SAAS-FEE Midzomerskiën
Zomerse sneeuw: echte ski- en snowboardfanaten maken er dankbaar gebruik van. Een sfeerbeeld.
Augustus: 22 uur, 30°C. Verbaasde blikken volgen me als ik mijn met skimateriaal beladen karretje door het zuidstation duw. De rechtstreekse slaaptrein naar Brig wacht geduldig op het perron. Als de locomotief zich knarsend op gang trekt, wiegelen de wagons langs geuren van oliebollen en de schittering van draaimolens. De kermis van Het Zuid loopt op zijn einde.
Na een zwoele, zuurstofarme nacht word ik wakker in een droom van frisse lucht en groene bergen met rijkelijke sneeuwkapsels. Voor het station in Brig staat de bus die me in 65 minuten rechtstreeks naar het mondaine skioord van Saas-Fee brengt, zodat ik nog voor de middag op de ski’s zal staan. Omringd door dertien bergtoppen van meer dan 4000 meter en aan de voet van Zwiterlands hoogste berg, de Dom, ligt Saas-Fee, de Parel van de Alpen. Het rustige, autovrije stadje ligt zelf op een hoogte van 1800 meter. Elektrisch aangedreven bestelwagentjes rijden kriskras door de smalle straten.
Saas-Fee heeft een te benijden toeristische troef: het zomerskigebied op de gletsjer. Met de komst van de snowboards en de hunker naar ongewone vakantieactiviteiten kent het zomerskiën een heropflakkering. Ik neem de Alpine Express die me in een tiental minuten naar de lagere gletsjers van Felskinn brengt, een 3000-tal meter boven de zeespiegel. Het zomerskigebied ligt nog iets hoger. De verticale reis gaat verder onder de grond met ’s werelds hoogste metro, de Metro Alpin, die me naar het station Mittelallalin voert. Hier, op 3500 meter, wacht een sprookjesachtige wereld van eindeloze sneeuw en ijslandschappen, onder een strakblauwe hemel.
Ben je een vroege vogel, dan kan je de opwaartse reis al vanaf half acht ’s morgens aanvangen. Skiërs en snowboarders wachten liever tot het skigebied wat opgewarmd is. De pistes Metro en Ski-Star genieten het eerst van de zonnestralen. Daar vind je dan ook de slalombanen waar professionele ploegen van overal ter wereld naartoe komen om te trainen. Voor de freestyle-snowboarders is er een halfpipe uit de sneeuw gegraven. Elegant glijden ze van de ene kant van de halve tunnel naar de andere, waarbij op de randen acrobatische sprongen en salto’s uitgevoerd worden.
Tegen de middag wordt de sneeuw dikker en zwaarder. Gevorderde skiërs houden moeiteloos hun latten bijeen, maar voor beginnelingen is dit een hel. Je gewicht iets achterover brengen helpt, maar kom je daarna weer op een ijzige plek, dan ga je zo onderuit. Zomerski is niet het ideale moment om met skiën te beginnen. Er zijn geen eenvoudige pistes vlakbij het eindstation van de Metro Alpin. Bovendien is de sneeuw ’s ochtends vroeg ijzig en later op de middag zwaar. Maar voor gevorderden zijn dit de beste momenten om de skitechniek te perfectioneren.
De zachte middagsneeuw lonkt me om het snowboarden te proberen. In het begin val ik veel en de sneeuw is nogal nat, zodat ik al snel met een doorweekte broek mijn board de piste opzeul. Atti, van de snowboardshop Popcorn, brengt me de basistechniek bij. Het is bijzonder vreemd om met je beide benen tegelijk vast te zitten. In het begin voel ik me hulpeloos en lijkt elke beweging uitgesloten. Vooral als het board begint te schuiven, dreig ik meteen heel snel te gaan. Maar twee uur les volstaan om de basistechniek te leren. Daarna is het een kwestie van oefenen.
Ook voor beginnende snowboarders is er geen oefenpiste dicht bij het eindstation. De enige mogelijkheid om bij de makkelijkere piste Metro te komen, bestaat erin weer mijn ski’s en skischoenen aan te trekken. Beladen met de snowboardboots in een rugzak en het snowboard onder mijn arm, ski ik er zonder stokken naartoe: een hele onderneming. Maar het resultaat mag gezien worden. Na vier uur op het board lukt het me bochten te maken en zonder vallen de piste af te surfen.
In het totaal beslaat het zomerskigebied een 20-tal kilometer pistes voor gemiddelde tot vergevorderde skiërs. Echte snowboardfreaks kunnen hun hart ophalen in het Swatch Snow Park Allalin, een van Europa’s meest indrukwekkende sneeuwpretparken met vier halfpipes (elk 80 meter lang), twee quarter pipes en tal van andere attracties om de fun erin te houden. Rond twee uur ’s namiddags worden alle skipistes gesloten; dan glijden vier sneeuwkatten en twee sneeuwspuiters over het terrein. Tot zonsondergang blijven ze in de weer om alles zo optimaal mogelijk te maken voor de volgende skidag.
Na de skipret kan je de namiddaguren elke dag wel op een andere manier doorbrengen. Je kan bijvoorbeeld luieren op het zonneterras van het Mittelallalin Restaurant tot kwart voor vijf, het uur waarop de laatste metro naar beneden rijdt. Laat je je skimateriaal boven en trek je je bergschoenen aan, dan kan je vanaf het middenstation de prachtige wandelpiste volgen die uitkijkt over het groene dal. De tocht duurt ongeveer één uur.
Balsportliefhebbers kunnen bij het liftencomplex terecht in het sportcentrum waar elke dag toernooien worden georganiseerd. Aan de andere kant van het dorp is er een overdekt zwem- en ontspanningscomplex waar je je spieren kan loszwemmen. Voor dezelfde prijs kan je heerlijk wegzweten in de sauna of het stoombad, fitnessen, genieten van een whirlpoolmassage, of wegdromen van tropische stranden onder de zonnelampen. Massage en solarium zijn beschikbaar tegen extra betaling.
Blijf je liever actief in de zuivere buitenlucht, dan kan je op verschillende plaatsen in het dorp mountainbikes huren. Ik haal een fietstochtbeschrijving bij de toeristische dienst. Na al dat snowboarden doe ik het liever kalm aan en volg een met blauw aangeduide “gemakkelijke route voor de hele familie”. Na ruim een half uur klimmen in een lage versnelling, staat mijn knalrode hoofd op ontploffen. Daarna gaat de weg plotseling steil bergafwaarts. Met beide remmen dichtgeknepen probeer ik me op het losliggende grind te concentreren en hier en daar een rotsblok te vermijden. Deze route is beslist niet geschikt voor een ongetrainde Belgische familie die af en toe door de polders fietst. Ik vraag me af wat die rode sportliche routes dan voorstellen. In elk geval test ik ze niet uit. Dan liever een van de talrijke wandelroutes.
Na een heldere vissoep met saffraan en een op de tong smeltende steak in restaurant Chemin, beslis ik de hippe kroeg Popcorn, ook de pleisterplaats van de snowboarders, eens op te zoeken. Trendy muziek komt me tegemoet terwijl ik hartelijk onthaald word door Christel, het Nederlandse barmeisje. Frozen margarita’s zijn haar specialiteit. Je kan ze zelfs per halve liter bestellen. Jongeren in wijde broeken en loshangende shirts strompelen de Amerikaanse “tempel” binnen en scharen zich rond het groene doek van de pool. Aan de met neonreclames verlichte muren prijken de logo’s van bekende surf- en snowboardmerken. Ik hijs me op een van de hoge aluminium barkrukken, prop wat popcorn in mijn mond en bewonder de antieke Esso-benzinepomp. In een donkere hoek hangt een vogelpik. Recent werd de bar door een panel van professionele snowboarders uitgeroepen tot de beste snowboardbar in Zwitserland. Maar Popcorn is meer dan een café. In de aansluitende winkel vind je bijna alle trendy snowboardmerken: Burton, Rip Curl, Quick Silver… en het door freestylers gegeerde Wolcom.
De decibels nemen toe terwijl het jonge volkje blijft binnenstromen. Om vier uur ’s ochtends gaan de deuren dicht. Voor vele snowboarders resten er dan nog enkele uurtjes slaap voor ze met nog meer schwung de helling afschuiven.
Els Vermeersch
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier