sprookje
Elke tijd heeft de films – én de (sub)genres -, die hij verdient. Wat de conspiratieve thriller voor de jaren zeventig was, zijn de verfilmingen van de legal-thrillers van John Grisham voor de jaren negentig.
Toch wel merkwaardig – én veelzeggend voor de huidige filmconjunctuur in Amerika – dat drie regisseurs die tijdens de seventies topfilms maakten in de voornoemde paranoïde cyclus ( Sydney Pollack met “Three Days of the Condor”, Alan Pakula met “Klute” en “The Parallax View”, Francis Coppola met “The Conversation”), nu bestsellers van de literaire superster John Grisham moeten inblikken om hun carrière in het spoor te houden: Pollack met “The Firm”, Pakula met “The Pelican Brief” en nu Coppola met “The Rainmaker”.
Keer op keer gaat het om een variatie van dezelfde (succes)formule: de held is een idealistische jonge advocaat die het kwaad bestrijdt; dit kwaad is niet zoals een kwarteeuw geleden de CIA of de overheid, maar de Big Business; de onervaren jurist ontmaskert een cover-up; en op het eind triomfeert het goede ondubbelzinnig over het kwade. Sprookjes dus.
De vraag is natuurlijk hoeveel ruimte er nog rest voor enige persoonlijke expressie binnen zulk een vastomlijnd concept, dat zowel moreel, dramatisch als psychologisch bijzonder simplistisch is. Coppola brengt het er nog zo slecht niet vanaf, rekening houdend met de beperkingen van het Grisham-systeempje. Dit is mede te danken aan de knappe vertolking van aankomende ster Matt Damon, die iets heel moeilijk doet: op een overtuigende manier een naïeveling spelen zonder dat we hem een idioot vinden. Damon speelt Rudy Baylor, een net afgestudeerde jurist uit het zuiden die, samen met zijn op klanten jagende oudere partner ( Danny De Vito), het gevecht aangaat met een team gehaaide advocaten van een corrupte verzekeringsmaatschappij, aangevoerd door een aalgladde superadvocaat (glansrol voor Jon Voight).
“The Rainmaker” is in alle opzichten een populistische fabel over de strijd van de underdog tegen het oppermachtige systeem: de benadeelde partij is een arme familie met een zoon die leukemie heeft en stervende is. In een romantische subplot valt de held ook nog voor een mishandelde jonge vrouw ( Claire Danes).
Je voelt dat Coppola oprecht meeleeft met de kruistocht van Rudy Baylor, wiens vaak ontroerende voice-over commentaar werd geschreven door Michael Herr (die hetzelfde deed voor “Apocalypse Now”) – beslist een verbetering op het proza van Grisham. “The Rainmaker” is een David-en-Goliath-verhaal voor het Amerika van de grote bedrijven, een thematiek die de regisseur van de “Godfather”-trilogie zeker bekend klinkt – zijn hele carrière staat in het teken van de ongelijke strijd tussen de enkeling-kunstenaar en de kooplieden uit Hollywood. Hoezeer Coppola ook probeert het materiaal naar zijn hand te zetten, de film maakt een vrij mechanische indruk. De stilistische ingrepen waarop Coppola zich in interviews beroept, komen gewoon niet uit de verf. Zoals het gebruik van de piramide als metafoor voor de macht van de Amerikaanse zakenwereld (een klein groepje aan de top verrijkt zich met het geld van de massa aan de basis). Ook de rechtbankscènes waar alles naartoe gebouwd wordt, zijn niet meer dan routineus in beeld gezet, hoezeer Coppola ook het déjà vu-effect probeert te doorbreken. De sfeer in het Memphis van de lagere klassen is dan weer zeer goed getroffen en de film blijft boeien dankzij de opmerkelijke vertolkingen tot in de geringste bijrollen (onder wie Teresa Wright, Virginia Madsen en Roy Scheider).
“The Rainmaker”van Francis Ford Coppola, met Matt Damon, Claire Danes, Jon Voight, Mickey Rourke, Danny De Vito.
Patrick Duynslaegher
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier