Wat hebben Norah Jones, Michelle Branch en Jack White van The White Stripes gemeen ? Ze pakken alle drie uit met een hobbybandje dat de druk van de big business wil afblokken. Nog eens muziek maken zonder boekhouder of marketeer die over de schouder meekijkt.

Jack White ruilde tijdelijk Meg, zijn wederhelft bij de razend populaire The White Stripes, in voor drie old buddies : singer-songwriter Brendan Benson, drummer Patrick Keeler en bassist Jack Lawrence (samen de ritmesectie van The Greenhornes). Het vriendenclubje toert momenteel als The Raconteurs de wereld rond en White geniet daar met volle teugen van. “Het was járen geleden dat ik nog met méér dan twee op een podium heb gestaan.” Ook Benson ervaart het doorbreken van de navelstaarderij als een verademing. “Ik werd ziek van mezelf”, zegt hij over de solocarrière die nu een tijdlang in het vriesvak kampeert.

Rocksterren starten vaak met oude bekenden een hobbybandje om de verantwoordelijkheid te delen. Hoeven ze niet langer alle klappen in hun dooie eentje op te vangen. “Het is aangenaam om een partner in crime te hebben en niet alle druk op jouw schouders te zien belanden”, vertelt Michelle Branch die met haar vriendin, countryzangeres Jessica Harp, The Wreckers in het leven riep. Gewoon one of the boys zijn was ook voor de Nederlandse rapper Brainpower hét argument om twee jaar geleden het collectief ADHD (afkorting van Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid Dopeness) op te richten.

Het kan deugd doen om voor de verandering de sidekick te zijn en eens niét in het middelpunt van de belangstelling te staan. Josh Homme houdt er naast het door hem geleide, razend hippe Queens of the Stone Age, zijn hoofdinkomen, nog het kameradenkransje Eagles of Death Metal op na, de naam alleen al is een giller. Medestanders zijn ‘onze’ Tim Vanhamel van Millionaire en antiheld Jesse ‘The Devil’ Hughes, die bewust als frontman wordt uitgespeeld. Bij deze Eagles weigert Josh Homme steevast alle interviews want : “Ik ben slechts de drummer.” Toen in de jaren tachtig de tol van de roem zwaar begon te wegen, werd Raymond van het Groenewoud soms gesignaleerd als sologitarist bij een covergroep voorgezeten door zijn toenmalige toetsenman Kries Roose. De rollen waren omgedraaid en dat zinde Raymond in die troebele tijd wel.

Damon Albarn, die bekendstaat als een gigantisch ego en binnen de Britpopgroep Blur gretig het laken naar zich toe trekt, wijst steevast op het team dat achter zijn multimediaproject Gorillaz schuilt. Gorillaz, een cartoonband, is het resultaat van een doorgedreven rolverdeling : Albarn staat in voor de muziek en zijn oude flatgenoot Jamie Hewlett (bedenker van Tank Girl) voor de animatie. Dat ieder een gelijk aandeel heeft in de creatie vergroot voor Albarn enkel nog de fun.

Tom Petty geeft grif toe dat Traveling Wilburys, zijn monsterverbond met Bob Dylan, Jeff Lynne, George Harrison en Roy Orbison, hem eind jaren tachtig het pure speelplezier deed herontdekken. De rocker had toen net een zware periode, op het randje van alcoholisme, achter de rug. “Het enige wat me daarna te doen stond, was mezelf amuseren. Dát was de magie van Traveling Wilburys”, blikte Petty in Rolling Stone terug. “Om eerlijk te zijn kon het ons geen zier schelen hoe mensen over ons oordeelden. Traveling Wilburys was niet meer dan een bende gasten die een eerlijke poging deed om lol te trappen. Ik herinner me dat er in die era een intellectualistisch sfeertje rond de rockmuziek hing. The Wilburys waren daar een reactie op. We weigerden onszelf serieus te nemen.”

Rolling Stones-jazzcombo

Topartiesten zoeken op tijd en stond een gezond tegengewicht voor de overgeorganiseerde megatournees waar ze willens nillens in meegesleurd worden. The Rolling Stones mogen dan de stadions frequenteren, als drummer Charlie Watts de tijd vindt, speelt hij tussendoor net zo lief met zijn jazzcombo The Charlie Watts Orchestra in kleine zalen. Koen Wauters : zelfde verhaal. Hij voelt zich als een vis in het water als Clouseau een uitverkocht Sportpaleis op zijn kop zet, maar loopt evengoed warm voor een caféconcert met ‘T Es Tjij Nie, zich hees schreeuwend op een menu van AC/DC en Metallica. Hij noemt die gelegenheidsoptredens zijn license to rock ‘n’ roll.

Wil zo iemand eerder voor de leute dan voor het artistieke statement gaan, dan is het bijzonder verleidelijk om de toevlucht tot covers te zoeken. Dan hoef je immers totaal niet wakker te liggen van het afwerken van teksten en melodieën. Ben Crabbé is kampioen in dit soort veredelde balorkesten. Met Paul Despiegelaere (ex-frontman van The Machines en producer van onder meer De Mens en X ! nk) duikt hij als The Apples geregeld in de wondere wereld van The Beatles. Met Axl Peleman zet hij dan weer als The Young Presleas zijn tanden in gitaarrock en new wave uit de jaren zeventig en tachtig. Toen Bart Peeters, Hugo Matthijsen en Jan Leyers het als adolescenten heel erg meenden met hun groepje Beri Beri, vermocht dat weinig potten te breken. Tegenwoordig staan ze daarentegen enkele keren per jaar als levende jukebox borg voor spetterende feestjes. The Clement Peerens eXplosition, nog een geesteskind van Peeters & Matthijsen, kan als persiflage ongestraft alle clichés bovenhalen. Zoals Matthijsen dankbaar transformeert in Peerens, zo schiep Mauro het alter ego Somnabula als excuus om op de planken ronduit onnozel te doen.

Hobbybandjes laten ‘ernstige’ muzikanten toe om een lichtere toon aan te slaan. Zelden hoorden we zo’n ontspannen en speelse Norah Jones als op het album dat ze onlangs afleverde met The Little Willies. Tom Tom Club van Tina Weymouth en Chris Frantz was een pak vrolijker dan het door intellectuelen op handen gedragen Talking Heads, waarvan het koppel de ritmetandem vormde. Om de heerlijke nonsens te illustreren, een citaat : ” With a rap rap here and a rap rap there / here a rap, there a rap / everywhere a rap rap / rap it up for the common good / let us enlist the neighbourhood” (uit de hit Wordy Rappinghood). Toen Doe Maar in 1983 de geest liet, moest Henny Vrienten afkicken van de muziekcarrousel waarin hij hoorndol was gedraaid. Na drie jaar uitzweten, kon hij niet langer aan de lokroep van het podium weerstaan. Met zangeres Fay Lovsky hield hij The Magnificent 7 boven de doopvont, een orkest dat het stof klopte van film- en tv-tunes uit de jaren vijftig en zestig. “Ik wou even geen pop meer brengen, en daarom vond ik het wel leuk om filmmuziek te spelen”, verklaarde hij. “De prioriteit bij The Magnificent 7 ligt bij het speelplezier.”

Vriendendienst

Zo is het wellicht ook geen toeval dat Brainpower zijn schouders onder ADHD zette nadat hij de dikke hit Dansplaat had gescoord. Het hobbybandje als bliksemafleider. Brainpower volgde met ADHD overigens een traditie in de Amerikaanse hiphop. Het is daar gangbaar dat de succesvolle rappers zich laten omringen door een posse van vrienden die een graantje meepikken. Eminem bijvoorbeeld wisselt zijn soloplaten af met albums van zijn crew D-12 en Snoop Dogg roept zo nu en dan zijn clubje 213, met confraters Warren G en Nate Dogg, samen. Het verzekert de continuïteit – “ADHD is geboren uit de onrust om constant muziek te maken”, aldus Brainpower – en is een manier voor de royale sterren om mindere goden die hen genegen zijn een forum te bieden.

Hobbybandjes zijn soms een gunst van een populaire muzikant aan een minder fortuinlijke collega. Je kunt ervan op aan dat Jack White diep in zijn binnenste hoopt dat de door hem gewaardeerde cultartiest Brendan Benson via The Raconteurs een breder publiek aanboort. REM cijferde zich in 1987 weg als begeleidingsband van Warren Zevon op het album Sentimental Hygiene, een geste die uitmondde in het amusante Hindu Love Godsproject ; het gezelschap interpreteerde in die gedaante nummers van onder andere Prince en John Lee Hooker. Mike Rutherford, een welgesteld mens dankzij zijn werk met Genesis, greep Mike & The Mechanics aan om de vergeten soulzanger Paul Carrack te rehabiliteren. Of : het hobbybandje als sociaal werk.

