Toen ik mijn vriend Buddy leerde kennen, woonde hij in een armtierig straatje op een zolderkamertje in een huis dat hij deelde met vijf andere mensen. Dertien jaar geleden. Buddy was het soort New Yorker dat ik wel meer ben tegengekomen: arm maar met stijl en zwier. Hij hield van uitgebreide etentjes, goede muziek en elegante kleren die hij zorgvuldig uitkoos in tweedehands winkels. Zijn karig loon verdiende hij als muzikant in een klarinettrio dat Mozart on Fifth heette.

Je zou Buddy vandaag moeten zien. Hij woont in een villa met een tuin in een dure wijk van Los Angeles. Hij rijdt met een rode sportauto van een merk dat ik niet kan onthouden en een super-de-luxe Mercedes. Hij rookt dure sigaren. Hij heeft een buitenverblijf in de Rocky Mountains en gaat minstens Ć©Ć©n keer per jaar op vakantie naar Europa. Tussendoor maakt hij nog uitstapjes naar New York, Chicago en San Francisco, waar hij in chique hotels logeert. En best van al: hij moet niet meer werken. Buddy is enkele jaren geleden getrouwd met een rijke Californische weduwe. Hij kende haar al lang zonder er een relatie mee te hebben. Maar toen stierf de man van Ingrid en zij bleef achter met een groot, bloeiend bedrijf.

Van het een kwam het ander en Buddy en Ingrid kwamen tot een akkoord. Zij zou zich volledig concentreren op de zaak. Hij zou de rest van haar leven organiseren. Buddy kwijt zich uitstekend van zijn taak. “Het zijn de beste jaren van mijn leven”, zegt Ingrid. “Ik heb geen zorgen meer. Hij legt me in de watten.” Buddy, al is hij intussen veel verdikt, is ook in zijn nopjes. Hij vult zijn dagen met winkelen, koken, bloemen schikken, het huis inrichten, vrienden ontvangen, vakanties plannen, klarinet spelen en golfen. Hij chauffeurt zijn vrouw door Los Angeles en vergezelt haar op haar zakenreizen.

Sommige mannen zuchten nu natuurlijk: “Wat een gelukzak.” Anderen, zoals mijn vriend Tom, denken: “Ik zou me dood vervelen.”

Mannen zoals Buddy zijn geen witte raven meer in Amerika. In een groeiend aantal relaties zijn de traditionele rollen omgegooid: mannen blijven thuis terwijl hun vrouw uit werken gaat, of werken maar verdienen een stuk minder dan hun partner. Gemiddeld verdient een Amerikaanse 27 procent minder dan een Amerikaan, maar toch verdient al bijna een derde van de buitenshuiswerkende vrouwen meer dan hun man. En voor die dames die ook nog een universitair diploma bezitten, klimt dat aantal tot bijna de helft. Dat komt natuurlijk vooral omdat de jonge vrouwen van vandaag vaker verderstuderen dan hun moeder. In de jaren ’90 staken ze zelfs de mannen voorbij: in dat decennium behaalden Amerikaanse vrouwen een vijfde meer universiteitsdiploma’s dan mannen.

Voltijds werken is voor jonge vrouwen vanzelfsprekend geworden. Ze kiezen zonder omhaal voor beroepen die een generatie geleden nog exclusief mannelijk domein waren. Het feit dat ze minder tijd kunnen besteden aan hun kinderen of helemaal geen kinderen hebben, bezorgt hen geen verpletterend schuldgevoel.

En hoe zit het intussen met de werkverdeling in het huishouden? In de meeste gezinnen helpt de man meer dan vroeger, maar blijft de vrouw de spil. Zij doet nog steeds het meest, vooral als er kinderen zijn, zo blijkt uit sociologische onderzoeken. Als beide partners buitenshuis werken en geen kinderen hebben, besteedt de vrouw per week zo’n vijf uur meer aan huishoudelijk werk dan de man. Als ze werken en kinderen hebben, klopt de vrouw 17 uren per week meer. Sociologe Julie Brines ontdekte iets merkwaardigs: hoe meer vrouwen verdienen, hoe meer hun man in het huishouden helpt, tot zij meer verdient dan hij: van dan af begint hij minder in het huishouden te doen. Brines veronderstelt dat het meer verdienen van de vrouw de balans verstoort in de relatie, zodat het ontredderde koppel – of is het de ontredderde man? – houvast zoekt in een traditioneler rolpatroon.

Buddy en Ingrid hebben alvast geen probleem met de taakverdeling. Het feit dat ze geen afhankelijke kinderen hebben maar wel veel geld en een poetshulp, helpt natuurlijk. Bij een ander echtpaar in mijn vriendenkring, waarvan de man thuisblijft en de vrouw goed verdient, zit het er af en toe tegen. Bob doet het huishouden en zorgt voor de kinderen, Ellen werkt in Wallstreet. Hij is niet ontevreden, maar klaagt weleens dat hij zich afgezonderd voelt. Hij is niet alleen. Uit een studie van thuisblijvende vaders bleek dat 63 procent dezelfde klacht had. Hun tweede grootste zorg was dat ze verdikt waren sinds ze thuisbleven. Ellens voornaamste klacht – dat Bob het huis niet netjes genoeg houdt – is ook typisch voor vrouwen in haar situatie. In de The Yale Journal of Law and Feminism raadt Naomi Cahn buitenshuiswerkende vrouwen aan om te relaxen. Laat de mannen het huishouden doen op hun manier, schrijft Cahn. Vrouwen zullen geen gelijkheid veroveren op het werk als ze thuis de baas willen blijven spelen. Het opgeven van controle moet van twee kanten komen.

Jacqueline Goossens vanuit New York

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content