Ik vraag mij weleens af wat het is, die nieuwe, vreemde liefhebberijen die zich bij mij aandienen en die ik hobby’s van de middelbare leeftijd noem. Voor u zich zorgen begint te maken : het zijn dingen die niet verboden zijn door principes van internationaal recht of Vlaamse decreten betreffende bodemsanering.

Sinds kort pas weet ik dat er een verzamelaar in mij schuilt, die rare mensensoort met wie ik altijd nogal de spot heb gedreven. En dat ik van fijne fysieke arbeid houd, waaraan tangetjes en schroevendraaiers te pas komen en vloeistoffen met geheimzinnige namen, zoals Captain Tolley’s Creeping Crack Cure.

Het begon met horloges en vulpennen, flonkerende juwelen uit verre en meer nabije tijden die ik begon te herstellen en waarvan ik er almaar meer wilde hebben, intussen meer dan dertig. Vaak in a sorry state aangeschaft en eigenhandig opgelapt tot glans en glorie.

Daarop volgden de aanstekers, stoere Ronsons uit de jaren 1950 – gevoelig als ik ben voor het aroma van het verleden. Het dichten van gaslekken en het uitboren van vastgekoekte vuurstenen, daar kan ik obsessief mee bezig zijn. Er is niet veel dat mij meer voldoening verschaft dan het zo uit de dood kunnen doen verrijzen van een mooi gebruiksvoorwerp. Het is mijn vorm van meditatie, die minder verveelt dan yoga.

Ze staan hier in een rijtje, als kloeke geharnaste soldaten : méér fraaie vintage aanstekers dan ik in mijn leven nodig zal hebben, zeker nu ik al een eeuwigheid gestopt ben met roken. Ik kan ze alleen nog gebruiken om er kaarsen en theelichten mee aan te steken – of om op straat een grootjuffrouw een vuurtje te geven.

Ik geef toe dat het iets neurotisch heeft, maar het is ook een manier om de wereld bijeen te houden en om te gaan met je machteloosheid. Een stukje perfect kloppende mechanische schoonheid in een wereld waarin er steeds minder lijkt te kloppen of mooi is.

Ik geloof dat het herstellen van dingen tegengif kan zijn voor de waanzin van gebeurtenissen. De grote, zoals de kerncentrales die gesaboteerd worden. De kleinere, zoals de dood van Luc De Vos, die ik vanuit de verte kende, als hij zijn glas naar mij opstak. Toen ik zijn dood vernam, was ik mij weinig eervol aan het ergeren omdat ik een euro in een parkeermeter had gestopt terwijl dat niet meer nodig was. Toen kwam dat breaking news, dat mij pijnlijker trof dan driehonderd doden bij een aardbeving in China. Zo nepotistisch is ons rouwgevoel.

Thuisgekomen probeerde ik het onheil van mij af te schudden door de reparatie van een zeer toegetakelde Ronson. De geruststellende kracht daarvan mag niet onderschat worden, evenmin als de evolutionaire waarde van horloges, aanstekers en vulpennen voor de menselijke soort. Tenslotte zijn het instrumenten om de tijd bij te houden, vuur te maken en te schrijven : activiteiten die ik reken tot onze meest ontzagwekkende. Ontzagwekkender in elk geval dan het aanleggen van miniatuurspoorwegbanen of het verzamelen van floaty pens, waar ik mij ook toe aangetrokken voel. U kent ze wel : balpennen met een doorzichtige achterkant waarin iets bewegends zit opgesloten. Maria die ten hemel vaart en dan weer nederdaalt. Een ketchupfles die op en neer drijft of een gondel in Venetië. Een banaan die, enigszins freudiaans, eindeloos in en uit z’n schil kan worden geschoven.

Mijn vader had er een met een jongedame die door het simpele kantelen van de pen haar bikini uitspeelde. Naar verluidt zijn dat wereldwijd de populairste. Mannen zullen jongens blijven. In het Nederlands bestaat er voor dat soort balpennen bij mijn weten geen echte benaming. In het Duits heten ze Schwimmkugelschreiber, met die tere tongval waarmee de nazi’s de wereld teisteren.

Ik hou wel van dat woord, zoals ook van horlogemakersproza.

jp.mulders@skynet.be

www.floatypens.org

Jean-Paul Mulders

Er is niet veel dat mij meer voldoening verschaft dan het uit de dood doen verrijzen van een mooi gebruiksvoorwerp. Het is mijn vorm van meditatie, die minder verveelt dan yoga

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content