De meisjesgroepen van de sixties: een cruciaal hoofdstuk uit de popgeschiedenis verklaard aan de hand van fonkelende feestjurken en strakke pantalons.

De musical Dreamgirls recycleert het verhaal (en de garderobe) van The Supremes, terwijl Mary Weiss, de zangeres van The Shangri-Las, voor het eerst in veertig jaar een plaat heeft opgenomen. En zo zijn de meisjesgroepen van de jaren zestig opnieuw razend actueel. Hoe definieer je een meisjesgroep? Wat zijn de voornaamste ingrediënten van het verschijnsel? Een kort overzicht, in vijf punten:

1. Een producer met visie. Phil Spector (knettergek, maar geniaal) en George ‘Shadow’ Morton (idem, zij het op kleinere schaal) zijn legendes.

2. Een team van getalenteerde liedjesschrijvers, met een oor voor melodie en een oog voor de leefwereld van de doelgroep (overwegend tienermeisjes). Met teksten die spreken tot de puber in ons allen. Over gebroken harten en zaterdagnachten, wandelen in de regen en onzekerheid: houdt Johnny/Bobby/Tommy van mij, of houdt hij van een ander (Betty misschien, of Sue)? Teksten over verkeersongelukken, ruzies en ander geweld. Zie The Whyte Boots, wiens zangeres een rivale doodslaat voordat de 2 minuten en 53 secondes van hun single Night- mare helemaal om zijn. Zie LaLa Brooks van The Crystals, die in He Hit Me (And It Felt Like A Kiss) de klappen van haar lief verdedigt. Zie The Hero van Bernadette Carroll, waarin haar Johnny, een voetbalkampioen, sterft in een crash met de teambus (“Everyone died,” zingt het koortje, “everyone!” terwijl Bernadette luid snikt).

Jongens zijn in dit muziekgenre de voornaamste figuren. Rebellen liefst. Onweerstaanbaar (de hunk uit Give Him A Great Big Kiss van The Shangri-Las), of triest (de onbegrepen hippie uit Home Of The Brave van Bonnie & The Treasures, of de jongen die door Mary Weiss de bons wordt gegeven in He Cried van The Shangri-Las, een lied dat eindigt met de verzuchting: “Oh god, wat heb ik gedaan?”) Goed om weten: in het meisjesgroepenuniversum is de jongen perfect. ” He’s a doll”, zongen The Honeys in hun gelijknamige, grootste hit. Een pop, maar dan wel een met haar op zijn benen.

3. Een aantal meisjes (drie, vier, vijf of zes) onder wie een leidster die de teksten uit punt 2 oprecht kan brengen. In bepaalde gevallen kan een meisjesgroep bestaan uit één persoon. Lesley Gore (grootste hit: It’s My Party) is wellicht het bekendste voorbeeld.

4. Gesynchroniseerde danspasjes (hiervoor verwijzen we u graag naar de video’s van The Cake op Youtube).

5. Een aangepaste garderobe, waarover dadelijk meer.

Zwarte stijlkoninginnen

Door zogenaamd ernstige muziekliefhebbers werd lang neergekeken op de meisjesgroepen. Omdat die meisjes hun hits niet zelf schreven, vaak geen instrumenten speelden en dus in feite louter marionetten waren. Aan wier touwtjes dan nog werd getrokken, zo opperden feministen, door seksistische liedjesschrijvers en crazy producers (waarbij dan werd verwezen naar Phil Spector, die zijn vrouw Ronnie redelijk serieus zou hebben mishandeld en ook met een revolver zwaaide naar The Ramones, zelf geen doetjes).

Daarbij wordt gemakshalve vergeten dat The Beatles aan het begin van hun carrière op zemelige wijze hits van meisjesgroepen coverden en dat zowat alle mythische hits van het genre werden geschreven door vrouwen: Jackie DeShannon, Carole King (met Gerry Goffin), Ellie Greenwich (met Jeff Barry) en Cynthia Weil (met Barry Mann) zijn de bekendste.

Gelukkig is het fenomeen de voorbije jaren enigszins gerehabiliteerd. One Kiss Can Lead To Another, een over verschillende cd’s gesmeerde compilatie, werd onlangs nog genomineerd voor twee Grammy Awards, waaronder Best Historical Album. Het zeer erudiete discussieforum van de gespecialiseerde website Spectropop wordt drukbe-zocht. Ronnie Spector, de aanvoerster van The Ronettes, bracht enkele maanden geleden voor het eerst in jaren een plaat uit, zij het zonder veel succes. En op 6 maart verschijnt zoals gezegd het solodebuut van Mary Weiss, Dangerous Game, veertig jaar na de laatste single van The Shangri-Las (die heette, zeer toepasselijk Take The Time).

En dan is er ook nog Dreamgirls, het als fictie vermomde levensverhaal van The Supremes dat ongeveer nu in de Belgische bioscopen aanbelandt, na een succesvolle run in de Verenigde Staten. Dreamgirls is zeker niet de beste film over het meisjesgroepenuniversum. Dat is Grace Of My Heart uit 1996, lichtjes geïnspireerd door de biografie van Carole King. De soundtrack van Dreamgirls, vol futloze afkooksels van de originele Motownsound, is op zijn zachtst gezegd belabberd (en sloeg in de Verenigde Staten een triest record: nummer 1 met het laagste aantal verkochte exemplaren).

Maar gelukkig heeft de kostuumontwerpster van de film erg haar best gedaan. Het enorme succes van Diana Ross & The Supremes had veel te maken met hun bijna eindeloze reeks perfecte hits, maar was gedeeltelijk ook een rechtstreeks gevolg van hun verschijning. Die was zeer verfijnd: satijnen cocktailjurken, liefst met wespentaille, spitse bustes, glitter, torenhoge bijenkorfkapsels. Alsof The Supremes bij Barbie te leer waren gegaan. Groepslid Mary Wilson verfde haar lokken blond: in de jaren zestig was dat voor een zwarte vrouw gedurfd.

Motown, het legendarische platenlabel van The Supremes, had echter geen stilist op de loonlijst en geld voor dure kostuums was er aanvankelijk niet. Tot dan toe hadden de meisjesgroepen in de hitparades er redelijk banaal uitgezien: eenvoudige zwarte jurkjes voor The Chiffons en The Shirelles, olifantenpijpen voor Patty Labelle & The Bluebells. Die groepen waren, tot op zekere hoogte, een vrouwelijke variant van de doo wop-groepen uit de jaren vijftig. Ze zongen geweldig en hun repertoire was fenomenaal, maar hun hits werden uitgebracht in hoesjes zonder foto’s en ze kwamen zelden of nooit op televisie: zwarte vrouwen waren daar zelden welkom. Waarom dan geld en tijd stoppen in hun imago?

The Supremes naaiden hun eerste jurken zelf. Ze brachten vele uren door in de grootwarenhuizen van Detroit, op zoek naar valse wenkbrauwen en dito juwelen. De zelfgemaakte jurken maakten gaandeweg plaats voor outfits van Saks Fifth Avenue (hoogtepunt: een reeks lichtgele Balenciagajurken avant la lettre) en fonkelend maatwerk, veelal ontworpen door Michael Travis, die nog had samengewerkt met de beroemde Bob Mackie, de Amerikaanse koning van de overdaad. The Supremes leken uiteindelijk net zo geobsedeerd door glitter – tegenwoordig zeggen we bling – als de r&b-sterren van het voorbije decennium.

In hun beeldige, uiteindelijk zeer blanke jurken kwamen ze op televisie. De jurken veroorzaakten een culturele dijkbreuk. Niet alleen voor henzelf, maar voor de hele zwarte popcultuur die in de voorafgaande decennia marginaal was gebleven (zwarte hits werden steevast door blanke artiesten gecoverd en verteerbaar gemaakt) en nu een mainstreamstatus kreeg.

Toen The Supremes zich in een redelijk vergevorderd stadium van hun carrière aan een aantal protestsongs waagden ( Love Child, met name), reflecteerde zich dat onmiddellijk in hun imago: voor een televisieoptreden droeg Diana Ross een gele sweater, een boven de knieën afgeknipte jeans-shorts en een jongensachtige mini-afro; de twee andere meisjes zagen eruit als dansende conciërges (zie alweer Youtube, waar u ook kunt kijken naar de video van Muscles, waarin Ross haar bed deelt met een klein leger spierbundels, gekleed in een witte nachtjapon die Veronique Branquinho had kunnen ontwerpen).

De garderobe van The Supremes werd geplunderd door een hele reeks groepen. The Marvelettes droegen op de cover van hun langspeelplaat Sophisticated Soul dezelfde Romeinse Balenciagajurken als Ross en co. Martha Reeves & The Vandellas trokken voor Watchout! eerder eenvoudige, lichtblauwe straplessjurken aan (zéér 2007). Voor de hoes van Black Magic enkele jaren later droegen The Vandellas zwarte turtlenecks en synthetisch uitziende Madame Soleilpruiken. In Engeland werd de stijl van The Supremes gerecycleerd door Dusty Springfield.

Maar de vestimentaire formule van The Supremes werd zeker niet door alle meisjesgroepen overgenomen (zie kaderstuk). Nogal wat blanke zangeresjes en hun impresario’s opteerden voor een onschuldig voorkomen in de stijl van David Lynch: brave Californische blondjes die zich in het donker nog wel eens van een onverwachte kant durfden laten zien. Vaak waren die zangeresjes ook actrices. Zoals Shelley Fabares (wier muzikale repertoire zwaar onderschat wordt), Patty Duke (één perfecte slow: Don’t Just Stand There), Annette Funicello (presentatrice van de Mickey Mouse Club op televisie en daardoor de voorgangster van Britney Spears), of Donna Loren, een surfprinses. Bij de groepen kunnen we The Honeys noemen en Pixies Three. Denk twinsets, nauwzittende trui-tjes en eventueel geruite bikini’s.

Franse vruchten

Mogen we het nog even over The Shangri-Las hebben? Die ultieme groep kleedde zich niet vooruitstrevend maar protopunk. Ze zagen er op hun platenhoezen adembenemend jongensachtig uit: bijna steeds in broek, met hoge laarzen en mouwloze vestjes. In een interview op de website van haar platenlabel Norton Records (essentieel leesvoer voor fans) heeft zangeres Mary Weiss alleen maar minachting voor de kleren uit haar jeugd. Ze was toch een heus stijlicoon? “Who cares?” is haar antwoord. Rock-‘n-roll is muziek en attitude, mode heeft daar niets mee te maken.

Op de zeer mooie cover van hun Golden Hits dragen The Shangri-Las nauwzittende jeans in zuurtjeskleuren: roze, lichtblauw en lichtgroen. “Ik zie er onnozel uit”, zegt Weiss. “Ik was helemaal niet blij met die foto. En dan die laarsjes… De outfits op de hoes van The Leader Of The Pack: dat was mijn ding. Dat waren wij. Een wit hemd, een vest en een zwarte broek. Er was veel om te doen. Ze vonden ons ruig. Ik kocht mijn broeken in een mannenwinkel en de mensen keken soms vreemd op.” Waarom The Supremes oude damesjurken droegen en The Shangri-Las spannend denim? Niet iedereen ziet er goed uit in jeans.

Tussen haakjes: een van de mooiste nummers van The Shangri-Las heet Dressed In Black. De geschiedenis van de popmuziek dient dringend herschreven te worden; The Shangri-Las waren véél belangrijker dan The Beatles, The Sex Pistols of Joy Division.

Laatste halte: Europa. In Frankrijk was de muziek secondair. Daar primeerde de verpakking. De meeste meisjes (en jongens) beperkten zich tot het adapteren van Amerikaanse of Italiaanse hits. Maar hun garderobe was onberispelijk. Een gevolg wellicht van het succes van Salut Les Copains, een fantastisch poptijdschrift met een unieke visuele identiteit. Schoolvoorbeeld: Sylvie Vartan. Zij had haar eigen, goedkope kledingmerk, Création Sylvie Vartan (de collecties werden ontworpen door Christiane Bailly en Emmanuelle Khanh). Bally lanceerde een Sylvie Vartanschoenencollectie, Kelton zorgde voor de horloges. Haar kapsel, de coupe Sylvie, werd door het meisjesblad Mademoiselle Age Tendre uitgeroepen tot het beroemdste kapsel van Frankrijk. Voor optredens droeg Vartan haute couture van Marc Bohan (voor Christian Dior) en Yves Saint Laurent (en later Bob Mackie, Jean-Paul Gaultier, Karl Lagerfeld). Ze liet zich fotograferen door Guy Bourdin, Jean Loup Sieff en Helmut Newton, poseerde voor Vogue en Elle, en stelde haar kleerkast tentoon in het modemuseum van Parijs. Françoise Hardy? Gelijkaardig verhaal. Idem dito voor een legertje minder bekende starlets, van Karo ( Un garçon en mini-jupe) tot Clothilde ( La chanson bête et méchante).

En de andere Europeanen? Die konden de Françaises amper volgen. De Italiaanse hitparades werden aangevoerd door prozaïsche ravotters als Rita Pavone en Caterina Caselli en door de enigszins excentrieke Mina. De belangrijkste Belgische bijdrage aan het genre was Dominique van S£ur Sourire, een saffische non in religieus gewaad. Dan liever Liliane Saint-Pierre, met blonde lokken, lurex jurk en donkere make-up, op de hoes van haar eerste langspeelplaat.

Door Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content