Schaakmat

Dochter heeft mijn schaakcomputer ontdekt, een hoekig geval uit de vroege jaren 80 – van de vorige eeuw, moeten we nu zeggen. Ik herinner mij nog hoe ik het ding op een glorieuze namiddag cadeau kreeg. Bij Tandy. Dat was een van de eerste elektronicazaken voor doe-het-zelvers. Je kon er transistors kopen en weerstanden. Alles wat nodig was om het nieuwe tijdperk in te glijden dat gloorde aan de horizon, en waarin technologie hand in hand zou gaan met eenzaamheid der harten.

Maar dat wisten we nog niet, omstreeks 1980. Toen was alles wat naar soldeervet rook spannend en machtig. Ik was geïntrigeerd door dat geheimzinnige bakje dat zelfs de Siciliaanse opening kende. Je moest piepkleine stukjes in gaatjes op het bordje priegelen. Je moest elke zet invoeren in iets wat leek op een rekenmachine. E2 E4 bijvoorbeeld. De computer dacht dan vijf hele seconden na voor hij D7 D5 antwoordde. Wel honderd nederlagen heb ik geleden voor ik hem eindelijk eens in het zand kon doen bijten. I Lose, verscheen toen in beschaamde letters onder aan het lcd-schermpje. Alsof het ding behept was met menselijke gevoelens. Mij gaf het een enorme kick de computer schaakmat te kunnen zetten. Ik was twaalf. Klaar om de wereld te veroveren.

I Lose, verscheen toen in beschaamde letters onderaan op het lcd-schermpje

Later werden er computers ontwikkeld die schaakgrootmeesters in de pan hakten. De sport, zoals schaken hoogdravend genoemd wordt, verloor voor mij zijn glans nu de wereldkampioen niet meer van vlees en bloed was. Bijna veertig jaar later zie ik mijn dochter de stukjes in de gaatjes priegelen. Ze is even vastbesloten om te winnen als ik destijds was. Ik leg haar uit in welke richtingen de loper en de toren mogen bewegen. Ik leer haar wat rokeren is en hoe je en passant een pion kunt slaan. Het leukste vindt ze de grilligheid van het paard. En wat de koningin allemaal mag natuurlijk.

“Hoe komt het dat de enige vrouw op het bord de meeste macht heeft?” wil zij weten. Omdat ik weer eens met de mond vol tanden sta, ga ik te rade bij professor Google. Ik kom erachter dat het schaakspel zelfs geen koningin had toen de Arabieren het rond de tiende eeuw naar Europa brachten. Op haar plaats stond een raadsheer, die één armzalig veldje schuin mocht bewegen. Pas in de vijftiende en zestiende eeuw kreeg de koningin de vrijheid om het bord te domineren. Die ontwikkeling liep, toevallig of niet, gelijk met de opkomst van vrouwelijke monarchen in Europa. Denk aan Catharina van Aragon of Isabella I van Castilië. “De vrouwen werden baas”, zeg ik. “En het schaakspel werd een stuk spannender.”

Dat past helemaal in het kraam van mijn dochter, die altijd al meer door girlpower geboeid was dan door Bumba. “Eigenlijk is die koning maar een sukkel, die voortdurend moet vluchten.”

Ik surf nog wat verder en kom erachter dat Tandy voor ‘Technology and You’ stond. Dat heb ik al die jaren niet geweten. Wat zou ik graag in de tijd kunnen terugkeren om mijzelf een paar tips te geven. Dat ik deze of gene persoon maar beter kan schuwen. En er goed aan doe wat aandelen te kopen van een bescheiden start-up die is vernoemd naar wat niet ver van de boom valt.

jean-paul.mulders@knack.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content