeilijk gehad”, zegt hij. Uiteindelijk vond Driss toch werk, als buurtopbouwwerker.
“Precies omdat ik een goede positie in Marokko zou moeten opgeven, was mijn vader lang tegen de relatie. Er was ook het beeld van westerse vrouwen in shorts”, zegt Driss. “En je familie vroeg zich af of ik wel een goede huisvrouw zou zijn”, herinnert Sofie.
Intussen hebben ze elkaar een beetje veranderd. Driss geeft nu soms toe dat de ander gelijk heeft, iets wat men in Marokko nooit letterlijk zegt. Sofie trekt het zich niet meer aan wanneer ze ergens te laat komen. Voor hun zoontjes vinden ze het belangrijk dat die beide religies en culturen leren kennen. Driss heeft de bijbel gelezen, “want ze gaan met vragen komen”. Hij zou graag willen dat Sofie moslim werd, “maar hoe doe je dat ? Het is haar keuze.”
Op hun relatie heeft het paar in België nooit negatieve reacties gekregen, maar soms worden ze het wel beu dat de discussie zo vaak over Marokko gaat. “Dat thema van kinderontvoeringen bijvoorbeeld, niemand weet dat de meeste ontvoeringen naar Nederland gebeuren.” Driss voelde ook duidelijk hoe fout het beeld was dat haar familie van zijn land had. “Ze vroegen of we treinen hadden, en wisten niet dat veel vrouwen in Marokko in de politiek zitten.”
Na hun eerste ongerustheid hebben Sofies ouders ‘die Marokkaan’ geaccepteerd. Dat geldt nu ook voor de familie van Driss. “Maar of ze daar denken dat ik een goede huisvrouw ben, dat weet ik niet”, lacht Sofie.
Nathalie en Grietus : Belgische compromissen
Ze denken dat de culturele verschillen met de komst van hun kind minder anekdotisch zullen worden. Na twee jaar pendelen zochten Nathalie uit Parijs en Grietus uit Utrecht wat ze ‘een van onze typisch Belgische compromissen’ noemen : ze kwamen in België wonen. Grietus : “Je relatie moet extra sterk zijn, want het zijn enorme beslissingen om je land en je werk te laten schieten.”
Grietus (31) heeft het zich wel afgevraagd in het begin, of hij met de Franse Nathalie een goede relatie zou kunnen hebben zonder dezelfde cultuur. “Je ziet vaak bij koppels dat kleine verschillen een grote bron van ergernis worden, en ik bedacht dat wij meer dan gemiddeld zulke verschillen zouden hebben. Met een Nederlandse had ik mijn normale leven ook niet moeten opgeven. Ik heb getwijfeld, ja. Ik was gelukkig met mijn vrienden en mijn baan als ingenieur in Nederland.”
“De periode dat we elke maand de trein namen om elkaar te zien, was al een soort test”, zegt Nathalie (36). Intussen zijn Grietus en Nathalie vier jaar samen en vinden ze dat hun relatie is versterkt doordat ze samen hun weg moeten vinden in België. “Ik heb pas achteraf beseft wat het voor mij betekende om Frankrijk te verlaten”, zegt Nathalie. “Maar het is de beste oplossing, want nu hebben we allebei dezelfde inspanning gedaan. Als Franstalige journaliste zou ik in Nederland moeilijk kunnen werken, en dus heeft Grietus eerst zes maanden gesolliciteerd in Frankrijk. Zonder succes, volgens mij omdat hij buitenlander is. Toen hij een keer probeerde in België, was het wel meteen raak. En na een tijdje heb ik hier in Brussel werk gevonden.”
Grietus vindt het nu een meerwaarde om met een buitenlandse te zijn. “Ik ben uit een soort sleur geraakt, en je leert bij. Dat Nederlanders direct zijn – Nathalie was geregeld gechoqueerd – dat besef je in Nederland niet.” Nathalie is door Grietus gaan fietsen en heeft beslist om thuis te bevallen, iets wat zelfs haar schoonmoeder verbaasde. “En hij kent nu het concept ’tijd nemen om te koken’,” zegt Nathalie fijntjes. De taal blijft soms een probleem. Nathalie kent nog niet voldoende Nederlands om ongehinderd deel te nemen aan het dagelijkse leven in Leuven, en soms volstaat het Frans van Grietus niet om elkaar te begrijpen. En rauw eigeel zal Grietus nooit eten, “er zijn limieten”. Net zoals Nathalie excuses zal blijven zoeken om aan maatjesharing te ontkomen.
“Ach, het gaat niet alleen om nationaliteit maar ook om karakter, en daarin verschillen twee Fransen soms sterker dan wij”, zegt Nathalie.
“De grootste beslissing over gewoonten was om als we ooit nog trouwen, dat niet in de kerk te doen. Ik ben katholiek opgevoed, maar Grietus is niet gedoopt en het was meteen duidelijk dat er voor hem geen sprake van kon zijn. Dat heeft mij aan het denken gezet, en ik heb ontdekt dat ik er niet zo aan gehecht ben.” Of ze hun kind, dat in maart geboren zal worden, willen laten dopen ? Het koppel kijkt elkaar verrast aan. “Goh, helemaal vergeten te bespreken. Dat kan nog een precair onderwerp worden.” Maar ze lachen.
Judith en Alois : Surinaamse integreert Belg
Judith heeft het er moeilijk mee dat haar Surinaamse onderwijsdiploma in België nooit is erkend en vindt dat ze veel moeite moet doen om te tonen dat ze “ook maar gewoon iemand uit de middenklasse” is. Maar op haar 26 jaar huwelijk met Alois heeft dat nooit gewogen. “Ik ben in dit dorp geboren, maar zij heeft me als het ware geïntegreerd”, lacht haar man.
Op voorhand hebben ze nooit ergens bij stilgestaan, zeggen Judith (54) en Alois (57). “Je wordt verliefd of je wordt het niet. Te veel afspraken maken de zaak geforceerd”, vindt Alois. Judith zag geen grote problemen, alleen futiliteiten. Ze lacht : “Eigenlijk had ik moeten zeggen : jongen, ik geef wel grote feestjes. Want ik heb in Suriname geleerd om gasten goed te ontvangen, maar Alois vindt dat ik me te moe maak. Bij elke verjaardag klonk het ‘maar schat, volgende keer toch wat minder mensen, hé’.”
Voor de kinderen ( Nathalie van 25, Sabine van 21 en Daniëlle van 15) hadden ze wel een afspraak : samen aan één zeel trekken. “Hoewel er achter de kinderen om wel eens discussie was. Soms niet eens om Surinaamse of Belgische dingen, soms wel. Van pa mogen ze meer, die is ook meegaander als ze ziek zijn. Ze zijn gelovig opgevoed, maar of dat nu volgens zijn katholieke geloof of het mijne van de Evangelische Broeder-gemeenschap was, daar hebben we nooit een punt van gemaakt”, zegt Judith.
Het was Alois’ moeder die haar zoon in-fluisterde dat Judith wel een goede vrouw voor hem zou zijn, van die kant was er geen enkel probleem. Dat was er wel op een ander vlak. “De jaren dat ik in Nederland woonde, heb ik gewoon lesgegeven, maar hier in België hebben ze mijn diploma nooit willen erkennen”, zegt Judith. “Massa’s brieven naar Brussel heb ik geschreven. Uiteindelijk hebben ze me een gelijkstelling met secundair onderwijs gegeven, toen kon ik tenminste avondschool volgen. Ik heb altijd mijn bezigheid gehad, ik geef al twintig jaar kooklessen, vertel in scholen over Suriname, ben voorzitter van een multiculturele vrouwengroep, maar op sommige ogenblikken heb ik het er nóg moeilijk mee.”
Als Alois opmerkt dat ze honderden vrienden heeft, reageert Judith ook prompt met “ja, maar ik heb altijd het gevoel gehad dat ik meer moeite moest doen. Altijd moet ik mijn verhaal doen, terwijl ik soms wil zeggen ‘maar die mevrouw naast je, die ken je ook niet, en haar vraag je niet waar ze vandaan komt’. Niemand realiseert zich dat veel verschillen te maken hebben met klasse ; wij waren niet arm in Suriname. Ginder zou het onder mijn stand zijn geweest om met een bouwvakker als Alois te trouwen.”
Aan de zeldzame echt negatieve reacties stoort Alois zich meer dan zijn vrouw. En de algemene balans is positief. Judith vindt dat ze meer op gelijke voet staan dan met een Surinaamse man had gekund. “En zij kent hier veel meer mensen dan ik, en heeft mij zelfverzekerder gemaakt”, zegt Alois. “Ik zeg altijd dat hij van mij, uit een derdewereldland, meer heeft geleerd dan ik van hem”, zegt Judith. “Dat heeft me ongelooflijk verwonderd, wij keken in Suriname enorm op naar witte mensen.”
Veerle en Calvin : verschillen accepteren
“Een sterk fort dat door niets in de buitenwereld beïnvloed zou kunnen worden”, noemt Calvin uit Liberia zijn relatie met de Belgische Veerle. “We accepteren de verschillen tussen ons in plaats van elkaar te proberen overtuigen”, zegt Veerle. “Voor anderen lijken het vaak grotere problemen dan voor ons.”
Veerle (30) en Calvin (27) zijn drie jaar samen en hebben een stressvolle periode achter de rug. Vier maanden leefden ze in onzekerheid hoe lang het zou duren voor de papieren in orde waren zodat Calvin naar België kon komen, op tijd voor de geboorte van zijn zoontje Njuka, intussen een jaar oud. Dan was er nog de reactie van haar ouders. “Haar vader dacht in het begin dat ik haar gebruikte als ticket naar Europa. En dan was ik ook nog muzikant, en geen advocaat of dokter”, zegt Calvin. “Mijn moeder was ook bezorgd, maar zij stelde vragen, over zijn achtergrond, hoe het moest met het kind en mijn job, of hij zich hier wel goed zou voelen”, vult Veerle aan. “Ik kon met haar praten, dat maakte het gemakkelijker.”
In de loop van de tijd zagen ze de twijfels van Veerles ouders wegtrekken en daar zijn ze blij om. “Maar hun reactie zou mij nooit beïnvloed hebben om de relatie te beëindigen”, zegt Veerle. “Van onze omgeving kregen we verder nooit negatieve reacties, we krijgen zelfs geregeld felicitaties van onbekenden op straat, en als muzikant ervaart Calvin geen open racisme. Zelfs als dat wel zo zou zijn, het belangrijkste is dat we de verschillen tussen ons oplossen.”
Praktische verschillen zijn er genoeg tussen de Antwerpse, katholiek opgevoede Veerle en de Liberiaanse Calvin die rasta zijn levensfilosofie noemt. En die leveren af en toe ergernis op, en omdat ze beiden koppig zijn ook wel vele ‘kleine sterke discussies’. Daar geven ze meteen een demonstratie van. “Veerle is gestresst”, zegt Calvin. “Dat ben ik niet”, zegt zijn vrouw. “Jawel, je begint drie uur op voorhand te zeggen dat we op tijd moeten zijn.” “Omdat jij zo traag bent.” Ook verschil in beleefdheidsregels is een bron van gekibbel. Maar het wordt allemaal half lachend gevoerd en “aan het eind van de dag weggewassen”, zegt Calvin.
“De meeste verschillen zijn niet zo dramatisch en maken het leven vooral boeiend”, zegt Veerle. “Meestal doen we de dingen elk op onze eigen manier en accepteren we de verschillen gewoon. Het lukt toch niet om de ander te overtuigen.” Zo is zij gehecht aan vaste uren om Njuka te laten eten en slapen, maar haar man noemt dat een computersysteem. Dus als Veerle thuis is, heeft het kind een gestructureerde dag, maar als Calvin met hem thuis is, dwingt hij hem niet om te eten of slapen.
“De enige keer dat ik me echt aangepast heb, was toen ik akkoord ging ons zoontje te laten besnijden. Omdat het voor Calvin zo belangrijk was”, zegt Veerle. “Ik herinner me dat een vriendin opmerkte hoe Calvin de hele dag tv kijkt als die er is, terwijl ik weken zonder kan. Zij maakte daar een veel groter probleem van dan ik.”
Het koppel vermoedt wel dat als Njuka groter wordt er nog meer verschillen zullen bovenkomen. “Maar die lossen we wel op”, zegt Calvin zelfverzekerd.
Tekst Ann De Ron l Foto’s Michel Vaerewijck
“Het is vooral de omgeving die het etiket ‘anders’ plakt. De koppels ervaren de verschillen minder sterk.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier