Wie dacht dat Sinéad O’Connor, nu ze priesteres is geworden en de maagd Maria heeft gespeeld in de film “The Butcher Boy”, een plaat vol psalmen zou opnemen, sloeg de bal mis. “Faith and Courage” is een sprankelende popplaat van een herboren vrouw.

De voorbije twee jaar zagen we sporadisch foto’s van Sinéad O’Connor met een beginnend kapsel. Nu ze haar nieuwe album Faith and Courage uitbrengt en we haar om die reden in Dublin opzoeken, heeft ze haar schedel echter weer kaalgeschoren. Zoals bij Fred Deburghgraeve, toen hij voor een belangrijke zwemwedstrijd stond, moeten we dit zien als een signaal: ik ben klaar voor de strijd.

Om dat te onderstrepen, draagt O’Connor een militair aandoend jasje. Een groot contrast met de felgroene, dure jurk die eronderuit komt piepen. Het typeert O’Connors schizofrenie. Ze ziet er jongensachtig uit, maar heeft net een plaat gemaakt die alleen van een volwassen vrouw kan komen. De Ierse heeft haar vroegere onzekerheid overboord gegooid en bepleit de bevrijding. Vrij van de afhankelijkheid van een man, vrij ook van de littekens van een verwoestend verleden.

Al kun je bedenkingen hebben bij de meningen die ze nu en dan spuit en voel je soms de aandrang om haar tegen zichzelf in bescherming te nemen, één ding staat vast: de zangeres is altijd eerlijk. Omdat ze beroemd is, is de wereld er getuige van geweest hoe ze met vallen en opstaan ouder en wijzer werd. Een geval van growing up in public.

Omdat ze nooit een blad voor de mond neemt, is O’Connor vaak onderwerp van schandaaltjes en controverses. De meest recente aanvaring was die met Shane Mc Gowan, ex-zanger van The Pogues, tegenwoordig bandleider van The Popes. In een artikel in een Brits blad uitte O’Connor haar bezorgheid over zijn drankprobleem. Mc Gowan liet kort daarop weten dat ze zich beter met haar eigen zaken zou bemoeien. Daarnaast betreurde ook Sinéads broer, de schrijver John O’Connor, dat zuslief een open boek maakte van hun gebroken gezin, en meer bepaald de tirannieke aanvallen van hun moeder te breed uitsmeerde.

Het meest accuraat drukt O’Connor zich nog altijd uit in haar songs. Na de soberheid van de vorige platen betekent Faith and Courage een terugkeer naar de pop. Ze werkte met producers met allerlei achtergronden, zoals Brian Eno, Dave Stewart (Eurythmics), dubspecialist Adrian Sherwood en hiphopper Wyclef Jean, naar eigen zeggen “om alle kanten van mijn persoonlijkheid te laten zien”.

Het resultaat is een synthese van rock, hiphop en reggae (haar oude liefdes), en de Ierse folk waarmee ze zich de jongste jaren vooral inliet. Een mix die Iarla O Lionáird ook al nastreefde op de recente soundtrack I Could Read the Sky, waaraan O’Connor meewerkte.

Sinéad O’Connor: Ik vind Iarla en zijn groep Afro Celt Sound System interessante mensen. Wat we gemeen hebben, is een bijna kinderlijke benadering. We slaan op een speelse manier bruggen tussen verschillende culturele en spirituele werelden. Iarla is net als ik nogal priesterlijk. Al is hij van een ander tijdperk. Soms is er een kortsluiting tussen ons, omdat hij meer in de toekomst leeft dan ik. Hij draagt zwarte pakken en ik scheer m’n haar af. Ons uiterlijk geeft het verschil in mentaliteit goed weer.

Als je Faith and Courage naast je oude werk legt, stel je vast dat de woede plaats heeft geruimd voor vergevensgezindheid.

Ik kan alles beter loslaten. Komt door het ouder worden. Ik ben nu 33. Toen ik met The Lion and the Cobra debuteerde, was ik nauwelijks 21. Pas als je wat rijper wordt, ga je inzien wat zin heeft en wat niet. Ik besef nu dat woede mij niet veel verder brengt. Vroeger was mijn enige doel: die agressie kwijtraken. Muziek maken was een veilige manier om te razen en te tieren. Het weerhield me ervan een wandelende tijdbom te zijn. De reden waarom ik nu zo makkelijk afstand kan nemen van die kwaadheid komt trouwens doordat ik er destijds uiting aan heb kunnen geven.

Je hebt dus nergens spijt van?

Ik wil niet beweren dat ik van niets spijt heb. Ik vraag me wel eens af: waarom heb je dit of dat gedaan, waarom ben je met die klootzak naar bed gegaan? Maar ik heb zeker geen spijt van de dingen die de mensen me graag zouden zien berouwen.

Van bepaalde polemieken bijvoorbeeld?

Vergeet niet dat veel van mijn uitspraken serieus opgeblazen werden in de pers.

Je leek toch een zeer impulsief iemand.

Dat ben ik nog altijd. Die impulsiviteit is een eigenschap waar ik best trots op ben. Maar vroeger was er die mediafocus op mijn afwijkend gedrag. Het was toen een schande dat een jong meisje zich zo uitdoste en ‘ fuck off‘ zei. Het was shockerend, maar het was iets wat ik dan moest doen.

Je was, zowel in je songs als in je interviews, altijd eerlijk. Als je je zo kwetsbaar opstelt, ben je een makkelijke prooi. Andere mensen gebruiken die openheid om driest de tegenaanval in te zetten. Deed dat pijn?

Enorm veel pijn, ja. Het maakte me bijna kapot. Maar je leert van de momenten waarop je afziet. Ik putte er kracht uit. Tegenslag is nodig. Of je dat nu leuk vindt of niet, wat zich buiten je afspeelt, is vaak een reflectie van wat in je leeft. Ik lokte die felle reacties zelf uit. Ik kan daar moeilijk iemand anders verantwoordelijk voor stellen.

Als kind was je verschrikkelijk stil en verlegen. Het is toch verbazingwekkend dat een schuchter meisje uiteindelijk zo’n uitermate expressieve rockzangeres wordt.

Ik bén schuchter. Maar iedereen zit vol contradicties. Ik ben rockzangeres geworden om die verlegenheid te overwinnen. Als mijn timide kant de overhand had gehaald, dan leefde ik niet. De exhibitionist in mij was iets vastberadener.

In het nummer “Daddy I’m Fine” zing je “I knew I wanted to be a big star”. Waarom verlangde je zo naar beroemdheid?

Omdat ik een gewelddadige jeugd heb gehad. Normaal hoor je nooit iets van mishandelde kinderen. Zij zwijgen zichzelf dood. Vaak hebben zij het gevoel dat hun bestaan niets betekent. Ik had die drive om beroemd te worden, opdat iedereen van mijn bestaan zou afweten. Ik wou iemand zijn. Het was een overlevingsstrategie.

Het hoogtepunt van je roem, 1990 en ’91, was echter beangstigend. Als je met die wetenschap kon herbeginnen, zou je dan nog altijd die droom koesteren?

Zeker. Omdat ik genoeg testosteron heb. Da’s een voorwaarde om rockster te worden. Als je als meisje te veel testosteron hebt, moet je dit beroep kiezen of je wordt gek. Al zijn er zeker nadelen, succes helt toch het meest naar het positieve.

Wat is het aangenaamst?

Daar hoef ik geen doekjes om te winden: het geld. Ik heb voldoende op m’n bankrekening staan om dag in dag uit gewoon m’n zin te doen. Het idee dat ik m’n leven kan organiseren zoals ik het wil, is goud waard. Dat is een privilege. Ik kan me een comfortabel huis permitteren en een degelijke school voor m’n kinderen. Geld maakt je gelukkiger, dat is helaas de realiteit. Rijken die denken dat ze ongelukkig zijn, maken zichzelf wat wijs. Zij kennen de dagelijkse zorgen om het hoofd boven water te houden niet. Natuurlijk, ieder heeft z’n eigen muizenissen. Succes en geld kunnen je isoleren. Ik omschrijf roem altijd als eenzaamheid in een overvolle kamer. Je bent nooit alleen. Maar al die mensen die je omringen, zijn niet geïnteresseerd in je ware ik. Ze willen alleen de beroemdheid zien. Ik ben er ook van overtuigd dat iemand die het materieel met weinig moet rooien doorgaans spiritueel heel rijk is. Het enige waar hij zich aan kan optrekken, is zijn geloof.

Kun je jezelf nu gelukkig noemen?

Ja. Als ik me al eens triest voel, is het ordinaire, menselijke droefheid. Dat is niets vergeleken met de terreur waar ik in mijn jeugd het slachtoffer van was. Het heeft jaren geduurd voor ik daarvan kon herstellen. Maar nu alles verwerkt is, heb ik geluk gevonden. Ik kan nu zelfs genieten van pijn, precies omdat ze niet meer zo diep gaat. Pijn kan ook mooi zijn. Bijvoorbeeld als je iemand mist van wie je houdt.

“The Lamb’s Book of Life” is een song over je geschonden verhouding met Ierland.

Veeleer over de geschonden verhouding met mijn familie. Ik verliet Ierland toen ik 17 was, enkele maanden nadat mijn moeder was gestorven. Ik ging in Londen bij mijn vader wonen. Ierland herinnerde me te veel aan mijn moeder en de complexe relatie die ik met haar had. Telkens als ik, de jaren nadien, hier terugkwam, overviel het verdriet me. Waar ik ook keek, ik moest altijd denken aan de ellende in mijn jeugd. Tot ik op een dag wakker werd en alle nare associaties verdwenen waren. Tijd heelt de wonden.

Je hebt ook vaak kritiek geuit op het conservatieve en strikte katholicisme in je land. Is er een verbetering van het klimaat merkbaar?

De Kerk heeft zichzelf ontmaskerd. Iedereen weet wat er misloopt. De geheimhouding is een halt toegeroepen. Het in de doofpot stoppen van incest en kindermisbruik en het nalaten van een degelijke voorlichting maakten dit land ziek. Er is een sfeer van openheid gekomen, wat een geweldige vooruitgang betekent.

Je bent priesteres geworden. Ik dacht nochtans dat je tegen georganiseerde religie was.

Niet helemaal, ik ben tegen de foute manier waarop veel godsdiensten God voorstellen. Als een Kerk haar fouten inziet en toegeeft, kan ze best haar nut hebben. I wouldn’t throw out the baby with the bathwater. Maar het is belangrijk dat het badwater weggegooid wordt.

“If people just believed enough in God to pray/but the world thinks that sounds crazy”, schets je heel treffend in The Lamb’s Book of Life.

Dat is de tragiek van de georganiseerde religie. De meeste kerkleiders hebben zelf geen geloof. Ze verkopen leugens. Als mensen dan de godsdienst afwijzen en redeneren dat je gek moet zijn om in God te geloven, kan ik ze alleen gelijk geven. Ik denk zelfs dat die mensen nog het meest oprecht zijn. Ik vind het triest dat religie zo moet degraderen.

Denk je dat het tij nog kan keren?

Ja, want meestal vinden veranderingen plaats wanneer de situatie volkomen hopeloos is geworden. We leven in een wereld waarin het kwaad verpersoonlijkt wordt in kindermisbruik. Dat is in mijn ogen het issue van dit millennium. Ik zie het kind dat fysiek of mentaal mishandeld wordt als God. Zo gaan wij dus met God om. Zonder enig respect. En dan heb ik het nog niet over de kinderen die elkaar neerknallen op school. De wereld is er zo slecht aan toe dat de tijd rijp is voor spirituele redding. Ik zie een spirit rondzweven in mensen die goed werk verrichten. Crisissen worden omgebogen tot kansen om de boel te veranderen.

Kun je me vertellen hoe en waar je die spirit precies ziet rondzweven?

Onder meer in de muziek. Je merkt dat er in de muziekindustrie een domino-effect plaatsgrijpt. Steeds meer muzikanten geven blijk van een missie. Ze nemen hun verantwoordelijkheid op zich en tonen de mensen de weg naar het licht. Er klinken stemmen in ons, waarop de fysieke buitenwereld niet antwoordt. Sommige hedendaagse artiesten geven wél die repliek. In de hiphop zie ik bijvoorbeeld veel spiritualiteit. Goeie rap concentreert zich op menselijke gevoelens en moedigt mensen aan om iets van hun leven te maken. Ik heb vertrouwen in iemand als Ice Cube. Hij is in erbarmelijke omstandigheden opgegroeid, zonder vooruitzichten, maar bouwt op het puin een nieuwe wereld. Hij is een lichtend voorbeeld. Een engel. Bob Marley wordt niet toevallig nu weer opgerakeld. Het idee dat we allemaal één zijn, vindt weer opgang. Muziek brengt mensen samen en geneest het racisme. Op dat vlak was de acid house-beweging in Londen ook essentieel. Op raves dansten zwarten en blanken voor het eerst samen. Muziek heeft die kracht. Het woord soul wint aan belang.

Je werkte op Faith and Courage niet alleen samen met reggaemuzikanten, je draagt het nieuwe album ook op aan de rastafari. Wat heb je van hen geleerd?

Magie. Om die reden bewonder ik ook de hindoes. Het katholicisme houdt uit machtswellust de magie voor zich, terwijl zij die met de mensen delen. Rasta’s maken je duidelijk dat God overal is, in elk gesprek, dat het leven niet alleen draait om al wat tast- en zichtbaar is. Zij verwijten de katholieken dat ze niet in het leven, maar in de dood geloven. Dat klopt, wij aanbidden een lichaam aan een kruis.

In Daddy I’m Fine vertel je in een notendop je levensverhaal. Tegen je vader zeg je: sorry dat ik je teleurstelde.

Hij was echt met me begaan toen ik m’n studie stopzette om zangeres te worden. Maar niet de hele song is aan hem gericht. Ik zeg vooral ‘sorry’ tegen de mannen in m’n leven die ik ontgoochelde omdat ik een vrijgevochten vrouw ben. Ik wil niemands secretaresse, slavin of verlengstuk zijn. Een leven in functie van een man zint me niet.

Je bent je eigen vrouw, verklaar je in “No Man’s Woman”.

Ik hou van het beeld van de sterke heidense vrouw. In het heidendom werd de vrouw veel controle en vrijheid gegeven. In tegenstelling tot het katholicisme.

Onafhankelijk zijn: makkelijker gezegd dan gedaan. Het vraagt moed.

Persoonlijk ervaar ik het niet als moeilijk, maar ik neem aan dat het voor veel andere vrouwen een loodzware opgave lijkt. Een pak vrouwen is louter financieel al gebonden. Ik huiver van het idee dat ik aan een man zou vasthangen. Want wat als die morgen doodvalt? Emotioneel totaal onafhankelijk zijn, is natuurlijk een illusie. Je hebt nu eenmaal andere mensen nodig. Zonder sociaal contact ben je niets. Maar het gevaar schuilt in de verleiding om je op één persoon vast te pinnen. Dat heb ik tot m’n ergernis ondervonden: als je verliefd bent, verwaarloos je je vrienden. Als die relatie dan op de klippen loopt, heb je niemand meer. Daar ben ik dus voor beducht.

Hoor je ergens bij?

Ik behoor tot God. En ik hoor mijn kinderen toe. Mijn zoon Jake en en mijn dochter Roisin zijn de enigen naar wie ik luister, de enigen die het recht hebben om te zeggen hoe ik m’n leven moet leiden. Hun behoeften zijn belangrijker dan die van mij. Geen enkele man bezit mij, zij wel.

In “‘Til I Whisper U Something” troost je een man. Dat is een vrij ongewone instelling, de op wraak beluste vrouw is veel meer in. Kijk maar naar Alanis Morissette, die volgens mij goed geluisterd heeft naar jouw eerste plaat.

Zonder twijfel. Madonna, die Alanis‘ platenbaas is, heeft me verteld dat ze haar The Lion and the Cobra gaf, met de opdracht: ‘Maak zoiets.’ Je hebt gelijk. Het is vrij ongewoon geworden om lief te zijn tegen een man. Hoe dat komt, weet ik niet. Ik heb medelijden met de mannen. Ze zien meer af dan vrouwen. Ze hebben het zo moeilijk om zichzelf te zijn.

In dat nummer staat de regel: “If you’ve never seen a good time/how would u recognise one”. Je hebt in het verleden dikwijls de verdediging opgenomen van mensen die een slechte jeugd hebben gehad. Je praatte zelfs het wangedrag van je eigen moeder en van bekende bullebakken als Mike Tyson goed. Ik vraag me af of misère in de kinderjaren niet te vaak als excuus wordt gebruikt om zelf niet zuiver op de graat te zijn.

Die lijn die je aanhaalt, gaat over het feit dat je verslaafd kunt raken aan een miserabel gevoel. Dat je zo gewend bent aan misère, dat je een moment van geluk niet eens herkent. Je kunt makkelijk in je ellende blijven steken. De boodschap van ‘TilI Whisper U Something is: laat alles wat je neerdrukt los. Een weinig rooskleurige jeugd kan inderdaad al te snel als excuus aangehaald worden. Maar ik toon begrip voor mensen die geterroriseerd werden en daardoor met psychiatrische problemen kampen. Voor hen zijn die jeugdjaren geen excuus, maar een verklaring voor hun moeilijkheden. Voor iemand die onder een ernstig trauma lijdt, is het niet zo simpel om de pijn achter te laten. Ik probeer in mijn songs hun pijn een beetje te verzachten, omdat ik weet wat ze meegemaakt hebben. Ik ben het levende bewijs dat je een jeugdtrauma kunt overwinnen.

Je hebt twee keuzen als je zo’n trauma hebt. Ofwel zoek je een beter leven ofwel ga je zelf het verkeerde pad op. Waarom loopt het bij de ene mis en de andere niet?

Studies hebben uitgewezen dat mishandelde kinderen later kunstenaar of crimineel worden. Beide zijn extreme schreeuwen om aandacht. Aandacht die ze tijdens het opgroeien hebben moeten missen. Als je, tussen het huiselijke geweld door, ook maar vijf minuten bemoederd wordt en affectie krijgt, volstaat dat om voor de eerste, creatieve weg te kiezen. Als je even een échte connectie met je moeder hebt gehad, hoeft de toekomst niet uitzichtloos te zijn.

“Faith and Courage” van Sinéad O’Connor verschijnt op 9 juni bij Atlantic.

Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content