Snobisme voor beginners

Zich te willen onderscheiden is menselijk, maar stoot nooit je hoofd. Schrijver Oscar van den Boogaard ziet in zijn woonplaats Sint-Martens-Latem dagelijks hoe parvenu’s elkaar met moderne kasteelwoningen en zwarte Porsche Cayennes proberen te imiteren, om toch maar tot een elite te behoren. Hij maakt een vlijmscherpe analyse van de prototypes. Zijn conclusie: een verfijnde smaak valt niet te kopen.

De culinaire snob

Ik ken een man die zo’n gastronoom is dat hij zich boven andere mensen voelt staan. Als hij een feestje geeft, staat hij drie dagen lang in de keuken. Hij reikt je een schotel aan met een blik van : ‘parels voor de zwijnen’. Het zwijn ben ik, omdat ik niet het vocabulaire heb om te benoemen hoe bijzonder het is wat hij ons heeft voorgeschoteld. Al zijn gasten voelen zich door hem in verlegenheid gebracht. De dinertjes die hij geeft zijn nooit leuk, iedereen is bang van hem. Zijn vrouw is opgehouden met koken omdat ze niet meer tegen zijn commentaar kan. En ook zijn kinderen gaan gebukt onder de hoge eisen die hij stelt als het op eten aankomt. Het is een vreemde paradox, want hij heeft het altijd over genieten maar hij is nauwelijks in staat te genieten. De gastronoom en zijn gezin geraken sociaal geïsoleerd. Ik nam hem mee naar mijn lievelingsrestaurant in Antwerpen, maar hij vond op de kaart geen wijn waar hij goesting in had. “U mag voortaan uw eigen fles meenemen”, hebben ze hem daar voorgesteld. Omdat ze geen zin hebben in zeurpieten. Ik neem hem nooit meer mee naar een restaurant en ik geef hem ook nooit meer een fles wijn want nooit is het goed. Hij kan niet eens doen alsof hij blij is, zo’n gastronoom is hij.

Exotisme

Je denkt dat je origineel bent, dat je niet bent als de anderen, dat je straks even helemaal weg zult zijn in een andere wereld waar alles mooier is en frisser en gezonder. Je vliegt naar Helsinki, helaas in een vliegtuig vol culturelemeerwaardezoekers die het massatoerisme en masse ontvluchten, en allemaal op zoek zijn naar iets wat met zuiverheid te maken heeft. Je zit diezelfde middag in een authentiek Fins café tegenover de kathedraal vol Europese cityhoppers die bladeren in de tijdschriften die je in alle wereldsteden ziet liggen. Wallpaper, Vogue, Architectural Digest, World of Interiors, Interview, Dazed & Confused, Arena Magazine, Monocle. Lurkend aan hun soja latte’s kijken de culturelemeerwaardezoekers elkaar aan. Je weet precies waar ze hun kleren hebben gekocht, hoe ze hun appartementen hebben ingericht, van welke films en boeken ze houden. Je begint je nu heel ongemakkelijk te voelen. In dit café dat in alle reisgidsjes wordt genoemd voel je je honderd-in-een-dozijn. Waar zijn de Finnen ? Waar is het authentieke Scandinavische leven ? Er valt niets aan te doen, we bewegen ons in grote groepen, en ook de schatten die we morgen mee naar huis nemen zijn allemaal dezelfde. Straks gaan we allemaal shoppen bij Iittala (porselein van Arabia), Artek (een tulpenvaas ontworpen door Alvar Aalto) en Marimekko (een toilettas, een sjaal, een paar meter bloemenstof). Ik wil me onderscheiden. Ik koop helemaal niets.

De interieursnob

De interieursnob leest de Architectural Digest, het tijdschrift gewijd aan de mooiste interieurs van de wereld. De behoefte van mensen om hun innerlijk met anderen te delen herken ik als schrijver natuurlijk wel. Het wonderlijke is dat er in Architectural Digest vooral interieurs staan die helemaal geen innerlijk laten zien. Geen spoor van authentieke, zelfstandig denkende bewoners. Ik ken een galeriste in Berlijn, de meest onpersoonlijke vrouw die ik ooit heb ontmoet, totaal fake. Ze verkoopt onpersoonlijke kunst aan mensen net zoals zij, onpersoonlijke mensen die geen idee hebben van wat ze mooi vinden, maar ze hebben wel veel geld. Zij heeft voor de verbouwing van haar appartement een architect in de arm genomen die geen persoonlijke smaak heeft, het liefst Gucciwinkels inricht, met veel spiegels en glanzende witte vloeren, en daarna heeft ze bij de Design-Polizei van Berlijn fifties- en sixtiesmeubels gekocht. Het appartement ziet eruit als een plaatje. Daarna is de ploeg van Architectural Digest gekomen en die hebben alles keurig gefotografeerd en nu is ze dolgelukkig want haar interieur staat op de cover van hét tijdschrift voor de mooiste huizen van de wereld. Haar appartement ligt in de eerste socialistische straat van voormalig Oost-Berlijn, de modelwoning van het socialisme is veranderd in een modelwoning van het kapitalisme, een vacuüm waaruit al het leven gezogen is, maar waar iedereen zich toegang tot kan verschaffen want niemand is thuis.

The Adress

Vergeet Sint-Martens-Latem, Londen, Tokio, Parijs. Dubai is bezig zichzelf aan de wereld te verkopen. Het noemt zichzelf het financiële en culturele middelpunt van de aarde. Het ligt op de tweesprong van India en het Midden-Oosten, op gelijke afstand van Europa en Azië. Midden in dat stralende middelpunt verrijst de hoogste toren van de wereld. De Burj Dubai Tower, ook wel bescheiden The Address genoemd. De meest exclusieve plek ter wereld om te wonen. De precieze hoogte wordt officieel gedurende de bouw nog geheim gehouden, maar verwacht wordt dat de 750 meter ruimschoots zal worden gepasseerd. Meer dan 200 verdiepingen. Het interieur zal worden aangekleed door Giorgio Armani. Verder zal het eerste Armani Hotel de onderste 37 verdiepingen betrekken. Burj Dubai wil niet alleen het hoogste gebouw zijn, maar vooral aan de hoogste aspiraties voldoen. Het noemt zichzelf een monument, een juweel, een icoon. ” Burj Dubai will be known by many names. But only a privileged group of people will call it home.” Ga naar de beste restaurants ter wereld, met de lift, beleef de stilste plek op aarde in je woonkamer, kijk naar het adembenemende rondcirkelen van slechtvalken voor je raam, aan je voeten ligt de wereld van geld, shopping en entertainment, en boven je hoofd, de hemel, sereniteit en eeuwige rust. Bovenin The Adress woont God. Not over my dead body.

Gaatjesschoenen

Ik heb gaatjesschoenen gekocht, heel dure. Na mijn rechtenstudie kon ik geen gaatjesschoenen meer zien. Ik had daar toen extreme ideeën over waarover ik me nog steeds schaam. Ik deelde het mannelijk deel van de mensheid op in twee categorieën. Zij die gaatjesschoenen droegen en zij die dat niet deden. Ik meende dat jongens met gaatjesschoenen meer waard waren dan die met sportschoenen aan. Gaatjesschoenen waren tijdloos en hun dragers waren stijlvol. Sportschoenen waren slechts gericht op snelheid. Hun dragers hadden het leven uitgeroepen tot een sportieve aangelegenheid. Iedere stap gezet met een sportschoen was dan ook een stap van vergetelheid. Iedere stap gezet met een gaatjesschoen was een stap van overdenking. De gaatjesschoenendragers deelde ik ook op in twee categorieën : zij die de juiste gaatjesschoenen droegen en zij die dat niet deden. Een foute gaatjesschoen was te herkennen aan het soort leer, de hak en de neus. Meestal droegen de foutegaatjesschoenendragers ook nog witte sokken. Dat maakte de mislukking compleet. Zonder deze mensen gesproken te hebben kon je hun doopceel lichten. Eén ding stond vast : ze waren fout. Na mijn studie en een paar maanden advocatenwerk verdroeg ik mannen op gaatjesschoenen niet meer. Ik wilde ze nooit meer dragen. Wel sportschoenen en cowboylaarzen. Vijftien jaar zijn verstreken. Nu kan ik er op een andere manier naar kijken. De juiste gaatjesschoenen zijn wel héél mooi. Dit paar van Church is zijn vijfhonderd euro meer dan waard.

Boekensnobisme

Na een signeersessie op de boekenbeurs heb ik meer dan genoeg boeken gezien. Meestal heb ik dan zin om zonder boeken te leven en er nooit meer een te schrijven. Ik heb nooit de ambitie gehad om veel boeken te hebben, omdat je ze toch niet allemaal kunt lezen. Ik word somber van boeken om je heen, waarvan je weet dat je ze nooit zult openslaan. Ook heb ik het idee dat ik nooit een complete boekenverzameling kan hebben. Dan liever een bezoek aan een bibliotheek. Ik ben in mijn leven vaak verhuisd en dan weet je ook hoeveel boeken wegen. Toen we hier naar Latem verhuisden, hielp een oudpapierhandelaar ons met zijn vrachtwagen en bij iedere doos vol boeken die hij mij aanreikte zei hij hoeveel ze waard was. Literatuur of niet, het was voor hem oud papier. Een bevriende binnenhuisarchitect, die zich laat betalen per kubieke meter, moet voor een Belgische miljonair een kasteel inrichten. In de bibliotheek heeft hij honderd meter boeken nodig om de ruimte warmte, karakter en charme te geven. Hij wil leren banden, antieke boeken over verschillende onderwerpen. Kunst, sport, biografieën, literatuur, muziek, geschiedenis en wetenschap. Dat is nog eens nouveau riche ! Bij Classic Bindings LTD in Londen vind je Leather Bound Books Sold by the Foot for Decorative Purposes ! De prijzen variëren van 85 tot 325 pond (119 tot 425 euro) per voet. Wanneer boeken decor worden, is de schrijver dood.

De ingedaalde snob

Wat is het toppunt van luxe ? Niet wat in dure advertenties aan de man en vrouw wordt gebracht. Wél bijvoorbeeld : een middagje vrij, in het zonnetje zitten, gsm uit, kijken naar de mensen die voorbijkomen, zonder te denken aan alles wat je moet van jezelf of van anderen. Gewoon daar zijn in het nu, een praatje maken met een onbekende, het gevoel dat je leven een verhaal is, en dat jij daarin de hoofdrol speelt, dat alles onderdeel is van een groot majestueus plan. Een poes die komt aanlopen en langs je benen strijkt, het gevoel dat je ruimte hebt, dat je alle kanten op kunt, dat je van niets afhankelijk bent, de geur van een bloesemboom. Het toppunt van luxe is je ogen sluiten en even denken aan God of aan geen God, je even proberen te concentreren op het wezenlijkste wat er is, waardoor al het andere minder belangrijk wordt. Echte luxe heeft niet met materie te maken maar met ontvankelijkheid, achterover vallen in het gras en naar de lucht kijken. Het toppunt van luxe is als je ophoudt te rekenen hoeveel je hebt en hoeveel je nog moet krijgen, dat je niets nodig hebt behalve dit heerlijke moment. Het klinkt zo gemakkelijk, en voor iedereen te realiseren, maar het is zo moeilijk. Het is wat de luxe-industrie met alle middelen probeert te ontkennen : echte luxe is niet te koop, je moet het jezelf toestaan.

Miljardair

Mijn vriendin Béatrice is Parisienne, miljardaire et toute seule. Ze kan doen wat ze wil. Haar probleem is dat ze niet weet wat ze wil. Shoppen is haar favoriete bezigheid. Toen ik deze week bij haar logeerde, riep ze uit : ” Moins c’est cher, plus c’est chic ! Sharon Stone koopt bij Gap, Jessica Parker bij H&M, Claudia Schiffer bij Petit Bateau.” Béatrice gaf haar chauffeur opdracht ons naar Zara te rijden. Ik haat Zara, omdat ze alles kopiëren en jonge designers kapotmaken. Ik word ongelukkig van al die mensen die in de rekken aan het graaien zijn en met stapels kleren naar de kleedhokjes gaan. Alsof kleren niets waard zijn. Béatrice kijkt verliefd naar een V-halstruitje. “Het kost maar 20 euro !” roept ze vertederd. Ze drukt het truitje tegen haar wang. “Dit is alles wat ik vandaag wil kopen.” Ik stel voor de aanschaf te vieren. Ze wil geen champagne in Flore. We zitten gewoon naast elkaar op de stoep met een flesje water. Ze zegt dat ze best een tijdje in de banlieue zou willen wonen. “Arme mensen zijn sexy”, beweert ze. Ze zou wel een opgeschoten Afrikaan in een trainingspak willen hebben, “want l’Afrique, c’est chic“. Ze haalt haar V-halstruitje van Zara uit de blauwe papieren zak. Ik heb haar in geen tijden zo gelukkig gezien.

Door Oscar van den Boogaard

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content