Souvenirs
Goede voornemens? Ik schoot op 2 januari meteen in gang. Eerste opdracht was de kousenlade. Lila netkousen definitief eruit, idem de bordeaux panty met witte bollen en de kousen die wel-een-haak-hebben-maar-in-geval-van-nood-nog-eens-kunnen-dienen. Zo, dat geeft een opgeruimd gevoel. Over naar de keuken. Zelfde opdracht in de kruidenkast. Kerriepoeder in een schattig mandje, vier jaar geleden gekregen van vrienden die uit Vietnam terugkeerden: weg ermee. Tot stof vergane takjes tijm en kafirblaadjes: in de vuilnisbak. Dezelfde weg voor een zakje minute soup van rond de eeuwwisseling, bokaaltjes met grijs uitgeslagen poeder van eekhoorntjesbrood en dito piment d’Espelette (3 stuks). Een ongeopend flesje truffelolie, ongetwijfeld ranzig geworden. Blikjes specerijen van Jonnie Boer voor Albert Heijn, enthousiast gekocht na aanschaf van Jeruzalem van Ottolenghi. Eén keer gebruikt. Mijn vuilnisbak begint stilaan exotisch te walmen. Nog wat oudbakken kruidnagels en plastic visjes met sojasaus en er komt ruimte. Even een sopje over de plank en ziedaar, een propere, opgeruimde kast met schone bokaaltjes die wachten om opnieuw te worden gevuld.
Maar wacht eens, heb ik ook niet ergens een verzameling onduidelijke flessen staan? In het vuur van het moment ga ik door. Ik stal ze uit op tafel, naast het beeldscherm, en lees een voor een de etiketten. Vecchio Rovere, Ticino. Wat mag dat zijn, drank of azijn? Mooi flesje, dat wel. Omar Khayyam, cabernet sauvignon 2004, van Egypt Air. Dat is wijn, maar vooral een instant beeld van Caïro. Arak, uit Bagdad. Waar is de tijd? Elisir del Prete, ‘un digestivo’ bereid met kruiden, gekocht voor de grappige verpakking. Grappa bianca met een hartje op het etiket. Hmm, dat moet een romantische bui zijn geweest. Vin cotto, duur, ongeopend, maar al wel plakkerig. Als soldaatjes staan ze in het gelid. Wat nu? Uitgieten en leeggoed in de glasbak? Ik kan het niet over mijn hart krijgen, want aan elk flesje hangt een herinnering vast. En iets met alcohol zal niet snel over tijd gaan, maak ik mezelf wijs. Ach ja, er zijn mensen die entreekaartjes bewaren, bij mijn zijn reissouvenirs eet- en drinkbaar. Al staan ze jaren te verpieteren, ik koester ze. En volgende keer koop ik in Baskenland ongetwijfeld weer piment d’Espelette.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier