Herwig Van Hove

In Bordeaux zou het volkomen onmogelijk zijn: een wijngaard zo groot als half Pomerol die helemaal opnieuw wordt aangeplant. Maïs en koren werden gerooid over 230 hectaren om plaats te maken voor tempranillo (65%), cabernet (25%) en merlot (10%). De 230 hectaren wijngaard maken deel uit van een domein van 800 hectaren: de Abadia Retuerta, gelegen aan de boorden en in de vallei van de Duero. Vijftig hectaren liggen zelfs in de appellation Ribera del Duero met de beroemdste en duurste wijn van heel Spanje: Vega Sicilia. De vorige eigenaar van de Retuerta-abdij had destijds alle wijnstokken gerooid en was ‘in de maïs’ gegaan. Net op tijd kon de nieuwe eigenaar, Novartis, een Zwitsers conglomeraat van spitstechnologische scheikundige bedrijven, vijf jaar geleden de wijngaard herstellen, anders waren de plantrechten voorgoed verloren.

Een eminent lid van de beheerraad van Novartis bracht Pascal Delbeck aan als oenoloog en technisch verantwoordelijke voor het domein. Voor deze Pascal Delbeck, die tot dan toe voor rekening van Mme Dubois-Chalon de wijnen maakte van Château Ausone en Château Belair, twee topwijnen uit Saint-Emilion, kwam de uitdaging zeer gelegen. Want na een bitter familiaal gevecht tussen de Vauthiers en de Chalons, beiden co-eigenaar van de kastelen, had Madame Chalon zich verplicht gezien om uit de wijn te stappen, en zat Pascal Delbeck zonder werk.

Om de ontwikkeling van Retuerta te begrijpen, moet men weten dat Delbeck een uitgesproken terroirist is: “Wijn moet spreken door de harmonische samenklank tussen druivensoort en bodem, eerder dan door technologische snufjes”, aldus de meest gekende criticus van mega-cultwijnen als Le Pin, La Mondotte, Valandraud of Tertre-Rôteboeuf. Delbeck kwam onlangs in de De Karmeliet in Brugge de eerste oogst van Retuerta-wijn, deze van het jaar 1996, aan de Belgische pers voorstellen.

Het Retuerta-wijngebied is zeer verscheiden: van vlakke stukken in de vallei tot hellingen die opstijgen naar de Castiliaanse hoogvlakte. Het gebied is vrij droog, en met een gemiddelde hoogte van 500 m boven de zeespiegel moet men zich niet aan zuiderse zwaarte of makkelijke overrijpheid in het glas verwachten.

Pascal Delbeck begon met een grondige bodemstudie en kwam zo tot een vijftigtal verschillende percelen waarvan in het glas redelijkerwijze een zekere eigenheid kon worden verwacht: het model van de Bourgondische climats. Alles wat goed is voor de beoogde harmonie bracht hij in stelling: hoge densiteit van aanplant zodat de stokken met elkaar in concurrentie komen, 600 km leidingen voor spaarzame druppelirrigatie, voor 65% de lokale Spaanse tempranillo-druif op traag en diepwortelende onderstammen en, last but not least, strenge beperking van de rendementen door kort snoeien en door trossen in het beginstadium weg te knippen.

Het grootste deel echter van de 17 miljoen dollar die Novartis investeerde, ging naar een volkomen nieuw wijnmakersbedrijf, diep ingebouwd in de met bomen beplante heuvelflanken, zodat er een natuurlijke koelte heerst. De kelder is verspreid over verschillende niveaus zodat wijn zonder pompen van de ene cuve naar de ander kan stromen, want “pompen is zeer schadelijk voor het boeket”, en er is een uitgebreid cuve- en vatenpark zodat de eigenheid van de verschillende percelen kan worden gerespecteerd.

Delbeck: “We herstelden uiteindelijk het werk van de Norbertijnermonniken die in 1134 de Retuerta-abdij gesticht hebben.” Minder spiritueel is het doel om jaarlijks 1,2 miljoen flessen te produceren.

Een goede instapwijn om al iets van de Retuerta-kwaliteit te proeven, is de Primicia: een jong te drinken wijn met uitbundig fruit van zandrijke percelen, zonder hout en gemaakt van 60% tempranillo, 20% cabernet en 20% merlot. Het fruit van de drie druivensoorten staat wat naast elkaar maar is toch voldoende complex om aan tafel te passen bij lichte, moderne gerechten.

Een soort second vin is de Rivola waarvan Delbeck in 1996 al 250.000 flessen maakte met een samenstelling van 60% tempranillo voor mondvolume en structuur, en 40% cabernet voor neusfinesse. ” Un vin de plaisir, pour accompagner les tapas“, zegt Delbeck. Maar eigenlijk is hij veel meer. Een lagertijd van drie maanden in gemengd Frans en Amerikaans eikenhout geeft verfijnde tannines en een wat rokerige toets in de smaak. Rivola is echter vooral smakelijk in de aanspraak en valt iets weg op het einde. Hij kan nu al gedronken worden maar zal zeker enkele jaren goed bewaren en verbeteren.

De echte châteauwijn, de Grand Vin van de abdij – 450.000 flessen in 1996 – komt onder de naam Abadia Retuerta. Het is een blend van 65% tempranillo, 30% cabernet en 5% merlot, en van verschillende bodemtypes: shist, zand en kiezel. Hij gaat voor 18 maanden op vaten van Amerikaanse eik maar met bodems en deksels van Franse eik. Hoog geconcentreerde, diepe en gespannen wijn met een zeer brede smaakonderbouw van rijp, mooi doortimmerd. Grote kwaliteit en grote lengte.

Invoer: Paul De Clerck in Kortrijk, Tel. (056) 35.65.11. De Primicia 1996 kost 286 fr., de Rivola 375 fr. en de Abadia Retuerta 695 fr. Men kan met grote zekerheid voorspellen dat deze wijnen met de komende oogsten, als ze beter gekend zullen zijn, voortdurend in prijs zullen stijgen.

Herwig Van Hove

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content