Sinds een aantal jaren worden de skipistes bemand met nieuw volk : de snowboarders. Hun opmerkelijke verschijning blijkt geen modegril, zoals die van de swingbo-ers en de monoskiërs. Ze brengen een heel andere wintersportcultuur met zich mee.

Pascal Baetens

P atrick Dens (29), tweemaal Belgisch kampioen slalom en voorzitter van de Belgische Snowboardfederatie, en Joeri Van Vliet (16), juniorenkampioen freestyle, weten waarover ze het hebben : het zijn twee van onze meest prominente snowboarders, en daarom onze gids.

Het alpiene (waaronder het slalommen) en de freestyle zijn de twee erg verscheiden takken van het snowboarden.

Patrick Dens : ?Kreten als het ‘Ski Heil’ van de skiërs kennen echte snowboarders niet. Alleen een prille snowboarder begint wel eens te gillen of te chippen of zo. Bij de hardcore snowboarder werkt dat eerder contraproductief. ‘Chillin’ krijg je dan vaak te horen, d.w.z. relaxeer en doe het een beetje kalm aan, de snowboardwereld heeft immers tijd genoeg. Het taalgebruik is cooler. ‘Relax’ wordt ook heel veel gebruikt, vooral in freeride- en freestyle-aangelegenheden. Qua taalgebruik hebben de freestylers een waanzinnige terminologie, met stevige Amerikaanse invloeden.

De cultuur van de slalommer gaat meer in de richting van het skiën, hoewel hij er zich wel van distantieert. Dit is de meer beschaafde groep. Er is echt een gigantische kloof tussen slalommers en freestylers, hoewel ze stilaan naar elkaar beginnen toe te groeien. Je merkt het aan de herkomst van de snowboard-disciplines : windsurfers gingen slalommen, skateboarders freestylen. Vandaar ook het verschil in look : de freestyler met zijn patatzakbroek, en de slalommer in zijn iets sportievere, strakkere, maar toch sterk snowboardgerichte kledij.

‘Chillin’ hebben we al gehad, dat is om iemand af te remmen. Maar het kan ook anders gebruikt worden. Als je ‘Komaan, iet’s chillin’ hoort, heb je veel kans dat ze met zijn allen een joint gaan roken. ‘Relax’ wordt ook veel in die richting gebruikt.?

Joeri Van Vliet : ?’A fond la caisse’, dat is er volle bak invliegen, bijvoorbeeld als je een schans ziet en je wilt uitdrukken dat je alles op alles zet om de waanzinnigste move te maken, verstand op nul en vooruit.?

Patrick Dens : ?Veel van die terminologie komt uit de rap-wereld. Of is gepikt van iets op tv, Shotgun is zoiets. Als jij zegt : ‘Shotgun blonde juffrouw daar’, dan heb je de prioriteit om die juffrouw te versieren. Of je zegt ‘Shotgun piste’ als er meters maagdelijke witte sneeuw ligt, dan mag jij als eerste van die piste naar beneden,?

Muziek en eetgewoontes. Van Vliet : ?Vooral hiphop en dan vooral ‘The Wu-Tang’ en ‘Naf’ zijn populair. Rap en hard-core kan ook. Battery bijvoorbeeld. House niet. Daar zit een snowboarder niet mee. Rap, hiphop, misschien lichtjes soul music, in andere versies dan.?

Dens : ?Junkfood schrikt de hard-core snowboarder zeker niet af, hoewel er ook een paar vegetariërs tussenzitten, vooral bij de meisjes. Ik spreek hier weeral over de freestylers. Van survivaltoestanden kijken ze niet op. Slalommers zijn meestal mensen met een vaste basis, een redelijk budget, die op appartement gaan. Die bereiden de reis voor, terwijl een freestyler ergens naar toe kan trekken en ter plaatse moet zien te overleven. In de auto slapen of op de grond, op een matras in de gang, dat hoort er een beetje bij. Sommigen doen dat een heel seizoen. Ze gaan zelfs op terrassen overschotjes van andermans eten opeten, Dat is geen uitzondering, dat gebeurt. Alcohol, dat is me sterk opgevallen, is weinig populair. Ze gaan eerder voor softdrugs. Liever een jointje dan een pint.?

Van Vliet : ?In elk geval eerder wijntjes dan pintjes, of een cola. En dat van die jointjes klopt wel, dat zie je inderdaad veel.?

Dens : ?Met groepen die nogal samenhangen, kan er in het nachtleven wel het een en het ander gebeuren, zeker als die jongeren niet direct een vaste relatie hebben. Dat zie je hier in België ook. Tijdens de eerste worldcup die ik zelf heb meegemaakt, in Avoriaz, hadden wij de bedden op het terras van het appartement gezet en alle matrassen op de grond gelegd. Het lag er vol lakens, dekens en slaapzakken. Elke morgen werden wij met pakweg twaalf man wakker in onze studio van vier. Vanwaar die allemaal kwamen, weet ik niet. Iedereen die er toen bij was, spreekt er nog over als over de tofste wedstrijdweek ooit. We zijn gezonde jongens.?

Van Vliet : ?Het hangt van persoon tot persoon af. Ik ben eerder teruggetrokken op dat gebied.?

Dens : ?Toen ik in 1989 met snowboarden begon, was ik bij de eerste generatie snowboarders in België. Ondertussen ben ik een van de oudere, ik word volgend jaar dertig. Er is wel een klein aantal oudere mensen, meestal sportmensen, beginnen snowboarden, maar de grote groep, de aangroeigroep zijn de jongeren. Vroeger gingen ze allemaal met hun ouders skiën, maar dat is nu veranderd : de helft kiest voor het skiën en de helft start met snowboarden. Het aantal snowboarders groeit in vergelijking met de skiërs. Misschien wordt het ooit fiftyfifty. Snowboarden is ook nooit een gadget-rage geweest zoals swingbo of monoski, het is een echte sport. Je kan het niet meer wegdenken uit de ski- of beter de sneeuwwereld. In de toekomst zal het alleen nog maar toenemen. Met heel de cultuur die errond hangt, zullen nog meer jongeren gaan snowboarden.?

Van Vliet : ?Ik zag onlangs een oude dame op een slalomboard. Die had je moeten zien bochten nemen, niet gewoon. Ik vroeg haar hoe oud ze was. 72 ! Ik denk dat hoe langer hoe meer mensen van 50 en ouder met snowboarden gaan beginnen.?

Dens : ?Iedere snowboarder heeft een aantal radicale jaren, zoals iedereen zijn radicale jaren heeft, maar die op een andere manier uit. De freestyler uit dat in zijn freestyle-omgeving door zijn kledij en gedrag. Als hij ouder wordt, krijgt hij verantwoordelijkheden, trouwen, kinderen, de normale evolutie van zaken. Het gedragspatroon neigt niet meer naar het extreme. Zo iemand loopt niet met groen haar rond of gooit niet met pizza’s door het restaurant. Maar de roots zitten er nog, hij kleedt zich sportief, gedraagt zich sportief, en dat zie je eraan. Als ik dat vergelijk met kerels waarmee ik in het leger of op school heb gezeten : huisje, tuintje, golf diesel, hond, vrouw, kind. Het is gedaan, ze komen niet meer buiten. Het snowboarden houdt mij in een jonge sfeer, zowel qua lichaam als qua geest.?

Infrastructuur van de wintersportgebieden. Van Vliet : ?Er wordt gelukkig steeds meer voor snowboarders gedaan, maar het kan nog beter. De meeste gebieden hebben nu wel al een half-pipe en een funpark. Ik denk niet dat ze al echt veel skiërs aanzetten om de overstap te wagen. Wel bouwen ze funparken en leiden ze monitoren op. De skileraars van de Franse skischool moeten een tweede optie nemen. Sommigen verkiezen telemark, maar de meesten snowboarding.?

Dens : ?Het is een kwestie van geld. Als je als skigebied vanuit een conservatieve houding snowboarders wil buitenhouden, jaag je niet alleen de snowboarders weg, maar ook de skiënde familie, die misschien al jaren vaste klant was en waarvan de zoon of dochter nu wil gaan snowboarden. Het is dus kwestie van te volgen om de centen binnen te krijgen. Het snowboardfenomeen brengt veel geld in het laatje. Waarom verkoopt elke sportwinkel nu rollerblades in plaats van skateboards ? Gewoon omdat dat geld opbrengt.

Rollerbladen ligt technisch dicht bij het klassieke skiën, terwijl skateboarden dichter bij snowboarden ligt. Toch geraakt de skeelende jeugd eerder gefascineerd door het snowboarden, omdat de meesten gaan rollerbladen op een skateboard-piste en daar in de snowboard-gerichte sfeer geraken. Voor ouderen ligt dat anders, zij rollerbladen op vlakke stukken langs een kanaal of zo.?

Van Vliet : ?Ik doe er niet aan mee. Er zijn er te veel van. Veel respect heb ik er niet meer voor, ze krijgen een onaangename mentaliteit. In skateparken mogen skateboarders nog maar een paar uurtjes per week binnen, terwijl skeelers er heel de tijd binnenmogen. Ze komen wel in contact met de skatecultuur en zullen toch eerder tot snowboarden dan tot skiën overgaan, denk ik.

Ik heb niet veel problemen met skiërs. Ik denk dat het probleem de laatste tijd fel verminderd is, omdat de skiërs hebben ingezien dat de snowboarders zullen blijven.?

Dens : ?Skiërs die heel radicaal skiën, die in een half-pipe gaan, die over een high jump vliegen, worden zeker geaccepteerd door de snowboarders. Vorig jaar zag ik in een high air contest voor snowboarders een skiër twee keer zo ver springen als de snowboarders. Die werd niet uitgefloten, maar met waanzinnig applaus bejubeld. Het is eerder de conservatieve skiër die wat moeite heeft met de snowboarder.?

Van Vliet : ?Op mijn tien, elf, op reis met een jeugdbeweging, stond ik voor het eerst op een plank, en rond mijn twaalfde heb ik definitief voor het snowboarden gekozen. Het is immers veel cooler dan skiën. Verder doe ik nog aan wakeboarden, met een snowboard-achtige plank achter een motorboot glijden, surfen ook en skateboarden natuurlijk, vooral in de zomer. In zomerskigebieden als Tignes plaatst men ook half-pipes voor skaters, en daar is altijd veel volk.?

Dens : ?Als kind was ik slecht in groeps- en vooral balsporten. De kick van snelheid en gevaar zag ik meer zitten. Als jonge knaap ging ik vooral skateboarden en BMX-crossen, waar een sterk evenwichtsgevoel voor nodig is. Ik heb ook een tijd fanatiek geskied, zelfs aan wedstrijden meegedaan, ik kom namelijk uit een generatie ouders die hun zoon mee uit skiën namen. Dat glijden op de sneeuw deed ik al van mijn 7 jaar. Tegen mijn 18de, met een auto in het bereik, ben ik beginnen windsurfen. ’s Zomers ging ik twee maanden naar de Caraïben of Canarische eilanden om te surfen. Dat was slapen, eten en surfen, niets meer. Ja vrouwen, maar die zaten mee in dat slapen. Ik was constant op zoek naar radicalere zaken, de golven, hoe hoger, hoe beter, de wind, hoe harder hoe beter, ik ben wel eens de dag na een orkaan gaan surfen. En de zwarebeachparty’s met alles wat erbij hoort. Ik was 100 % radicaal in alles wat ik deed. Op een dag zei een vriend tegen mij : ‘Man, jij moet snowboarden’. Op de kunstpiste van Aspen (Antwerpen) leerden skiërs als Francois Stander mij de basistechnieken van het slalommen. Dat eerste jaar schreef ik me voor de grap in voor een wedstrijd en eindigde derde. Grote verrassing, want er waren grote talenten uit Nederland en België aanwezig. Ik vond gemakkelijk sponsors, en zo ben ik verdergeraakt.?

Van Vliet : ?Ik ben nu al twee jaar Belgisch juniorenkampioen freestyle. Ik ben dit jaar naar de World Cup in Japan geweest en vorig jaar naar de Nation’s Cup in Avoriaz, een competitie tussen landenploegen. We eindigden voorlaatste, maar dat is normaal, want onze ploeg is gewend op kunstpiste te snowboarden en sneeuw is toch een ander gevoel. Laat de sneeuwspecialisten maar eens naar hier komen. Maar in de sneeuw zijn Axel Pauporté en Demir Julia al echte pro’s, super cool. Spijtig dat er in België niet echt iemand achterstaat, maar in Nederland komen ze al eens in magazines, zij kunnen het echt internationaal waarmaken. Axel heeft zelfs zijn eigen promodel bij ABoard zoals elke top-snowboarder zijn model bij zijn merk mag ontwerpen. Ik hoop binnen enkele jaren ook zover te staan.?

Dens : ?Ik heb altijd tot de top drie behoord van het Belgisch kampioenschap, dat ik trouwens zelf organiseer. In de sneeuw heb ik een aantal open nationale kampioenschappen meegemaakt, in de World Cup wel eens een paar punten gescoord. Nu organiseer ik zelf wedstrijden op de kunstpiste. Binnen een straal van 50 km vindt elke Vlaming wel een piste : Gent, Antwerpen, Brussel, Genk. Vele jongeren kunnen geen driemaal per seizoen naar de Alpen voor een Belgische trofee, laat staan dat ze aan het internationale circuit willen deelnemen. Een viertal zaterdagavonden in België, dat is wel heel goed realiseerbaar, er komt ook veel volk op af. De wedstrijden zijn altijd opgesplitst in een slalom- en een freestyle-event, met de spectaculaire sprongen als hoogtepunt.?

Dens : ?Freestyle-sprongen zijn echte stijlfiguren. Er wordt gelet op de rotatie van de springer, zowel horizontaal als verticaal, op de grab de manier hoe hij zijn board tijdens de vlucht vastneemt , en op de houding van de plank. De bewegingen in de vlucht zijn het best te omschrijven als salto’s en schroeven, maar gebruik die woorden niet, want dat is terminologie uit de Olympische spelen, en die wordt niet getolereerd. Schrijf maar misty of big bacon. De sprongen hebben elk hun naam. Een One Eighty is bijvoorbeeld een sprong waarbij je 180 graden om je as draait, 360 is volledig om je as. Bij 720 heb je al zo’n rotatie dat je bijna opstijgt. Bij een fakey vertrek je in tegenovergestelde richting.?

Van Vliet : ?Gewoon rechtdoor is stiffy, mute is met de voorste hand het board aan de teenkant vastpakken, indy met de achterste hand. Dan heb je nog tail grab, stail fish en street air, en dan kan je gaan combineren. Dit zijn zowat de basisbewegingen. Back side air is met je voorste hand voor je voorste voet de plank scheeftrekken en de onderkant laten zien.

Een snowboard is gemaakt voor poedersneeuw. Je zweeft over de sneeuw, dat is gewoon het einde.?

Dens : ?Freestylers zetten zich meestal met zijn allen rond een half-pipe en gaan daar heel de dag te voet op en neer. Een slalommer raast liefst pistes naar beneden en neemt de lift weer naar boven. Maar het gevaarlijke spel buiten de piste wordt samen gedaan. De meeste snowboarders hebben wel niet de neiging te voet de Mont Blanc op te klimmen voor die ene waanzinnige kick daar naar beneden te gaan. Dat is meer voor adventure-mannen. Snowboarders huren een helikopter om boven te komen. Kwestie van relaxen dus. Zij gaan tot waar de lift hen brengt, tot waar zij redelijk gemakkelijk geraken. Een echte inspanning, vergeet het, dat doen ze nooit. Tenzij voor foto of voor film, voor zichzelf niet. Ik doe het zelf ook niet, hoor.?

Dens : ?Op lange vlakke stukken moet je soms van hoog vertrekken om het laatste deel niet te voet te moeten doen. Daar hebben freestylers met hun soepele borden het soms moeilijk mee. Maar als je heel goed bent, bereik je met zo’n board bijna de snelheid die je met een raceboard haalt. Waanzinnig. Als ik op mijn raceboard sta, ben ik 100 % zeker dat ik heelhuids beneden kom, maar met een freestyle-board is er een kans dat ik ergens tegenknal. Ik heb eens een ruil gedaan met een freestyler, ik kan u zeggen, dat was heel moeilijk, een hele aanpassing. De schoenen en bindingen zitten losser, dat draait niet zo goed. Ik stond er niet rustig op. De perfecte grip van een raceboard heb je op dat freestyle-board niet. Die freestyler vond het wel cool eens met een raceboard te carven. Bij de minste beweging reageert die plank immers.?

Van Vliet : ?Toen ik begon, stond ik wel eens op een slalomboard. Dat was nog met skischoenen. Sindsdien niet meer, en ik denk niet dat ik het nog zal doen, tenzij om het tegendeel te bewijzen aan wie beweert dat ik er niet mee overweg kan. Mijn eigen Nitro-free rideboard blijft veruit het leukste.?

Voor info over snowboardmogelijkheden in binnen- en buitenland : de Belgische Snowboardfederatie, tel. en fax (03) 458.43.41.

Foto boven : Patrick Dens (29), tweemaal Belgisch kampioen slalom en voorzitter van de Belgische Snowboardfederatie.

Onder : Joeri Van Vliet (16), juniorenkampioen freestyle.

Freestyle-sprongen zijn het best te omschrijven als salto’s en schroeven, maar worden misty of big bacon genoemd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content