Quorn tika masala, seitan fritti, vegetarische sushi… Als het klopt dat een mens is wat hij eet, dan heb ik in mijn leven al ettelijke metamorfosen ondergaan. Verrek als het niet waar is, de laatste weken kon je mij in de Delhaize zelfs bij de vegetarische enclave van de koeltoog aantreffen. Ik, de voormalige nationale kampioen barbecueribben en steak bearnaise verstouwen. Allemaal de schuld van Meat the Truth, de film die begint waar The Inconvenient Truth eindigde. En of het een ongemakkelijke waarheid is voor een carnivoor als ik : zo blijkt van de wereldwijde broeikasuitstoot maar liefst een vijfde te wijten aan het eten van vlees. Zo’n flegmatiek herkauwende koe in de wei mag er dan al geweldig bucolisch uitzien, in al haar flatulentie stoot zo’n beest in haar leven maar eventjes 6,5 ton CO2 uit, evenveel als mijn Ford Fusion op de E19.

Waar is de tijd dat een mens zonder scrupules kon eten waar hij/zij trek in had ? Bloedworst met appeltjes, gebakken uier, kalfsrol met hersensaus, mergpijpjes, in de ouderlijke woning stond het allemaal geregeld op het menu. Verkopen ze dat eigenlijk nog, hersensaus, of werd die lekkernij voorgoed afgevoerd, samen met de eerste dolle koe ? Zou ik nog een hap krokant gebakken bloedworst door de keel krijgen zonder me af te vragen of de ingrediënten geleverd werden door een varken dat een idyllisch scharrelbestaan leed alvorens een serene dood te sterven ?

In mijn studententijd zwalpte ik van het ene uiterste in het andere. Nu eens leefde ik voornamelijk van frituurvoer met exotische namen als berenklauw, mexicano en nasibal, in mijn patchoeliperiode stond er altijd wel een pan volle rijst op het vuur te pruttelen. Met ideologie had dat weinig uitstaans, eerder met de entourage van het moment. Tegenwoordig staat eten gelijk met tobben. Over calorieën en onverzadigde vetten, additieven en genetische manipulatie, belasting van het milieu en diervriendelijkheid. Voedsel heeft zijn onschuld verloren, biefstuk hoort tegenwoordig niet op je bord maar op de politieke agenda thuis. Dikke foei als je durft toegeven dat een wellustige blob paté de foie gras er wel ingaat ; in bepaalde milieus riskeer je het stigma van beestenbeul als je een ongeanesthiseerde kreeft in kokend water durft te dompelen.

“Drie dagen per week geen vlees eten bespaart evenveel broeikasgassen als met z’n allen te voet op citytrip naar Barcelona gaan in plaats van met het vliegtuig”, las ik in Eva, het magazine van de vegetariërs. Aangezien mij dat nogal tijdrovend lijkt en sletig voor de schoenen, heb ik alvast een familieverpakking veggieburgers ingeslagen. Smaakt krek hetzelfde als de kartonnen schnitzel in de Wienerwald van mijn prille jeugd. Wat van mij nog lang geen vleesverlater maakt, maar de intentie is er. Michel Vandenbosch en ik, we’re fromBarcelona !

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content