Fashion Week werd natuurlijk afgelast op 11 september. Vele modellen, ontwerpers en modejournalisten vluchtten weg uit de stad. In de daarop volgende weken was het alsof er geen modesterren meer bestonden. Wie iets over mode zei, deed het op de fluistertoon die men gewoonlijk reserveert voor begrafenissen. Mode en ook televisie en film zouden vanaf nu soberder en minder narcistisch worden, zo was de teneur. Ik geloofde geen barst van die retraitetoon. Het zou gewoon een kwestie van tijd zijn voor alles weer zou zijn zoals voorheen.

Het is de vooravond van Valentijnsdag, dat koop-uw-lief-of-vrouw-een-tuil-rozen-of-een-diamanten-ring-en-kanten-lingerie-of-pralines-zo-niet-slaap-je-op-de-sofa-feest. De receptie voor de nieuwe tentoonstelling in het Fashion Institute of Technology, New Yorks modeacademie, is volop bezig. Mijn ogen moeten even wennen. Normaal is het publiek hier overwegend in het zwart gekleed, maar niet vanavond. Ik zie rode jurken, rode broekpakken, rode minirokjes, rode hoeden en rode laarzen en hakken. Ook bijna alle mannen, zelfs de serieuze, conservatief geklede, hebben een vlekje rood: een sjaal, een das, een hemd of een stoefertje in hun borstzak. Een zwierig heerschap lijkt weggelopen uit een zeventiende-eeuws schilderij. Hij is uitgedost in een grote, slappe, rode scheve hoed, een fluwelen rode cape, rode kaplaarzen, een rode riem met een gouden gesp, een zwarte broek en een zwart hemd. Alleen zijn degen ontbreekt. Het thema van de tentoonstelling is: Red. Vandaar de knipoog van het vernissagepubliek. Op Valentijnsdag zie je overigens altijd opvallend veel rood op straat in New York.

Op de tentoonstelling is er alleen maar rood. In zwartgeschilderde galerijen met enkel wat gerichte spots hangen honderd kledingstukken en accessoires in elke tint van rood, van vuurrood tot diep bloedrood met een ondertoon van blauw of purper.

“Het zwarte jurkje is het toonbeeld van chic,” staat er te lezen aan de ingang van de show, “maar rood heeft een unieke allure… Het roept macht op en uitdaging. Het is glamoureus en verleidelijk, dramatisch en gevaarlijk, romantisch en revolutionair…” De oudste kleren in de tentoonstelling dateren van de jaren 1600. Maar de Mona Lisa van de show is de glinsterende, nauw aansluitende jurk die Joan Crawford droeg in The Bride Wore Red, haar film uit 1937. “Speel niet met mijn voeten of ik plant mijn naaldhak in je nek”, lijkt de jurk te zeggen. Komt het door de felrode kleur of door de reputatie van la Crawford?

Misschien moet ik me ook weleens iets roods aanschaffen, denk ik terwijl ik langs Seventh Avenue wandel naar Bryant Park, waar Fashion Week sinds enkele dagen hervat is. In de witte tenten worden de nieuwe herfstcollecties getoond, al zijn we putje winter. Aan een zij-ingang staan wel veertig fotografen en cameramensen in de bijtende noorderwind opeengedrumd. Ik veronderstel dat ze op beroemdheden moeten wachten. Ik loop ongehinderd de inkomhal binnen. De modeshow van Anna Sui begint net. In de tent waar die plaatsvindt, mag ik zonder uitnodiging natuurlijk niet binnen. Maar ik mag de show wel bekijken op een videoscherm in een salon op een sofa met een gratis drankje. De modellen dragen doorzichtige hippiekleren. Ze proberen met hun heupen te wiegen maar ze lijken op klompen te lopen. Alleen Naomi Campbell, die weet duidelijk hoe het moet.

Na de show blijf ik nog wat naar het buitenstromend volk kijken. Verschillenden, onder wie enkele fotomodelachtige exemplaren, dragen een fors askruis op hun voorhoofd. Ik schrik er telkens van hoeveel New Yorkers op Aswoensdag naar de kerk gaan.

Voor ik naar huis ga, loop ik nog even binnen in de nieuwe Prada-winkel. Die neemt de vroegere afdeling van het Guggenheim-museum in Soho in beslag, heringericht door Rem Koolhaas. Het is knap druk in dit paleis van dure, komische lelijkheid. Een man keurt twijfelend een kort, met margrietjes bestikt, geel, zakachtig jurkje. Gelukkig voor de vrouw die hij in gedachten heeft, hangt hij het terug. Terwijl hij wat verder een blinkende, geruite clown Gust-jas bekijkt, betast ik het jurkje. De stof voelt onaangenaam stijf aan. Op het prijskaartje heeft iemand 4640 dollar geschreven. In potlood, alsof hij van die absurde prijs nog niet heel zeker was.

Jacqueline Goossens, vanuit New York

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content