?Met een goede organisatie in een ruimte kan je wonderen doen.” Anoop Parikh, binnenhuisarchitect, stilist en interieur-journalist, stelde met Ikea een boek samen over de basics van binnenhuisinrichting.

SABINE LAMIROY FOTO’S : TREVOR RICHARDS

?Met een beetje denkwerk over de manier waarop iemand effectief leeft, kan je tot een heel ander gebruik komen van ruimte. Een huis moet op de eerste plaats functioneren voor jezelf. Niet voor de ogen van vrienden of buren.” Anoop Parikh (33) stelde met medewerking van de Zweedse meubelfabrikant Ikea een boek samen over de beginselen van interieurontwerpen. Hoe deel je een ruimte in, hoe verander je een perspectief met kleur, hoe haal je het maximum uit natuurlijk licht, hoe laat je een kleine ruimte groter lijken, welke is de meest geschikte bergruimte ? Kamer per kamer, van hal tot veranda, worden basisregels uitgelegd en geïllustreerd met foto’s en plannetjes.

?Het boek is ontstaan uit een behoefte om mensen te laten zien hoe je een ruimte kan doen werken met beperkte middelen. Verbazend hoeveel mensen automatisch bepaalde functies aan bepaalde kamers toekennen, zonder daar ook maar een moment bij stil te staan : de grootste kamer beneden voor de living, de tweede grootste voor de keuken. Boven de grootste kamer voor de ouders, de kleinste voor de badkamer. Als ze er even zouden over nadenken hoe ze leven, wat ze nodig hebben, welke prioriteiten ze stellen, zouden ze misschien ontdekken dat ze veel meer tijd doorbrengen boven, omdat het er ruimer, aangenamer of lichter is. Dan kunnen ze consequent daar hun leefruimte maken en de slaapkamers beneden, omdat het er donkerder of rustiger is.”

Parikh is een Brit, van Indische origine, bracht een deel van zijn jeugd door in Oost-Afrika en verdeelt nu zijn tijd tussen België en Engeland. ?Natuurlijk heeft dat een invloed. Want ook al woon ik hier, ik ben grootgebracht met de tradities en de cultuur van mijn ouders. Dat maakt deel uit van mijn persoonlijkheid. Indirect beïnvloedt het ook mijn werk. Ik kijk naar West-Europees design met een meer onthechte blik, omdat ik weet dat er alternatieven zijn. Als je je roots hebt in verschillende culturen, is dat altijd interessant vanuit creatief standpunt. Mijn kleurgevoel bijvoorbeeld is duidelijk niet-Europees. Ik ben niet bang van sterke kleuren. Ik durf groen en roze combineren, omdat ik die mix eerder op een geslaagde manier heb gezien. In India zie je overal kleur : de sari’s, de specerijen, waar je ook kijkt. Toch moet je daar voorzichtig mee zijn, want het licht hier bijvoorbeeld is veel minder intens. Het resultaat kan totaal verschillend zijn.”

Verrassend genoeg speelde het feit dat Parikh, Brit is, ook mee in het ontstaan van het boek. ?Ik ben al jaren een grote fan van Ikea. In Engeland bestaat er namelijk niet dezelfde traditie van hedendaags home-design als op het vasteland. Toen ik Ikea ontdekte, midden de jaren ’80 in Parijs, was dat een openbaring. Ik vond dat ze schitterend design maakten, tegen ongelofelijke prijzen. Korte tijd later kwam Ikea naar Engeland. Ik werkte toen als journalist voor Cosmopolitan en gebruikte hun items zoveel ik kon. Ook later bleef ik met het Zweedse bedrijf in contact en deed wat styling en reclameontwerp voor hen. Het idee groeide om samen een interieurdecoratieboek te maken. Ook al omdat ik gezien had dat dat concept bij Laura Ashley zo succesvol was. Boeken zijn uiteraard een uitstekend marketinginstrument, maar ze zijn ook een enorme bron van inspiratie voor het grote publiek.”

Volgens Parikh kan je van de manier waarop iemand zijn huis inricht heel veel aflezen over de bewoners zelf, over hun karakter, hun smaak, hun achtergrond. Zelfs over intieme zaken als seksualiteit of godsdienst. ?Dat besef zet een enorme druk. Daarom kiezen mensen vaak voor veilige oplossingen die niet per se stroken met wat ze eigenlijk willen. Ze kiezen traditioneel of net andersom : zwarte meubels, zwarte leren sofa, zwarte met metaal afgewerkte kasten en een wit karpet op de grond. Zo’n interieur is uiteindelijk even cliché en oninteressant als een interieur in zware, donkere eik met een banale sofa. Een manier om uit die impasse te geraken, en eigenlijk uit die angst om zich bloot te geven, is nadenken over wat het huis moet doen voor jou, voor je partner en andere huisgenoten. Dat is de basis om een omgeving te creëren die past bij jouw persoon. Natuurlijk zal je keuze altijd aan anderen duidelijk maken wat jij graag ziet, maar dat is niet langer de hoofdmotivatie.”

De eerste functie van een woning is onderdak en geborgenheid bieden, en de mogelijkheid om op een comfortabele manier je dagtaken uit te voeren. ?Maar”, zegt Parikh, ?het moet ook een bron zijn van trots, een manier om je creativiteit uit te drukken. Zeker voor wie geen interessante job heeft, is het huis naast kleding waarschijnlijk de enige manier om creatief te zijn. En dus ook een bron van bevrediging. Dat je kunt rondkijken en zeggen : ‘Dit is mijn werk. Dat heb ik gedaan. ‘ En dat is alles waar decoratie om draait. Het gaat om controle hebben over dingen. Zelf beslissingen nemen. Zeker in een wereld waar je heel weinig, en steeds minder greep hebt op wat rondom jou gebeurt. Daarom wordt al wat met een huis te maken heeft zo angstvallig gekoesterd.”

Terwijl vroeger de mode dicteerde dat bloemetjesbehang de bon ton was en je in de winkels niets anders kon krijgen, zijn de mogelijkheden nu haast onbeperkt. Je kan kiezen voor elke stijl en je kan mengen zoveel je wil. ?Huisinrichting is veel avontuurlijker geworden en tegelijk bereikbaar voor iedereen. Eigenlijk krijg je ook hier een spiegel van de maatschappij. Daarom hou ik van wat Ikea doet. Het heeft dat egalitaire, biedt iedereen dezelfde mogelijkheden, dicteert niet wat je moet doen. Voor een massaproducent wat Ikea toch is biedt het bedrijf veel meer dan interessante prijzen. Het blijft trouw aan designbeginselen. Het maakt aantrekkelijke dingen met een persoonlijke uitstraling, misschien niet uit de meest precieuze materialen of afgewerkt met kostbare lak, maar ze hebben iets, het werkt. Uiteraard is het ene meer design dan het andere, maar altijd steekt er de filosofie achter dat de dingen natuurlijk en simpel moeten blijven, niet overgedecoreerd. En daar hou ik van. Het gebruik van natuurlijke materialen sluit trouwens helemaal aan bij de Zweedse traditie. Belangrijk is ook dat de meubels zo ontworpen worden dat je ze meteen kunt meenemen en zelf in elkaar zetten. Zonder te moeten wachten : je ziet iets moois, en je hebt het meteen thuis. Dat beantwoordt duidelijk aan een behoefte.”

Bestaat dan niet het gevaar dat iedereen op de duur een gelijkaardig interieur heeft ? ?Helemaal niet”, zegt Parikh. ?Essentieel is de persoonlijke beslissing. Mensen zijn enerzijds selectiever geworden en anderzijds hebben ze meer keuze. Iedereen is vrij om zijn eigen samenstelling te maken. Dat is ook het opzet van het boek : laten zien wat je met die producten kunt doen, eens je ze thuis hebt. Hoe je ze kunt combineren, wat met een ruimte mogelijk is.”

Het boek bevat regels die meestal opgaan, zoals de noodzaak van een zachte lichtbron boven het bed om te lezen, een minimum kijkafstand voor tv die je moet incalculeren. Het toont ook hoe je kan beginnen met iets kleins, zonder meteen alles te veranderen. Hoe je bijvoorbeeld door je oude stoelen met dezelfde hoezen te overtrekken meer eenheid schept. ?Inrichting is veel gecompliceerder dan je denkt, je moet met ontelbare factoren rekening houden : hoe je beweegt in een ruimte, hoe de interactie is met andere mensen, welke rol de textuur van materialen speelt, welk gevoel een kamer moet uitstralen formeel of gezellig , waar en hoe je je kleren wil opbergen. Die basics zijn geen absolute wetten, het zijn richtlijnen die oplossingen of alternatieven aanreiken. Waarbij de visuele voorstelling natuurlijk zeer inspirerend werkt. Zo van : ‘Oh, dat ziet er leuk uit, zo’n combinatie kan ik ook eens proberen’.”

Vandaag en ook voor de toekomst geldt maar één regel, meent Parikh : ?Mensen willen zich omringen met dingen waarbij ze zich goed voelen. Een open haard, een aparte tafel, een comfortabel bed. Ze zijn niet meer zo geïnteresseerd in statussymbolen. Wat ze verzamelen, hebben ze zelf uitgezocht op een markt in Marokko, in een dorpje in Italië, of hebben ze gekregen van oma. Oud of nieuw, duur of goedkoop, maar altijd met een persoonlijke waarde.

Typisch Scandinavisch is ook de sterke neiging om dingen van vroeger te ?redden”, te recupereren en in te passen in een nieuwe assemblage. Ook dat vind je bij Ikea terug. Er wordt gewerkt met scheidingswanden, panelen, aanbouwstukken. Mensen willen niet minder comfort, wel iets dat beter beantwoordt aan hun behoeften.”

Is de rol van een binnenhuisarchitect dan niet in strijd met die vrije keuze ? Volgens Anoop Parikh niet. ?De grootste opdracht van een designer is luisteren naar zijn klanten. Ook al zijn ze niet erg communicatief of kunnen ze niet zelf uitdrukken wat ze willen, dan moet je dat kunnen afleiden uit de manier waarop ze leven, praten, bewegen. Het kan gaan om lichaamstaal, het bestaande interieur, wat zij willen bewaren, wat zij plannen. Kortom : geef mij hun dromen. De grote kunst van een designer is te observeren, al die zeer uiteenlopende gegevens op te slaan en daaruit een beeld samen te stellen van wat de klant wil. Lange tijd was binnenhuisinrichting vrij directief : je moet dit hier hangen, daar een lamp, dit papier, zo’n tafel. Dat gebeurt vandaag niet meer.”

Parikhs stokpaardje is de organisatie van kleine ruimtes. Eerder maakte hij trouwens al het boek Originele Ideeën voor Kleine Ruimten. ?De druk wordt steeds groter, er is minder en minder plaats. Ik heb een zwak voor kleine ruimtes, misschien omdat ik altijd klein heb gewoond. Ze hebben voor mij iets van een juweel. Je hebt niet veel nodig om het leuk te maken : weinig tijd, weinig materiaal, weinig geld en weinig onderhoud. Met enig intelligent overleg kan je een kleine kamer ongelooflijk gezellig maken. Soms moet je echt ingenieus zijn en de slaapplaats bijvoorbeeld op een verhoog uitbouwen zodat je er de ruimte onder bijwint. Je moet ook het maximum halen uit het natuurlijke licht omdat dat een ruimte altijd groter laat lijken. Iedereen vindt het evident dat hoe minder objecten je in een kamer plaatst, hoe groter hij eruitziet. Maar eigenlijk is het een kwestie van spelen met proporties. Hoe gek het ook klinkt, een groot object op een uitgekiende plek kan vergrotend werken omdat het de aandacht naar één plaats trekt. Maar het allerbelangrijkste is creatief zijn met bergruimte : je leert hoekjes en kantjes gebruiken, nissen, rekken, de ruimte onder een trap.

Uiteraard moet de bekleding van muren, vloeren en de decoratie vrij uniform gehouden worden. Maar ook dat is weer een algemene richtlijn. Soms volstaat het de vloerbekleding te veranderen of gewoon de kleur om een totaal ander effect te krijgen. Om de indruk te wekken dat een ruimte uit twee delen bestaat, kan je werken met kleurcontrasten. Eén felgekleurde muur kan gebruikt worden als focusoppervlakte en een totaal ander perspectief scheppen : hij duwt de andere kleuren opzij en maakt zo de ruimte groter.”

Net zoals de filosofie van Ikea, sluiten de adviezen van Parikh zeer nauw aan bij de dagelijkse realiteit. Je leert niet alleen hoe je schilderijen moet ophangen, maar ook hoe je nekpijn en vermoeide ogen vermijdt bij het werken met de computer.

Anoop Parikh, ?Alles over Interieur-Ontwerpen, met Ikea”, uitg. Terra, 202 p., is verkrijgbaar bij Ikea (695 fr.) en in de boekhandel.

Door het uitspelen van kleuren en contrasten, landelijk en modern, oud en nieuw, breng je elke hoek van de kamer tot leven.

Met uitgekiende lichtpunten accentueer je of verdoezel je wat je zelf wil. Een werkruimte moet efficiënt zijn : alles wat snoeren heeft, kan in dezelfde wandkast. Een valse wand achter het bed zorgt voor extra privacy en bergruimte.

Ruimtebesparend : een klaptafel en rekken tegen de wand. Modulaire opbergsystemen : ze groeien mee met de behoeften. Kindvriendelijk : rollende speelgoedbakken die meekunnen in de badkamer. Simpel, natuurlijk en praktisch : de beste basis voor eindeloze combi

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content