Ruth en filip joos
Ze zien elkaar graag. “Natuurlijk. Hij is mijn broer.” Al volgen ze elkaars werk niet op de voet. “Ik luister naar mijn zus, ja. Als ik op dat moment in de wagen zit.” Filip (36) en Ruth (33). Voetbaljournalist en radiopresentatrice. VRT-collega’s. Vurige minnaars van hun vak. Broer en zus : de sterkhouders Joos.
Ruth Joos : “Ja, wat is dat, een broer ? Uniek, dat vooral. Uiteraard is die band dus speciaal. Toen mijn dochter Olivia geboren is, wou ik Filip heel snel bij me. Op zulke momenten, grootse momenten, voel je hoe diep die relatie gaat. Hoe speciaal die is. Al vind ik het vreemd om over mijn broer te denken in termen van ‘graag zien’. Ja, natuurlijk zie ik hem graag, denk ik dan. Hij is mijn broer. Maar we hebben nooit elkaars deur platgelopen. Of dezelfde vriendenkring opgezocht. Of zijn samen op reis geweest. Dat soort broer heb ik ook nooit gewild.”
Filip Joos : “Veel is veranderd met de komst van Olivia, vind ik. Concreet dan. Olivia is een vast ankerpunt geworden. Veel meer dan dat wij dat voor elkaar waren. Door haar zien we elkaar ook veel meer. Ik ga haar wel eens ophalen aan de crèche bijvoorbeeld.”
Ruth : “Het is fijn om te zien hoe graag je kind gezien wordt door je broer. Ook die relatie is uniek.”
Filip : “Ruth wist altijd al dat ze radio wou maken. Ik ben altijd al bezeten door voetbal. We moeten dus wel doorzetters zijn, als je onze huidige jobs bekijkt. Koppige kuitenbijters.”
Ruth : “Klopt. Eerder dat dan ambitieus, denk ik. We weten wat we willen. Waar we goed in zijn, ook. En we gaan daarvoor. Bij ambitieus denk ik al snel aan ellebogenwerk, en dat zit absoluut niet in ons. Ik huiver van het woord carrière, bijvoorbeeld.”
Filip : “Terwijl je die intussen wel aan het maken bent, natuurlijk. Dat kun je niet ontkennen.”
Ruth : “Ja, dat is waar. Dat is het vreemde aan de zaak. Nochtans ben ik echt niet bewust bezig met het afleggen van een zorgvuldig vooropgesteld traject. Ik wil wat ik doe zo goed mogelijk doen. En het liefst zo lang mogelijk. Dat is alles.”
Ruth : “Maar op een dag zal het stoppen. Onvermijdelijk. Ooit zegt iemand : ‘Die Joos, die hebben we nu wel gehad.’ En dan zal dat zo zijn. Ik heb me voorgenomen om me daardoor niet te laten kraken. Er lopen al te veel verzuurde en verongelijkte mensen rond. Zeker in onze sector. Ik weet dat het ooit stopt, en dat neem ik erbij. Ik zie dan wel verder. In een publieke job als de onze leer je jezelf al snel te harden.”
Filip : “Moet je ook. Je wordt door iedereen beoordeeld. Een schouderklop links, een knauw rechts. En slechte kritiek doet altijd pijn.”
Ruth : “Wie zegt van niet, die liegt.”
Filip : “Gefundeerde kritiek, hoor ik dan weer graag. Helaas is kritiek dat zelden.”
Ruth : “Als je het eerste jaar mails krijgt met boodschappen als ‘ ge zijt een kalf, ik kan je niet horen’, dan ben je daar echt niet goed van. Ja, ik heb er tranen voor gelaten. Intussen doen zulke gratuite scheldpartijen me niks meer. It comes with the job. Als je je nek uitsteekt, dan gaat je kop eraf. Vroeg of laat. En meermaals. Daar moet je mee leren leven.”
Filip : “Het klopt dat we allebei al op vrij jonge leeftijd een zeer mooie functie hebben bereikt. En ja, die gedachte heeft me een tijdlang beangstigd. ‘Wat hierna ?’ Na Euro 2000 had ik dat zeer fel. Drie weken de job van mijn leven. Topinterviews met topspelers, genre Totti. Hierna kan het alleen maar bergaf gaan, dacht ik. Niet dus. Er is altijd wel iets anders. Iets nieuws.”
Ruth : “En laten we vooral ook niet vergeten dat we nog veel kunnen groeien. Ik geloof nog altijd dat ik per uitzending beter word. Dat moet ik ook geloven, anders val ik stil. Ik ben trouwens ook niet pardoes bij Mezzo en Radio 1 beland. Ik heb al een aardige weg afgelegd op de radio. Reportages gemaakt voor Studio Brussel, het nieuws gelezen, nu en dan eens een presentator vervangen, muziek die ik niet kende aan elkaar gepraat, Mekka gepresenteerd, en daarna de grote sprong gemaakt naar Radio 1. Met zo’n ei zat ik in mijn broek, bij mijn eerste Mezzo.”
Filip : “Dat geloof ik niet.”
Ruth : “Natuurlijk wel. Wat dacht je ?”
Filip : “Ik had nochtans het gevoel dat je toen thuiskwam. Je bent er veel meer op je plaats dan bij Studio Brussel, waar ik je vaak beluisterd heb met toegeknepen billen. Zenuwachtig in jouw plaats. Omdat ik je niet altijd herkende in die juffrouw achter de microfoon.”
Ruth : “Dat was ook zo. Andere mensen hadden de Stubru-stijl veel meer in de vingers. Maar dat neemt niet weg dat de overstap intimiterend was. Ik ben nog altijd elke dag gezond zenuwachtig.”
Ruth : “Dat vooral heeft ons al goed vooruitgeholpen : zelfkennis. We be-waken onze grenzen. We kunnen perfect inschatten wat we goed zullen doen. En wat ons dan weer helemaal niet afgaat. We zijn niet te ijdel om geen neen te kunnen zeggen.”
Filip : “Ze hadden mij bijvoorbeeld ook gepolst als sidekick voor Martine Tanghe in Volt. Wat Kobe Ilsen nu doet. Ik snap niet dat ze daarvoor aan mij hadden gedacht. Ik zou dat nooit willen doen. Ik zou het lang niet zo goed doen als Kobe, trouwens. Wat die gast allemaal moet doen. Uit een ijskast springen met een hoed op. Niks voor mij. Al wil dat niet zeggen dat ik altijd alleen over voetbal zal willen praten. Een talkshow op Canvas samen met Ruth, dat lijkt me wel wat bijvoorbeeld. Ooit.”
Ruth : “Het eerste wat ik ervan hoor.”
Filip : “Nu klink ik als een Miss België die hengelt naar een talkshow. Maar ik bedoel, dat zou ik ook wel kunnen. Als ik Lieven van Gils in Phara bezig zie, ook een sportjournalist, ja dan voel ik toch een gezonde professionele jaloezie. Voor een tweede leven dan wel. Nu is dat nog te vroeg.”
Ruth : “Ja, wat een fantastisch programma is dat.”
Ruth : “We zijn allebei zwanger nu. Ik verwacht mijn tweede kindje, Filip zijn eerste.”
Filip : “Mijn vrouw en ik verwachten, hopelijk binnenkort, eenadoptiekindje uit Ethiopië. Twee jaar al loopt de procedure. We beginnen echt te hunkeren nu. We hadden dat wel onderschat. Het wachten weegt op de duur ontzettend zwaar.”
Ruth : “Ik wacht mee. Ik kijk er even hard naar uit.”
Filip : “Vader worden, zal veel veranderen, denk ik. Ik voetbal nu nog vrij intensief. Dat zal dan wellicht op een laag pitje komen te staan. Ook al is voetballen het liefste wat ik doe. Maar ik vermoed dat ik er dan ook veel minder behoefte aan zal hebben.”
Ruth : “Nochtans doet een kind de liefde voor je werk niet afnemen. Of ik nu halftijds ga werken, vragen mensen me voortdurend. Ik vrees van niet, nee. En neen, mijn vriend ook niet. Mocht het nodig blijken, dan sturen we wel bij. Maar ik blijf graag doen wat ik doe. Natuurlijk is het geluk van je kind het allerbelangrijkste. Maar het ene loopt het andere niet in de weg. Mijn dochter gaat dolgraag naar de crèche. ‘Kindjes !’ roept ze dan.”
Filip : “Het leuke aan onze job, vind ik, is de vluchtigheid. Elke avond is het gedaan. En elke ochtend is het tabula rasa. Heerlijk. Elke keer opnieuw dat witte, onbeschreven blad. Was het gisteren slecht, dan heb je vandaag al de kans om het goed te maken.”
Ruth : “Dat is waar. Ik moet een mindere uitzending wel altijd verwerken. Maar veel tijd krijg je daar niet voor. Tant mieux. Je moet het wel van je afzetten, want er wacht alweer een nieuwe uitzending. En een nieuwe kans, dus. De keerzijde van de medaille is wel dat je je elke dag voor de volle honderd procent moet geven. Je kunt het je niet permitteren om eens op automatische piloot te werken. En dat is best wel zwaar. Maar goed, ik doe het doodgraag. Ik hoor vrienden soms hardop twijfelen. ‘Is dit wel wat ik wil doen voor de rest van mijn dagen ?’ Ik heb dat nog nooit gehad. Nog nooit. Een voorrecht, dat besef ik maar al te goed.”
Filip Joos is vaak te horen als voetbalcommentator en is elke maandag te zien in Studio 1 op Eén.
Ruth Joos presenteert Mezzo, elke werkdag van 11 tot 13 uur op Radio 1.
Door Guinevere Claeys Foto’s Saskia Vanderstichele
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier