Ruim baan voor de twintigers
Groen zijn ze nog, toch spreken vijf dynamische twintigers al in termen van carrière, internationale doorbraak en ‘er’ geraken in het leven. Waar ‘er’ precies is, leggen Frederik, Ewout, Mark, Valerie en Jerry u zelf uit.
Generatie Y, dat zijn de jongeren van bouwjaar 1980 tot pakweg ’94, dus opgegroeid met internet en computers. Hun opvallendste kenmerken : hardwerkend, onafhankelijk, eigenzinnig, flexibel en gedreven om een carrière uit te bouwen. Als ze een job vinden tenminste, want daar wringt het schoentje meteen. In Vlaanderen zijn meer dan 75.000 werklozen jonger dan 25 jaar. Het Generatiepact belooft jongeren wel meer banen en het spoort bedrijven aan frisse krachten aan te werven. Maar sla er de werkaanbiedingen op na : voor de leukste vacatures wordt “minstens drie jaar ervaring” geëist. Daar kunnen groentjes op de arbeidsmarkt helaas niet mee uitpakken. Tenzij ze uitblinken in ambitie natuurlijk.
DE VIJF
Frederik Misplon (24) is zo iemand. Van het ene project rolt hij in het andere, en dat zonder hoger diploma. In eerste licentie communicatiewetenschappen is hij gestrand, en zijn thesis is nog steeds braakliggend terrein. “Wanneer zou ik die moeten schrijven ?” lacht hij. “Ik heb nu al geen tijd meer over.” Frederik is webjournalist, cameraman, monteur, webmaster, radiomaker en muzikant, en het liefst allemaal tegelijk. Voor dit interview kwam hij over uit Amsterdam, waar hij werkt bij Zoom.In. Voor dat jonge internetbedrijf maakt hij nieuwsfilmpjes, die te zien zijn op De Standaard Online en Het Nieuwsblad Online. En niet toevallig ook op Politics.be, de website waarvan hij de stuwende kracht is. “We volgen de politiek van op de eerste rij, maar blijven voor honderd procent onafhankelijk”, zegt hij. Dagelijks surfen een kleine twintigduizend mensen naar de webstek en politici nemen hem bijzonder au sérieux. Politics.be bekent geen kleur. “Vlaams Belangers noemen de site links, en PVDA’ers extreem rechts. Zolang beide kritieken komen, weet ik dat we goed bezig zijn.” Een ander bewijs voor hun geloofwaardigheid was de uitnodiging om Verhofstadt en co te vergezellen op staatsbezoek in Amerika. “Een ongelooflijke kans, zeker als prille journalist zonder perskaart”, lacht hij. “Want welke twintiger kan zeggen dat hij president Bush al ontmoet heeft ?”
“Ik heb al elf Michelinsterren op mijn cv”, telt Ewout Vranckx vlug. “Straf voor een kok van 23, niet ?” Hij werkte onder meer bij Alain Ducasse in Louis XV (Monaco) en staat nu aan het fornuis bij Pierre Gagnaire in Parijs. “Met zulke kleppers op mijn curriculum raak ik overal binnen”, zegt Ewout. Volgens hem is het geheim van een topkeuken de organisatie. “Alles is tot op de seconde getimed en je moet perfect afgestemd zijn op de collega’s. Als kok heb je meestal één hoofdhandeling, bijvoorbeeld de vis of de desserts. Eenmaal je die in de vingers hebt, schuif je door naar een andere taak. Zo leer je alles tot in de perfectie.” In een topkeuken mag niets misgaan, een foutje kan er je job kosten. “En die is niet eens goed betaald”, voegt Ewout er terloops aan toe.
Noteer maar : Mark Derudder (21) wordt een grote. Na de kunsthumaniora in Gent trok de violist naar de prestigieuze Guildhall School of Music & Drama in Londen. Dit jaar studeert hij af, en hij verkeert in bloedvorm. “Technisch en muzikaal kan ik nu alles aan”, zegt de West-Vlaming van Japanse origine. “Ik moet voor geen enkele violist nog onderdoen.” Wat maakt hem dan zó goed ? “Mijn passie”, zegt hij. “De meeste violisten proberen alles technisch correct te spelen. Ik doe daar nog een schepje soul bovenop.” Met die muzikale bagage acht hij zich stilaan rijp voor grote competities. Of voor een leven als professioneel muzikant, al is de vraag waar. “Als soloviolist doorbreken is heel moeilijk, dus ga ik proberen in een groot internationaal orkest binnen te raken”, zegt hij. “Ik ben nog liever backbencher in de Berliner Philharmoniker dan eerste violist in een Belgisch orkest.” Leraar of studiomuzikant wil hij niet worden, want alleen met optreden verdient een violist zijn strepen. Mark kan het weten. Op zijn cv staat intussen al een concert in de wereldberoemde Carnegie Hall in New York. “Voorlopig mijn hoogtepunt,” zegt hij trots, “hoeveel Vlamingen hebben daar al gespeeld op hun twintigste ?”
Valerie Dhaeze (23) heeft minder goeie herinneringen aan New York : ze zat er ooit 24 uur vast op de luchthaven. Dát en het gebrek aan comfort op festivalcampings inspireerden haar voor CU°BI°ST, haar eindwerk productontwikkeling. Ze ontwierp een verblijfplaats die gestrande reizigers in de luchthaven tijdelijk kunnen gebruiken om te slapen of te werken. Tweemaal viel het idee al in de prijzen, en intussen is een prototype in de maak. “Tegen eind 2006 moet het op de markt zijn”, zegt Valerie enthousiast. “Het is spannend.” De CU°BI°ST-units kunnen worden ingezet op festivals, beurzen, in treinstations of als slachtofferopvang. “Voorlopig mikken we alleen op de luchtvaartpassagiers. Voor hen is de behoefte en het gat in de markt het grootst.”
Ook Jerry Lefebvre (24) vond een gat in de markt : een opsporings- en locatiesysteem dat gps en gsm combineert. “Stop zo’n zendertje in de koffer van je wagen, en je kunt perfect volgen waar hij zich bevindt”, legt hij uit. “Handig om vertegenwoordigers of leveranciers in de gaten te houden die veel onderweg zijn. En een gestolen auto vind je er onmiddellijk mee terug.” Nog vóór hij afstudeerde als industrieel ingenieur elektronica had Jerry al samen met een vriend zijn eigen bedrijf opgericht, Lecatecs. Na anderhalf jaar testen kwam hun eerste product op de markt. Het bleek een schot in de roos. “Elke maand zien we de verkoop stijgen en we rijven almaar grotere contracten binnen, ook internationaal”, zegt hij. Of hij al ‘binnen’ is na twee jaar ? “We kunnen er allebei goed van leven, maar we snoepen niet te veel van de winst af. Hoe meer geld er in de firma blijft, hoe sneller we kunnen groeien. Ik wil zeker ver raken, maar dan wel zonder roekeloos te worden. Een gokker ben ik nooit geweest.”
PLOTS WERD HET MENENS
Voor wie het nog niet door had : het leven van Frederik, Ewout, Mark, Valerie en Jerry zit in een stroomversnelling. Maar alle vijf rolden ze haast toevallig in hun ambitieuze avontuur. Valerie was haar eindwerk CU°BI°ST na een jaar zwoegen kotsbeu. “Ik had het van ellende bijna in de open haard gegooid”, lacht ze. “Maar totaal onverwacht won ik de Portfolio Award en Bizidee, en dat heeft veel deuren geopend. De industrie gelooft blijkbaar in mijn idee.” Het scheelde ook geen haar of Mark had zijn viool definitief opgeborgen. “Als kind wou ik voetballen met de makkers, in plaats van binnen te oefenen. Zelfs dinosaurussen interesseerden me meer dan mijn viool. Op mijn dertiende was ik bijna gestopt, maar sinds de kunsthumaniora staat mijn besluit vast : hier maak ik mijn beroep van.”
” Politics.be is een uit de hand gelopen grap”, geeft Frederik grif toe. “Voor de les Nederlands richtte ik een fictieve politieke partij op. Ik was ook bezig met webdesign, en om eens te oefenen stak ik snel een website in elkaar. Naast promo voor mijn eigen partij, zette ik er ook geregeld politiek nieuws op. Ons bezoekersaantal bleef maar stijgen, en plots werd het menens.”
“Had ik op voorhand geweten dat er zo’n administratieve rompslomp bij kwam kijken, ik zou misschien nooit met mijn bedrijf begonnen zijn”, vertelt Jerry. “We zijn erin gerold zonder het goed te beseffen.” Als aanvulling op de opleiding aan de Hotelschool in Antwerpen moest Ewout een stageplaats kiezen. Op goed geluk werd het een tweesterrenrestaurant in de wijngaarden van Pauillac, bij Bordeaux. “Van chef Thierry Marx moest ik onmiddellijk mijn lange haren afknippen”, herinnert hij zich nog. “In die drie maanden heb ik veel afgezien, maar vooral mijn ogen de kost gegeven. De ervaring bleek onbetaalbaar, en ik heb er de juiste connecties aan overgehouden.”
KEERZIJDE VAN DE MEDAILLE
Ambitie heeft helaas ook een prijs. En voor Mark mag je dat gerust letterlijk nemen : een peperdure viool, een geldverslindende opleiding en astronomische huurprijzen in hartje Londen. Dit jaar studeert hij af, maar hij wil nog een master volgen. “Helaas krijg ik daarvoor geen beurs meer van de school.” Van de overheid hoeft hij ook niets te verwachten. “We zijn het enige Europese land dat zo weinig geld besteedt aan topmuzikanten die in het buitenland willen studeren. Het argument : er zijn in ons land ook conservatoria”, legt Mark uit. ” Bullshit natuurlijk, want niet de instelling, maar de vioolleraar is het belangrijkste. En de besten vind je nu eenmaal in het buitenland.”
Niet het geld, maar een bedrijf opstarten is voor Valerie en Jerry de lastigste hindernis. “Van boekhouden, marketing en fiscaliteit wist ik helemaal niks”, bekent Jerry. Valerie knikt : “De start is zeer onzeker. Ik investeer enorm veel tijd en energie in mijn project, terwijl ik helemaal niet weet of dat ooit iets zal opleveren.” Net als Valerie kampt Frederik met een overvolle agenda. “Ik ben altijd bezig, het stopt gewoon nooit. Mijn leven gaat almaar sneller en sneller. Als ik in dit tempo blijf voort werken, word ik geen veertig”, lacht hij. “Ach, dan heb ik een kort maar krachtig leven gehad.”
Frederik noch Ewout heeft een relatie. “Niet verwonderlijk, ik sta soms twaalf, dertien uur per dag in de keuken”, redeneert Ewout. Sinds hij afgestudeerd is, woont hij op zijn eentje in het buitenland. Zijn sociale leven en de band met het Kalmthoutse thuisfront zijn verwaterd. Maar ook het leven tussen de potten en pannen is vaak geen pretje. “Er wordt veel geroepen, gescholden en zelfs gepest”, vertelt hij. “Het is een echte survival of the fittest. Velen kunnen die druk niet aan en kappen ermee. Je moet eigenlijk echt zot zijn om dit te willen doen.”
(G)EEN MASTERPLAN ?
Ondanks alle problemen gaan de vijf twintigers er compleet voor. Wat is de ultieme ambitie in hun leven ? Stiekem ziet Valerie haar CU°BI°ST-modules al in alle grote vlieghavens ter wereld staan. “Ik wil ooit internationaal furore maken als industrieel ontwerpster”, zegt ze. “Al is mijn eigen product op de markt brengen ook al ferm kicken.” Dat ze nu door een hectische periode moet, is voor haar geen probleem. “Ik teer op mijn ambitie”, zegt ze. “We zijn nog jong, hé, we kunnen nog tegen een stootje.” Waar Frederik met zijn carrière naartoe wil, weet hij nog niet. “Misschien Politics.be professionaliseren, misschien iets in de politiek, en in het slechtste geval een burn-out op mijn 26″, lacht hij. “Ik heb geen masterplan, ik rol vanzelf wel in boeiende projecten.”
Jerry noemt zijn bedrijf Lecatecs nu al zijn levenswerk. “Dat is het liefste wat ik doe. Ik blijf er al mijn energie in stoppen.” Ewout omschrijft zijn drive als “blijven imponeren met kookkunst en de perfectie als maatstaf houden.” Of hij ooit naar België terugkomt om een eigen restaurant te beginnen ? “Ik heb hier niets te zoeken. Wie de Franse keuken perfect wil kennen, moet in Frankrijk zijn.” Ook Mark heeft geen enkele reden om hier te blijven. “Het niveau ligt hier veel te laag. Ik speel nu al beter dan de leraren waar ik vroeger naar opkeek. In die typisch Belgische middelmaat wil ik niet terechtkomen. Uitzwermen is de enige optie.” Een grote droom heeft Mark niet. “Tenzij misschien de Elisabethwedstrijd winnen en op de prijsuitreiking een salto maken”, grapt hij. “Nee, ik zet mijn zinnen niet op dat ene concours, want dan kun je alleen maar ontgoocheld worden. Maar als Belg staat het toch mooi op je cv, niet ?”
Frederik, Ewout, Mark, Valerie en Jerry, alle vijf nog geen 25 jaar, mikken nu al veel verder dan onze landsgrenzen. Wie talent en ambitie heeft, is België blijkbaar onmiddellijk ontgroeid. Baart die braindrain van Generatie Y dan echt niemand zorgen ?
Thijs Demeulemeester
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier