Reacties : jp.mulders@skynet.be

Dan komt de dag waarop ik de cd van Eels in de lader pleur. Beautiful freak, met dat meisje met de grote poppenogen die ik vier jaar lang geschuwd heb. Vele keren heb ik hem haastig teruggezet, wanneer mijn vingers hem toevallig raakten in het rekje. Alsof er schrikdraad omheen gewikkeld zat. Beautiful freak is immers de cd die Zij mij ooit heeft aangeraden, in mijn prille goedgelovigheid. In het stomme vuur van mijn verliefdheid. Lang heb ik gedacht dat ik hem nooit meer zou durven af te spelen. Bijna heb ik hem eens weggegeven, maar daar had ik ook het hart niet voor. Nu zet ik hem op en luister ernaar, zonder een krimp te geven. Ondertussen vouw ik T-shirts en lees wat in een boekje over yoga voor katten, zonder dat ik daar verder iets bij denk dan dat het toch wel een mooie cd is. Zonde dat ik daar in geen vier jaar nog naar luisterde.

Vandaag is zo’n dag waarop alles smooth & gentle lijkt te gaan. Zo’n dag waarop al mijn spieren glad aanvoelen en ik mijn zegeningen tel. De wereld lijkt alleen maar uit aardige, plooibare dingen te bestaan, die in warme golfjes komen. Verkeerslichten blijven groen, zelfs al waren ze dat al toen ik ze van mijlenver naderde. Mensen lachen naar me en houden vriendelijk deuren voor me open. Zou het dan toch zo zijn dat er zoiets als een positief ‘energieveld’ bestaat, dat woord waarvoor ik altijd zo’n achterdocht heb gevoeld omdat het doorgaans gebruikt wordt door hen die verder ook in shiatsu, Feng Shui en de demonuitbannende werking van zuiver bergkristal geloven ? Ooit vertelde iemand mij zelfs dat het onheil brengt als je het deksel van het toilet open laat staan. Na elke plasbeurt moet ik daar domweg toch weer even aan denken. Als ik een mindere dag heb, klap ik de plee dan met een nijdige beweging dicht. Men moet het lot niet tarten.

This could be your lucky day… in hell. Zoetgevooisd en als een muzikale Swiffer veegt track 11 alle hoekjes van de woonkamer schoon. Nu nog zorgen dat ik geen heimwee krijg naar het heimweeën. Want ook dat is mogelijk. In de krant lees ik dat het Dash-tonnetje terug van weggeweest is. In een limited edition van 200.000 exemplaren, want “de doos van vijf kilo is niet meer aangepast aan deze tijd”. Dat vind ik niet erg. Soms voel ik mij zelf niet aangepast aan deze tijd. Reken dus maar dat ik straks naar de supermarkt ren om mij zo’n tonnetje te halen. Lang geleden stond er eentje in mijn speelkamer. Mijn moeder had het bekleed met behangpapier. Schotse ruiten. De herinnering is zo tastbaar dat ik zelfs niet opgemerkt heb dat het Dash-tonnetje al twintig jaar ‘uit het straatbeeld’ is verdwenen.

Boven het bericht staat te lezen dat een derde van de Europese werknemers niks leuk vindt aan zijn job. Dat althans is mij bespaard gebleven, denk ik met een zekere voldoening en trots. Mijn job is mijn speeltuin, een huis van peperkoek en drop, hoewel er ook niet zo gek veel is terechtgekomen van de dromen die ik in de tijd van het Dash-tonnetje koesterde. Toen was ik nog copiloot van een B52, waarvan de stuurknuppels stofzuigerstangen waren, en reisde ik met mijn vriendjes Geert en Steven naar de planeet Karotustik. Zelfs daar kan ik nu nog amper heimwee naar voelen.

Ik sla de krant dicht, het zoveelste papieren doodskleed dat weinig galant werd uitgespreid over de slachtoffers van de tsunami. “De grootste natuurramp” ooit, las ik op verscheidene plaatsen, met die hang naar records en superlatieven die mensen zelfs in het macabere hebben. Ik zal nooit vergeten waar ik was toen ik voor het eerst over de ramp in Azië hoorde berichten : op de snelweg tussen Kortrijk en Gent, waar een lage zon de velden verlichtte op die bevroren manier die het hart aan het huppelen brengt. De sfeer was zo broos en poëtisch dat ik het hoofdpunt van het nieuws eerst niet kon geloven. Ik meende dat ik in een hoorspel terechtgekomen was. Zoiets als in 1938, toen Orson Welles met zijn verhaal over een invasie van marsbewoners een golf van paniek teweegbracht. Maar de zeebeving is echt, hoewel voor mij zo weinig tastbaar dat ik die nacht gewoon ben doorgeslapen in plaats van, zoals maar fatsoenlijk zou zijn, happend naar adem wakker te schrikken bij de doodsnood van zovelen. Het is iets waar ik mij op een vreemde manier een beetje voor schaam, op deze dag waarop alles smooth & gentle lijkt te gaan. Straks moet ik Ne me quitte pas van Brel eens proberen. De versie in gebroken Nederlands, die de zanger nog zoveel wanhopiger doet lijken. Als ik ook dat aankan, zijn de laatste uren van het heimwee aangebroken. Dan zijn de dagen van mijn weltschmerz echt geteld.

JEAN-PAUL MULDERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content