Een groot militair domein midden in Antwerpen was lange tijd een blinde vlek op de kaart, ‘verboden voor onbevoegden’. Nu groeit hier een autovrije, groene stadswijk. Tussen oude, geklasseerde kazernepanden verrijzen nieuwbouwwoningen en worden straten getrokken. Centraal ligt The Jane van Sergio Herman, in de voormalige kapel.

Meer dan 160 jaar lang was een 7,5 hectare groot domein in het midden van de stad onbekend terrein voor de meeste Antwerpenaars. Het was eerst een verdedigingsfort, daarna een militair hospitaal en arsenaal. Nu, een dikke twintig jaar nadat de laatste militair er verzorgd werd, is de plek officieel van iedereen : de afgelopen weken werden nieuwe straten aan het openbaar domein toegevoegd, waardoor een grote blinde vlek ineens een snelle binnenweg werd voor de buurt. Eentje die loopt tussen oude en nieuwe bomen, langs beschermde monumenten met tricolore baksteentjes boven de deur, of voorbij nieuwbouwwoningen van Belgische architecten. Nog geen maand geleden opende er op het paradeplein met fruitbomen ook The Jane, het nieuwe restaurant van chef Sergio Herman in de voormalige kapel. U krijgt er de glasramen van ontwerpersduo Studio Job bij.

De plek werd in 1993 door het ministerie van Defensie verlaten, maar het duurde meer dan tien jaar vooraleer de stad volledig eigenaar werd. “Het was een ingewikkelde overdracht, uiteraard”, weet Koen Dockx, projectleider bij AG Vespa, het autonome gemeentebedrijf voor vastgoed- en stadsprojecten van de stad Antwerpen. “Ondertussen werd een deel van de site ook beschermd als monument. Maar vanaf 2006 ging het snel : de stad schreef een wedstrijd uit die gewonnen werd door het team met enerzijds de architecten Beel en Achtergael, en anderzijds Matexi en Vanhaerents als projectontwikkelaars. Die laatsten moesten het masterplan van de architecten uitbouwen. Dat betekent in de eerste plaats 400 woningen : zowel kleinere appartementen als grotere met tuin, maar ook sociale woningen. Huiswerk Architecten en hun collega’s van het bureau 360 Architecten werden mee ingeschakeld voor de bouw van woningblokken. In de tweede plaats lag de nadruk op de openbare ruimte : die moest autovrij en rustig zijn. Hiervoor tekende de Parijse landschapsarchitect Michel Desvigne. Wij hebben als stad voldoende inspraak blijven houden, en ook de buurtbewoners hebben steeds hun zeg kunnen doen over wat er vlakbij te gebeuren stond.”

Op dit moment wonen er zo’n 120 gezinnen en liggen de fundamenten van enkele woontorens. Wij gingen, de dag nadat de eerste bakkerij er de deuren opende, langs bij enkele vroege bewoners. “Ja, er heerst hier wel een beetje een pioniersgevoel.”

KLARA DESMEDT (42) EN DOCHTERS MYRTHE (12) EN CERES (9)

WOONT op de eerste verdieping van een gerenoveerde ziekenzaal HOOPT op een zeedijkgevoel in de zomer

“Ik was een van de eersten die een deel van de paviljoenen gekocht heeft. Ik woonde in een huis met tuin in Wilrijk, maar ik wilde terug de stad in. Nu kunnen mijn dochters met de fiets alleen naar school en muziekschool, vrienden. We gebruiken nog amper de wagen sinds we hier wonen.”

“Het is een avontuur om hier een ziekenzaal te verbouwen. We wilden de grote ruimte niet verliezen, maar we wilden ook niet verloren lopen. Dus bedacht Pieter De Corte van Zicht Architecten glazen afscheidingswanden op rails die de zithoek kunnen afsluiten. Het lage plafond, dat nodig was om de duplex te creëren waar de slaapkamers en badkamers komen, werd bekleed met industrieel vilt, zodat geluiden gedempt worden en de akoestiek hier optimaal is.”

“Ik heb oude foto’s gevonden van deze sobere paviljoenen : langs beide kanten stonden rijen bedden, met daartussen palmplanten. Wat er was van authentieke elementen heb ik zoveel mogelijk proberen houden : de zware stenen vensterbanken bijvoorbeeld, de afgeronde hoeken van de zaal, en het metalen dakgebinte in de slaapkamers. Ik ben heel erg blij met onze statige trap, die net als de keuken en de schuifdeuren boven van padoek is gemaakt. Onze architect was naar een lezing geweest van Bob Van Reeth, die stelde dat je een trap steeds zo moest ontwerpen dat hij kon dienen om je dochter weg te schenken. Ik vind dat Pieter er hier zeer goed in geslaagd is.”

“De laarzen zijn eigenlijk pas sinds een paar weken geen vast onderdeel meer van onze garderobe, nu de betonpaden aangelegd zijn. Ik kijk uit naar onze eerste zomer hier. Ik verwacht dat er een soort zeedijkgevoel zal ontstaan als ik op mijn terras zit en passanten zie voorbijkomen.”

JOS STOFFELS (62) EN MARTINE DE VREE (56)

WONEN in een nieuwbouwappartement van Beel & Achtergael

HOUDEN VAN het geluid van spelende kinderen

“We verkochten het huis waar we twintig jaar gewoond hebben en kwamen naar dit appartement van 95 vierkante meter. Dat bleek eigenlijk wel voldoende voor ons beiden. Dit is de plek waar we oud willen worden. We hebben hier alle comfort : een lift, een garage, een nieuwe bakkerij onder ons. En we zeggen al lachend tegen mekaar : mocht het echt niet meer gaan, dan kunnen we binnen twintig jaar verhuizen naar de serviceflats die ze ooit nog willen gaan bouwen.”

“Ik kook zeer graag voor familie en vrienden, dus investeerden we in een mooie en handige keuken met wat luxeapparaten zoals een kraantje met kokend water. En we kochten net nog een uitklapbare tafel voor binnen en een buitentafel voor op het terras. Als die hier staan, kunnen we gemakkelijk acht mensen uitnodigen.”

“We namen weinig spullen mee uit ons vorige huis en kozen voor nieuwe meubels. We zijn zeer fier op de lange hangkast met blauwe hardsteen, die we zelf bedachten en door een schrijnwerker lieten maken. Die geeft diepte aan de ruimte.”

“We wandelen hier graag rond. In het begin was het soms nog druk door werfverkeer, maar ondertussen merken we al hoe ongelooflijk stil het hier is. Zondagochtend worden we gewekt door het geluid van spelende kinderen onder ons raam. Heerlijk toch ?”

“Vrienden vragen ons wel eens tot hoe laat we binnen kunnen in het kwartier, maar het is hier helemaal geen gated community. Iedereen kan hier te voet of met de fiets gewoon door. In het weekend zien we sinds dit voorjaar ook steeds meer toeristen.”

ARCHITECT EVERT CROLS (44), ZIJN VRIENDIN ELS DE BRABANDER (32) EN HUN KINDEREN OSKAR BILLIE (6) EN KOLOMAN (4)

WONEN in een zogenaamde paviljoenwoning

GENIETEN van hun tuin die grenst aan het kapelrestaurant

“Wij wonen graag in de stad. Deze kans om in het centrum maar toch groen te wonen, wilden we niet laten voorbijgaan. We waren heel blij om hier iets te kunnen kopen. Niet alleen omwille van deze specifieke woning, maar ook omwille van het hele project. Dit wérkt echt. We kennen al redelijk veel buren, en binnenkort verhuizen mijn ouders naar de nieuwbouwappartementen in het midden van het groen kwartier.”

“De leefruimte is een vierkante doos van 10 op 10 meter. Ik ben mezelf als architect toch een paar keer tegengekomen, maar de beste oplossing vond ik de boekenkasten die de ruimte in vier kleinere hoeken verdelen. We hebben er bewust voor gekozen om zo weinig mogelijk materialen te gebruiken : de vloer is overal van opgeschuurd beton, en de trap ook. En verder is er veel gevernist hout dat onze schrijnwerker op maat uitvoerde : in de keuken, voor de boeken- en andere kasten, in de badkamer, de sauna en onze ‘bedstee’.”

“Vroeger woonden we in een helemaal open loft boven het kantoor van B-Architecten, waar ik medeoprichter van ben. Maar zowel onze zonen als wij begonnen toch wat meer nood aan privacy te hebben. Hier zijn er twee verdiepingen : de beneden is er de leefruimte en in het souterrain de slaap- en badkamers. Dat geeft ademruimte voor iedereen.”

“De zon komt op achter de kapel, maar het licht valt er via de hoge glasramen van Studio Job gewoon doorheen. Zo krijgen we in de ochtend soms een mooi kleurenspel binnen.”

Op 27 en 29 april zijn er infodagen over woningen in het Groen Kwartier.

Info : 03 289 02 89, www.groenkwartier.be.

DOOR LEEN CREVE / FOTO’S FREDERIK VERCRUYSSE

“We hebben hier ademruimte voor iedereen. Dit project werkt echt”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content