In de zomer van ’98 beroerde één evenement behoorlijk de gemoederen in Amsterdam. Niets wereldschokkends op zich, mondige burgers genoeg daar. Alleen ging het deze keer niet om de ontruiming van een krakerspand of stoned ronddwalende toeristen, maar om de grootste sportieve en culturele manifestatie uit de geschiedenis van de stad.

Na San Francisco, Vancouver en New York mocht Amsterdam dat jaar de Gay Games organiseren, de eerste op Europese bodem. Logisch : de Nederlandse hoofdstad stond wereldwijd bekend als vrijhaven van tolerantie. Sponsors als KLM, de NS en Kodak waren bovendien snel gevonden. Drie jaar voor Leefbaar Nederland en Pim Fortuyn hun mars naar Den Haag inzetten, waren de ‘Olympische Spelen voor holebi’s’ een kolfje naar de hand van het gidsland.

Op papier dan toch. Want al maanden van tevoren bestookten voor- en tegenstanders elkaar met argumenten. Die hele Gay Games waren nergens goed voor, vonden commentatoren in opiniestukken en tv-debatten. Wie het wenste, kon zijn leven in Amsterdam al volledig roze kleuren ; aangepaste horeca, sportscholen, reisbureaus, bloemisten en loodgieters inbegrepen. Waarom moest die club dan zijn eigen spelen organiseren ? Nederland was het stadium van de homo-emancipatie toch al lang voorbij ? Zelfs in de homopers en de Amsterdamse nichtenscene was het enthousiasme ver te zoeken.

Bij de Nederlandse homoglossy waar ik toen werkte, maakten we voor de gelegenheid een gratis nummer, dat we ter plaatse uitdeelden. Helaas was spiermassa geen criterium bij de aanwerving van het promotieteam – er kwamen uiteindelijk behulpzame passanten aan te pas om onze overladen bestelwagen over de steile grachtenbruggen te duwen.

Zelf zat ik die week niet één sportwedstrijd uit. Ook de alternatieve spelen met competities als cockring- en handtaswerpen en de stilettorun gingen totaal aan me voorbij. Daarvoor had ik het te druk met het slijten van boekjes, het schrijven van verslagen voor De Morgen en het meepikken van theatervoorstellingen, openluchtconcerten en tentoonstellingen.

De herinnering aan die acht dagen in augustus bezorgt me nog steeds kippenvel. Zoals andere koele minnaars van de spelen maakte ik een bocht van honderdtachtig graden, en niet omdat Amsterdam die week in een zee van regenboogvlaggen veranderde. Ik ging al overstag tijdens de openingsceremonie in de Arena. Ruim dertienduizend mannen en vrouwen uit zestig landen defileerden die avond in het stadion, toegejuicht door dertigduizend toeschouwers op de tribunes. Eenmansdelegaties uit ’s werelds meest homo-onvriendelijke landen leverden staande ovaties op, toespraken van toenmalig burgemeester Schelto Patijn en andere prominenten ontlokten weggepinkte tranen. En niemand die nog zeurde over het nut van het gebeuren, dat Amsterdam uiteindelijk een kwart miljoen bezoekers, veertigduizend overnachtingen en miljoenen gulden extra inkomsten bezorgde.

Drie jaar later pakte de stad uit met ’s werelds eerste homohuwelijken. Het feest was echter van korte duur. “Er is minder tolerantie voor homo’s die niet normaal doen, die zich onmannelijk en seksueel gedragen en zich te zichtbaar uiten”, zei docent homostudies Gert Hekma onlangs nog in De Morgen. “Dat geldt ook voor promiscuïteit en de leerwereld.” Politiecijfers tonen bovendien aan dat discriminatie en geweld tegen homo’s al jaren toenemen, zowel in Amsterdam als daarbuiten, terwijl het ook volgens de Nederlandse onderwijsinspectie pover gesteld is met de ooit zo gevierde tolerantie en seksuele vrijheid. In verschillende Amsterdamse buurten verschenen al Pink Codes : bewonersverenigingen die waken over de veiligheid van holebi’s.

Een gay capital is de stad al even niet meer. Het gevolg van enkele internationaal opgepikte incidenten, horecasluitingen en van wat bestseller-auteur Kluun onomwonden de “vertrutting en verhuftering” noemt (interview p. 36). Hetzelfde fenomeen dat ook onder meer coffeeshops en hangjongeren uit de stad wil verjagen. Midden jaren negentig leek dat onvoorstelbaar, maar ook in Amsterdam is de speeltijd voorbij.

wim.denolf@knack.be

Wim Denolf

Wie het wenst, kan zijn leven in Amsterdam volledig roze kleuren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content