Salamanca Graffiti met stierenbloed

De ene kathedraal houdt er de andere overeind en een academische graad wordt er onderlijnd met stierenbloed. Salamanca twijfelt tussen grootsheid en bijgeloof.

Komend van Madrid en het ijle Avila, wordt Salamanca je aan de oevers van de Rio Tormes op een plateau aangeboden. Vanaf de Puente Romano, de oude Romeinse brug, word je overweldigd door de zandstenen kolossen die uit de ommuurde stad oprijzen. De oude romaanse kerk met haar Byzantijnse koepel vindt er beschutting bij de nieuwe kathedraal, als een kuiken bij de hen. Dat beeld is niet overdreven. Toen de Catedral Vieja dreigde in te storten, werd de Catedral Nueva er in 1512 als een steunbeer ondergeschoven.

We weiden liever niet uit over de herkomst van de platareske en de churrigueraanse stijlen die er elkaar naar de kroon steken en waarmee de reisgidsen je een punthoofd bezorgen. Aan de voet van de kleine heuvel waarop de stad ligt, citeren we liever Miguel de Unamuno, de gerenommeerde Spaanse schrijver. Hij was lange tijd rector van Salamanca’s befaamde universiteit, samen met Parijs en Bologna een van de oudste van Europa: ” Het is een vrolijke en openhartige stad. De zon heeft de stenen van zijn torens, paleizen en tempels een onvergelijkbare goudgele kleur gegeven. Het kleurenspel bij zonsondergang is een ware lust voor het oog.

Met een sprong zijn we in het hart van de stad, op Plaza Mayor, de chiquere versie van Plaza del Mercado, het marktplein waar de studenten zich te goed doen aan sterke rode wijn en vettige worstjes van het type farinato. Het Plaza Mayor is een architecturale samenvatting van de stad, zelfs van een flink deel van de Spaanse overzeese geschiedenis. Je treft er niet alleen protserige paleizen aan, zoals het Pabellon Real en het Ayuntamiento (stadhuis), met vorstelijke beeltenissen en medaillons, kolommen en balkons, koepels en klokken, maar ook heel gewone appartementsgebouwen, allemaal in dezelfde stijl, niet hoger dan drie verdiepingen, waar de inwoners zich tegen de felle zon beschermen met luifels die er nog altijd even verweerd uitzien als de markiezen waarmee de eerste huurders zich tegen het licht beschermden toen het barokke prachtplein in de achttiende eeuw werd aangelegd.

In het fotoboek La Plaza Mayor de Salamanca van Conrad Kent kun je nagaan welke metamorfosen het mooiste forum van Castilië heeft ondergaan, van openbare tuin bij zijn oprichting tot vulgaire parkeerplaats onder Franco en nu weer tot het geprefereerde ambiente van de Salamancezen.

Met zijn talloze balkons en arcaden was Plaza Mayor een feestplein voor de massa: circusvoorstellingen en misvieringen, fascistische optochten en stierengevechten, concerten en verkleedpartijen. Groenten en fruit werden er aan de man gebracht, terwijl op de terrassen van de gaanderijen het publiek een espresso gebruikte in de vele cafés die het plein rijk was: Café y Gran Hotel del Pasage, Café Las Torres, Café Novelty en Meson Cervantes.

De warrigheid van Salamanca, met zijn wriemelende straatjes, staat in een schril contrast met de symmetrie van deze square, deze perfecte rechthoek met hoefijzervormige doorgangen naar de vier windrichtingen, die functioneren als sluizen voor de binnenstad. Zo’n paseo of wandeling was vroeger veel spannender. Ten tijde van Franco kon je groepen jongens en meisjes elkaar op het plein zien kruisen, want amper dertig jaar geleden was het uitgesloten dat die samen optrokken in het preutse Spanje.

Kun je pleinen exporteren? In elk geval hebben de Spanjaarden in de zestiende eeuw geprobeerd om elk indianendorp dat ze in de Nieuwe Wereld veroverden, te herschikken rond een centraal Plaza Mayor waarop plaats was voor een kerk, een ziekenhuis, een slagerij en de woning van het dorpshoofd.

Plaza Mayor is als een miniatuur van Santafé ( Heilig Geloof), de legerplaats die in 1491 werd gebouwd en een jaar later als uitvalsbasis zou dienen voor de verovering van het Moorse Granada. Santafé was een vierkante stad, met een centraal plein van waaruit vier kaarsrechte straten naar evenveel poorten liepen. Zo’n planning was nooit eerder vertoond, steden waren tot dan alleen maar het resultaat van chaotische improvisatie. Santafé was het product van een plannende geest die tabula rasa had gemaakt met de labyrintische wildgroei en een droom van zuivere lijnen in steen had geconcretiseerd.

Naar het model van die nieuwe, op het hemelse Jeruzalem geïnspireerde stad met zijn rechthoekige plein, zullen later tot in de verste hoeken van Hispaniola of Klein Spanje – zoals de Nieuwe Wereld werd genoemd – de Spaanse steden verrijzen.

Het is een fluitje van een cent om de hedendaagse Colombiaans-Spaanse schrijver Gabriel García Márquez te koppelen aan zeg maar de zestiende-eeuwse mystica Theresia, de beroemdste dochter van Avila. In het voorwoord bij zijn Twaalf zwerfverhalen noteerde de Colombiaan dat het schrijven van de story’s zo moeiteloos ging ” dat ik soms het gevoel had dat ik puur om het genot van het vertellen schreef, misschien wel de menselijke staat die het best op levitatie lijkt“.

Theresia, die bijna dertig jaar van haar leven doorbracht in het klooster van La Encarnacion, vertelt in haar memoires dat de theologische dialogen met haar mystieke vriend en biechtvader San Juan de la Cruz af en toe zulke extatische momenten bereikten dat ze begon te zweven. In Salamanca hangt nog altijd iets van die band tussen ascese en spiritueel genot, een staat die plots kan overhellen naar bijgeloof, wellust en bloederig spektakel. Tot in de jaren dertig legden studenten hun examens af in de kapel van Santa Barbara. Ze gingen met één voet op de grafsteen van de bisschop staan, omdat ze in die houding een betere uitslag dachten te behalen. Wie voor het eindexamen slaagde, werd op de schouders van de menigte triomfantelijk rondgedragen en mocht met stierenbloed het teken van de overwinning op de universiteitsmuren kliederen.

De Patio de las Escuelas, met zijn chaos van literaire, heidense en religieuze symbolen en verwijzingen, is een voortreffelijke entree voor wie de bizarre geest van die instelling wil vatten. De universiteit van Salamanca was in haar bloeitijd een mengsel van voortreffelijke geleerdheid en koppige mediocriteit.

Ten overstaan van de Theologische afdeling zette de Italiaan Columbus er zijn India-project uiteen. Hij maakte er zich onsterfelijk belachelijk omdat hij, met het bijbelse boek Ezra in de hand, meende dat zeszevende van de aardbol droog lag, een opvatting die de latere bezoeker van Amerika verlokte tot de uitspraak dat de wereld klein was: Il mondo é poco.

Aangenomen wordt dat Miguel de Cervantes Saaverda, de schrijver van Don Quichot, in Salamanca op de banken heeft gezeten, wat ook geldt voor de conquistador Hernan Cortès. Aan die tijd herinneren ook de schelpen in de gevel van het beroemde Casa de las Conchas, het symbool van de pelgrimage naar Santiago.

Voor de inquisitie dit bolwerk van het vrije denken kortwiekte, genoot de universiteit van Salamanca een vooruitstrevende faam. Eind vijftiende eeuw doceerde Beatriz de Galindo er Latijn, de eerste vrouwelijke professor in Europa. Met een beetje verbeelding zie je er de grote geleerde Antonio de Nebrija aan het werk in de vaal verlichte zalen, waar de harde houten banken een ongekend comfort boden aan de studenten die gewoon waren op de grond te zitten. ” Geen moment raakte ik de gedachte kwijt dat ook in Spanje de alom verbreide barbarij verpletterd moest worden“, schreef de Nebrija rond 1492 in een autobiografisch portret bij een door hem opgestelde woordenlijst Castiliaans-Latijn. Nebrija was een vernieuwer van formaat. Er is nauwelijks een onderwerp te noemen waarin hij geen orde schiep. Nebrija berekende de omvang van de aarde, benoemde parallellen en winden, wateren en sterren. In alle bescheidenheid stelde hij de voet, de gebruikelijke internationale lengtemaat, gelijk met de lengte van zijn eigen voet.

Hier doceerde later de jood Fray Luis de Leon, die door de inquisitie vier jaar in de kerker werd gegooid en na zijn rehabilitatie de eerste les opende met de fameuze zin: “Zoals we gisteren hebben aangetoond”. Het waren geen tijden voor vrije geesten. Tijdens het bewind van Filips II werd het de Spaanse studenten zelfs verboden om in het buitenland te gaan studeren.

Spanje hield na de inquisitie niet meer op verscheurd te zijn. Tot na de dood van caudillo Franco, de dictator die er zich op beroemde de hand van de heilige Theresia van Avila in zijn nachtkastje te hebben, is Spanje geografisch en mentaal een verhakkeld land geweest. Miguel de Unamuno, de al genoemde auteur van Del sentimiento tragico de la vida, zag in de Spaanse burgeroorlog van de jaren dertig zelfs een variant van de typisch Spaanse afgunst van tegengestelde partijen die zich dit keer verscholen achter de maskers van wat de geleerde de “marxistische wrok” en het “katholieke heidendom” noemde. De Unamuno hekelde niet alleen de zwarte falangisten, maar ook de rode verbranders van kerken en kloosters. In die laatsten zag de filosoof de erfgenamen van diegenen die de vuurdood stierven tijdens de inquisitie. ” Spanje is als een hond die voor de spiegel staat, schrikt en wegloopt“, schreef hij vlak voor zijn dood. Dat lijkt allemaal lang geleden.

Salamanca is inmiddels verzonken in een zachte provincieslaap, nauwelijks opgeschrikt door de Amerikaanse studenten die er zijn neergestreken om er hun Spaans bij te spijkeren. De harde Spaanse klanken ratelen als mosselschelpen in metalen emmers. En wij, wij vullen ons op een overwelfd terras op de Plaza Mayor met horzano, een taart die is gevuld met varkensvlees en versierd met brokjes ei, die nu eens dik en dan weer dun, nu eens zoet en dan weer zout gegeten wordt. Espana a la carta.

praktisch

Verblijf. In Salamanca zijn er talrijke hotels naar ieders budget. Van goedkoop ( Pension Feli, +34-923-21 60 10) tot het duurdere Paradores (+34-923-19 20 82, fax +34-923-19 20 87,

e-mail: salamanca@parador.es) waar een kamer voor twee personen in het hoogseizoen ongeveer 4000 fr. kost.

Eten en drinken. Restaurant: El Boton Charro, Hovohambre 6. Herbergen: Café Novelty op Plaza Mayor en Gran Café Moderno, Gran Via 75.

Vervoer. Afhankelijk van het tijdstip van vertrek, de gekozen luchtvaartmaatschappij en de duur van het verblijf varieert een vlucht Brussel-Madrid tussen de 6000 en de 12.000 fr. in economy. Er vertrekken dagelijks vier treinen uit Madrid naar Salamanca. Iberia organiseert geregeld promotiereizen. Informeer bij uw reisbureau.

Info. Spaanse dienst voor toerisme, Kunstlaan 21, 1000 Brussel, Tel. 02-280 19 26, fax 02-230 21 47,

e-mail: buzon.oficial@bruselas.oet.mcx.es

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content