Wat brengt mode ons in de toekomst? Een nieuwe roklengte elk seizoen? Een jaarlijkse herziening van het kleurenpalet? Dat zal voorbijgaan. Vergeet ‘black is back’ en de zoveelste spectaculaire trend. De toekomst zit in multifunctionele kledij, in de fusie tussen mode, wetenschap en technologie.

Ine Renson

Deze anekdote klinkt misschien als een onwaarschijnlijk futuristisch visioen, maar dat is het niet. Als de inspanningen van talrijke onderzoekers over de hele wereld vruchten afwerpen, dan zijn deze smart clothes of wearable electronics binnen dit en tien jaar de normaalste zaak van de wereld. Dan lopen we allemaal rond in ‘draagbare computers’, of concreet: in kledij die onze gezondheidssituatie opmeet, waarschuwt wanneer we onze sleutels of portefeuille vergeten, ons helpt herinneren aan de afspraak bij de tandarts en op ingenieuze wijze zorgt dat we altijd en overal bereikbaar zijn.

Helemaal onrealistisch is deze evolutie overigens niet. Net zoals de tafelklok van driehonderd jaar geleden evolueerde naar een zakuurwerk en vervolgens ingeburgerd raakte als polshorloge, zullen elektronische gadgets in de toekomst deel uitmaken van onze dagelijkse outfit. Geen gsm’s meer met felroze hoesjes of opvallende MP3-spelers om onze nek. Binnenkort zit technologie verscholen in onze kledij, oorringen of dasspelden.

Met de hulp van de steeds toenemende miniaturisatie, worden vandaag al verwoede pogingen ondernomen om de verschillende elektronische spullen die we constant meedragen in één item te versmelten of op z’n minst zo onopvallend mogelijk te maken. Zo zijn het uurwerk annex telefoon van Swatch, het horloge met digitale camera van Casio of de riemcomputers van IBM al een eerste stap in de richting van draagbare elektronica, net als het polshorloge van Seiko, dat dezelfde kenmerken heeft als een palmtop.

In het najaar van 2000 bracht Philips – een pionier op het vlak van draagbare technologie – in samenwerking met Levi’s de Industrial Clothing Division+-collectie (ICD+) op de markt. Dit project maakte voor het eerst duidelijk wat een fusie tussen mode en technologie te bieden had. Workwear-goeroe en ontwerper Massimo Osti ontwierp voor Levi’s enkele jassen waarin een Philips-gsm en -MP3-speler zijn ingebracht. De draden zijn in de jas verborgen en aangesloten op een centraal bedieningspaneel, waarmee het mogelijk is tussen beide apparaten te switchen. De oortjes zitten haast onzichtbaar in de kraag verwerkt.

Erg wereldschokkend is dit natuurlijk nog niet, want je kunt de apparaten loskoppelen en dan blijft er van de multimediale jas niet zoveel meer over. Maar het toont wel aan in welke richting we evolueren. Zo heeft het Philips-labo in Redhill (Engeland) een telefoonbeeldscherm ontwikkeld dat bestaat uit een manchet van een overhemd en een mobiele telefoon die zit ingewerkt in de knoop van een jas.

Leuker wordt het natuurlijk wanneer kledingstukken zelf gaan meedenken en meevoelen met de drager en afhankelijk van de omstandigheden autonoom in actie treden. Pas dan is er sprake van echte slimme kleren. Een voorbeeld: het persoonlijk netwerk in je kledij herinnert je eraan dat je je baas zou bellen, zet de muziek uit, draait alvast zijn nummer en zoekt ondertussen op het net de informatie die je voor hem zou opzoeken. Op het moment dat je je baas aan de lijn hebt, wordt de info netjes geprojecteerd op een schermpje in je zonnebril.

“Die artificiële intelligentie creëert inderdaad een hype waarvan het niet altijd duidelijk hoe die ons kan helpen in ons mens-zijn zonder ons te misvormen tot meta-mensen of supermensen”, geeft Stafano Manzano, hoofd van Philips Design toe. “In ons onderzoek proberen we daarop een antwoord te formuleren. We gaan na hoe nieuwe technologieën relaties juist kunnen verbeteren, door te groeperen in plaats van te isoleren, door ervaringen te delen en door aan te zetten tot creativiteit, veeleer dan passief gebruik van instrumenten. Maar boven alles zullen intelligente kleren ons meer mogelijkheden en vrijheid geven. En dat is waarnaar de mens al altijd heeft gestreefd.”

“Het helpt je dingen te doen die je graag doet”, vult een medewerkster aan. “We willen niet enkel een product verkopen, maar evenzeer een ervaring. Mensen kiezen die zaken uit die passen bij hun levensstijl, en verlangen ook dat die iets voor hen doen. Neem nu Feels good, onze kimono-jas: die houdt je niet alleen warm, maar geeft je ook een massage, afhankelijk van de hoeveelheid stress die biometrische sensoren opmeten.”

Ook in het Massachusetts Institute of Technology (MIT), een van de toonaangevende instellingen op het vlak van artificiële intelligentie, wordt nagedacht over de menselijke kant van wearable electronics. Samen met het designinstituut IDEO heeft het MIT twee toekomstscenario’s opgesteld om aan te tonen wat wearable electronics in het dagelijks leven van denkbeeldige consumenten kunnen betekenen. Zo is er het verhaal van Kio, een jonge studente die verzot is op communiceren met vrienden en familie over de hele wereld. Dat kan ze onder meer met haar video interface piece, een soort van monocle die als een kleine monitor beelden op haar netvlies projecteert. Terwijl ze op straat loopt, kan Kio haar post lezen, naar haar favoriete feuilleton kijken of chatten met vrienden.

Dezelfde aanpak zien we bij Motorola. In het Motorola Design Center in Milaan werden onder leiding van ontwerper Joseph Forakis enkele prototypes voor de toekomst uitgedacht.

Aan de hand van concrete voorbeelden wordt aangetoond hoe technologische innovaties de kwaliteit van ons leven en werk kunnen verbeteren. Zo is er een handschoen die fungeert als stijladviseur, waardoor winkelen een heel efficiënte bezigheid wordt; terwijl webcams verpakt in digitale juwelen dan weer zorgen dat mensen die veel reizen toch elk moment in verbinding staan met het thuisfront. Deze gadgets hebben volgens Forakis een relevante betekenis: “Het heeft geen zin om technologie te ontwikkelen die zijn normen oplegt aan de mens. Wat wij proberen te doen, is nieuwe vormen van gedrag mogelijk te maken, maar dan wel op een aangename manier.”

Professor Walter Van de Velde, freelance innovation consultant voor onder meer de VUB, benadrukt: “Intelligente kleding is er niet op gericht om ons te overladen met elektronische instrumenten, maar net om de vervelende eigenschappen van de hedendaagse portables weg te werken. Het idee om gsm’s te integreren in jassen of sjaals is op zich niet zo spectaculair. Beter is het om na te gaan hoe je kledingstukken kunt maken, die aanvoelen wanneer het niet gepast is dat die gsm afgaat. Dan kom je op het punt dat technologie reageert op het menselijk aandachtspatroon en ons werkelijk een dienst bewijst.”

Klinkt allemaal wel mooi, maar toch zullen we nog even moeten wachten op het moment dat deze virtuele realiteit onze levens zal veroveren. Veel toepassingen zijn op papier al mogelijk, maar er moeten nog verschillende obstakels worden weggewerkt voor ze op grote schaal commercialiseerbaar zijn. Vooreerst is er het probleem van de stroomvoorziening. Voorlopig werken deze snufjes nog op batterijen. Maar wetenschappers zijn druk op zoek naar minder omslachtige manieren om energie op te wekken. Zo wordt geëxperimenteerd met zonne-energie, door microscopisch kleine zonnepaneeltjes in kledingstukken te verweven. Een methode die momenteel al gebruikt wordt in het leger om de elektronische apparatuur die militairen met zich meedragen van stroom te voorzien. Een andere denkpiste bestaat erin om de kinetische energie die vrijkomt bij lichaamsbeweging te gebruiken. Wanneer slechts een fractie van onze lichaamsenergie zou worden omgezet in stroom, zou dat al volstaan om verschillende apparaten continu op te laden. Dat kan bijvoorbeeld concreet door piëzo-elektrische elementen in schoenen te plaatsen die bij beweging elektrische stroom kunnen genereren.

Absolute draadloosheid is noodzakelijk als draagbare computers niet alleen intelligent maar ook nog comfortabel willen zijn. Baanbrekend hier is de PAN-technologie ( Personal Area Network) die het menselijk lichaam gebruikt als natuurlijke geleider om elektronische signalen door te geven. Het systeem herkent de gebruiker wanneer die zijn draagbare computer aanschakelt en zorgt ervoor dat de verschillende instrumenten met elkaar in verbinding staan. De technologie werd eerst ontwikkeld door het MIT in samenwerking met IBM, en is ondertussen overgenomen door wetenschappelijke instellingen wereldwijd.

Wanneer PAN-technologie werkelijk ingeschakeld wordt in kleding, zijn de mogelijkheden enorm. Via een simpele handdruk kan tussen twee PAN’s bijvoorbeeld informatie worden uitgewisseld. In de PAN-toekomst ook geen gesukkel meer met pincodes of kredietkaarten: als we met onze PAN voorbij bepaalde detectors lopen, worden die gegevens vanzelf uitgewisseld.

In het Media Lab van het MIT wordt bovendien gewerkt aan methoden om elektrische draden onzichtbaar met gewone vezels te verweven. Op termijn wordt het daardoor mogelijk om volledige computers in aangename materialen te integreren. Niet alleen comfortabeler dan toestellen die in mouwen of kragen zijn ingebracht, maar ook veel praktischer: de draagbare computer kan zonder problemen mee de was in.

De mogelijkheid om elektronica te verweven in stoffen, brengt ons bij een ander aspect van hightechkleding: dat van de intelligente vezels. Al jaren wordt immers onderzoek gevoerd naar methoden om de eigenschappen van vezels te manipuleren. Die cross-over tussen textiel en wetenschap is al een tijdje aan de gang. Algemeen bekend zijn bijvoorbeeld de verwezenlijkingen van de firma’s Gore (Gore-Tex) en DuPont (Thermolite,CoolMax) die experimenteren met waterafstotende en warmteregulerende materialen. Terwijl je die comfortabele materialen vroeger enkel vond in sportieve toepassingen, kan nu ook de moderne stadsmens een jas vinden die even modieus als functioneel is. Onder het motto From the Mountain to Manhattan zocht Gore bijvoorbeeld contact met enkele topdesigners waardoor je nu Gore-Tex terugvindt in jassen van Prada, Max Mara en Ralph Lauren.

Sinds enkele jaren bestaan ook stoffen die antistress, antibacteriële of geurloosmakende eigenschappen bevatten. De Belgische textielfirma Sofinal vervaardigde bijvoorbeeld een stof die door de dichte structuur en gebruik van carboondraden bacteriën op een afstand houdt. Het concept werd onder meer toegepast in lakens en dekbedovertrekken. Maar ook gewone kledij kan antibacterieel zijn. Door polyamide te omhullen met een laagje kopersulfide kunnen bacteriën zich niet verder ontwikkelen, en dat is goed om vervelende geurtjes tegen te gaan.

Ook ‘antistresskledij’ klinkt interessant. Als we rondlopen, worden we immers elektrostatisch geladen, wat stress met zich brengt. Kledij kan die impuls nog versterken. Daarom ontwikkelde Sofinal vezels die een ontladende werking hebben. “Maar je mag je daar ook niet te veel bij voorstellen”, waarschuwt medewerker Koen De Ruyk. “Iemand die een erg stresserende job heeft, zal niet ontspannen door zo’n hemd te dragen. Die elektrische geladenheid is slechts een van de vele stressfactoren.”

Nog zoiets moois: wonderpanty’s waarin je afslankt, alleen al door ze te dragen. Kousenfabrikant DIM bracht ze deze winter op de markt. De panty’s bevatten microcapsules met een afslankingsproduct op basis van cafeïne, een bestanddeel dat de eigenschap heeft vetten af te breken. Volgens de firma zou de omtrek van de billen na 28 dagen met één centimeter verminderen.

Ook de natuur levert inspiratie voor intelligente vezels. De Gentse vakgroep textielkunde experimenteert onder meer met stoffen die eigenschappen van dennenappels meekrijgen. Net zoals bij de varianten in de natuur gaan in die vezels ‘klepjes’ open in een vochtige omgeving, met andere woorden: als het warm is en de drager begint te transpireren. Als het kouder en dus ‘droger’ wordt, gaan de klepjes vanzelf weer dicht. Minder revolutionair maar ook wel leuk zijn stoffen die een zelfreinigende werking hebben. “Hierbij wordt gekeken naar de eigenschappen van de lotusplant”, vertelt Jan Laperre van Centexbel, het wetenschappelijk en technisch centrum van de Belgische textielnijverheid. “Die plant ziet er altijd smetteloos uit omdat stof op het bladoppervlak blijft liggen en vervolgens wordt afgevoerd door regendruppels. De ultrafijne oppervlaktestructuur die daarvoor verantwoordelijk is, kan ook worden nagemaakt in kleding.”

Een andere variant zijn materialen die zichzelf bij een insnede spontaan herstellen. Sofinal heeft een tijdje geleden dergelijke vezels ontwikkeld voor het bagagemerk Samsonite. Het principe is tamelijk eenvoudig: de vezels zijn zodanig geweven dat ze niet breken als ze in contact komen met een indringend voorwerp, maar gewoon uit elkaar worden geduwd. Wordt het voorwerp weggehaald, dan gaan de vezels opnieuw aansluiten. Zelfherstellende stoffen worden ook al gebruikt in bepaalde motorjacks en kleren voor bergbeklimmers. Uiteraard vinden nieuwe technieken steevast hun weg naar frivolere toepassingen. In sieraden bijvoorbeeld waarvan de bloemknoppen ‘spontaan’ ontluiken of jurken die van vorm veranderen terwijl een mannequin ermee over de catwalk flaneert. Het geheim voor deze ‘levende’ kledij zit in een geheugenlegering die je kunt vervormen, maar die bij een bepaalde temperatuur opnieuw z’n oorspronkelijk vorm aanneemt. De Britse ontwerper Hussein Chalayan pakte in ’99 onder meer uit met een openbloeiende ballerinajurk. In Italië zouden dan weer prototypes bestaan van hemden waarvan de mouwen vanzelf oprollen als het te warm wordt. In ons land zit ook Bekintex, een dochteronderneming van Bekaert, op dergelijke toepassingen te broeden.

De ideeën gaan nog verder. Helemaal futuristisch wordt het wanneer we denken aan de mogelijkheid dat vezels zelf gaan reageren als computers, waarmee we opnieuw bij de draagbare computers belanden. “Er zijn aanzetten om die piste te onderzoeken”, bekent professor Lieva Van Langenhove van de Gentse vakgroep textielkunde. “Er bestaan in principe mogelijkheden om vezels te doen werken als rekeneenheden. Dan zouden die de functie hebben van de hedendaagse transistors. Maar dat is iets voor de verre toekomst.”

Angstwekkend of te gek? Vast staat dat de verkennende paringsdans die zich voordoet tussen mode, wetenschap en technologie slechts het begin is van een vruchtbare kruisbestuiving, waarvan we in de toekomst ongetwijfeld steeds meer voorbeelden zullen zien. De mens zit niet stil, evenmin als de technologie. Ooit komt er een moment waarop we ons zullen afvragen hoe we in godsnaam overleefden zonder intelligente kleren en gadgets, net zoals we ons nu niet meer kunnen voorstellen hoe ons leven eruitzag zonder computer of gsm.

Het pak als coach

Kledij die inspeelt op gevoelens en gemoedstoestanden: het is niet langer stof voor tekenfilms. Verschillende labo’s experimenteren met sensoren in kledij, die in staat zijn iemands stemming te achterhalen en afhankelijk daarvan de stof van kleur te doen veranderen of gepaste achtergrondmuziek laten horen.

Bij Philips Design vinden we enkele prototypes van ‘objecten’ die bijna ‘subjecten’ geworden zijn. Zo is er een joggingpak dat fungeert als persoonlijke coach: via allerhande sensoren meet het pak je bloeddruk, hartslag en temperatuur en suggereert het aan de hand daarvan een aangepast trainingsschema. Een ander idee is het pak dat sensoren bevat die alle lichaamsbewegingen registreren en doorsturen naar een beeldscherm waarop de sporter achteraf zijn beweging kan analyseren. Toepassingen die in de eerste plaats nuttig blijken voor de professionele wereld, maar met de steeds toenemende gezondheidscultus op termijn ook zouden kunnen aanslaan bij het grote publiek.

Wondergoed

Traditioneel is de sportsector niet vies van higthtechtoepassingen. Skipakken die door paraffineballetjes in de voering werken als een heus warmtereservoir, schoenen met ingewerkte gps-systemen: het bestaat allemaal. Op de Olympische Spelen in Sydney in 2000 – ook wel de Technologie Spelen genoemd – zagen we zwempakken van Speedo (de zogenaamde Fastskin/Sharkskin), die de snelheid verhogen door de spieren samen te drukken, de vermoeidheid te verminderen en de vertraging in het water te reduceren.

Concurrent Adidas pakte er uit met een full body suit, een vreemd ogend pak waarin Ian Thorpe probleemloos naar verschillende gouden medailles zwom. Het principe? Door een zekere samendrukking verbetert de bloedcirculatie, wat zorgt voor een betere uitwisseling van zuurstof en dus voor een beter uithoudingsvermogen. Het systeem werd ook toegepast in sokken voor langeafstandslopers.

Hoewel die toepassingen een eerste stap zijn in het verhogen van draagcomfort of prestaties, kunnen we hier echter nog niet spreken van echte slimme materialen. Deze laatste, zo legt professor Lieva Van Langenhove van de Gentse vakgroep textielkunde uit, krijg je pas als vezels zelfstandig reageren op impulsen van buitenaf.

De vakgroep textielkunde van de Gentse universiteit is een van de laboratoria in ons land, waar volop geëxperimenteerd wordt met dergelijke intelligente vezels. Voor bepaalde medische toepassingen ontstond een vruchtbare samenwerking met het Universitair Ziekenhuis van de KU Leuven. “We zijn erin geslaagd een prototype te ontwikkelen van gebreide sensoren, sensoren dus die zelf uit vezels vervaardigd zijn”, vertelt professor Van Langenhove. “Concreet betekent dit dat je die aan elkaar kunt breien tot een kledingstuk dat de hartslag en ademhaling van een patiënt in het oog houdt. Voor kinderen is die integratie enorm belangrijk. In plaats van die vervelende toestellen en draden krijgen ze gewoon een leuke trui aan.” De geneeskunde en de gezondheidssector zijn over het algemeen sectoren die als eerste in de rij staan om met nieuwe technieken te experimenteren. Revolutionaire resultaten worden door de maatschappij ook makkelijk aanvaard. Een hemd vervaardigd uit polymeren die reageren op te grote ozon- of CO2-concentraties lijkt misschien wat vergezocht, maar kan in bepaalde situaties van levensbelang zijn. Ook ondergoed dat reageert op bepaalde hormonen en bijvoorbeeld verkleurt als een vrouw in haar vruchtbare periode is, kan bijzonder nuttig zijn om de natuur een handje te helpen – of stokken in de wielen te steken. Maar op dit vlak staat het onderzoek nog in zijn kinderschoenen. De vraag blijft nog steeds welke indicatoren je precies moet gebruiken en hoe die het best in de vezels kunnen worden ingebracht.

De vraag blijft natuurlijk of we al die snufjes wel nodig hebben. Zullen ‘wearable electronics’ van ons op den duur geen robots maken, afhankelijk van technologische netwerken en amper nog in staat tot diepgaand sociaal contact?

Nog iets moois: wonderpanty’s waarin je afslankt, alleen al door ze te dragen. Kousenfabrikant DIM bracht ze deze winter op de markt. De panty’s bevatten microcapsules met een afslankingsproduct op basis van cafeïne, een bestanddeel dat de eigenschap heeft vetten af te breken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content