Vriendschap ligt aan de basis van groepen als The Wreckers, The Raconteurs en The Little Willies. Die laatsten, met Norah Jones in de rangen, boekten drie jaar geleden een eerste optreden in The Living Room in New York uit puur opportunisme : ze zochten namelijk een excuus om een avondje samen te musiceren. Het is geen geheim dat Rod Stewart destijds aan boord stapte van The Faces om met zijn drinkebroers te kunnen optrekken. Hun muziek vond hij in eerste instantie immers niet te harden. Het triumviraat Crosby, Stills & Nash kwam tot stand op een gezellig avondje bij Joni Mitchell thuis. Nadat het inspirerend vocht rijkelijk had gevloeid, zetten de drie rockers het op een zingen, een ritueel dat ze nadien publiekelijk herhaalden.

All stars

Zo zijn we bij het curieuze fenomeen van de supergroepen aanbeland. Door ronkende namen aan elkaar te verbinden, worden hoge verwachtingen gecreëerd die zelden worden ingelost. Neem Blind Faith, dat Eric Clapton samenbracht met Steve Winwood en Ginger Baker. “Het begon met Steve en ik die elkaar thuis opzochten om wat te jammen”, deed Clapton zijn relaas aan het blad Uncut. “We werden vrienden, de sfeer was heel gemoedelijk. Tot Ginger erbij kwam en met hem de business begon te lonken. Door zijn toedoen escaleerde het tot iets waar ik geen enkele controle meer over had.”

Traveling Wilburys is de uitzondering op de regel die zegt dat ambitieuze verbonden faliekant uitvallen, al dient gezegd dat The Notting Hillbillies, de Britse tegenhanger die Mark Knopfler en Brendan Croker lanceerden ook zijn verdienste had. Lenny Waronker, baas van platenfirma Warner, had als bevoorrechte getuige van Traveling Wilburys gezien hoe een handvol topmuzikanten met een enorm wederzijds respect tot grootse prestaties in staat was. Vandaar zijn idee om Little Village uit de grond te stampen, een supergroep bestaande uit John Hiatt, Ry Cooder, Nick Lowe en de gerenommeerde drummer Jim Keltner. Hij had een punt, want het viertal had al straf uitgehaald op het tot klassieker uitgeroepen album Bring The Family van John Hiatt. Helaas, zonder de leidende hand van Hiatt bleek Little Village een sof. Een supergroep die wél het onthouden waard is, is Los Super Seven, een huwelijk van de spil van Los Lobos met accordeonist Flaco Jiminez en folkzanger Joe Ely, dat zich presenteerde als het Mexicaanse antwoord op Buena Vista Social Club. In eigen land deden Charles & Les Lulus (Arno en Roland) en in iets mindere mate Automatic Buffalo (Luc De Vos en Ashbury Faith) van zich spreken.

Experimenteel uitstapje

Wil je als goed boerende artiest een andere kant van je persoonlijkheid belichten en je aan een stijl wagen waar je niet voor bekendstaat, dan kan de dekmantel van de hobbyclub van pas komen. We denken aan het Passengersproject van U2 (op een reguliere plaat zouden de Ieren het nooit in hun hoofd gehaald hebben om Luciano Pavarotti uit te nodigen) of Magnus, het dance-uitstapje van Tom Barman. In de wetenschap dat The White Stripes zichzelf beperkingen opleggen, is het voor Jack White bevrijdend om zich bij The Raconteurs uit dat keurslijf van regels te kunnen wurmen. Michelle Branch vindt het inspirerend om met The Wreckers een nieuwe richting uit te wenken, de combinatie van haar folkachtergrond met de countryinvloeden die Jessica Harp aandraagt, resulteert in een uniek geluid. Omdat Damon Albarn zich achter de cartoonfiguren van Gorillaz kan verschuilen, opent die groep schier eindeloze mogelijkheden en heeft hij de vrijheid om met genres te experimenteren die hij met Blur onaangeroerd moet laten.

Doorgaans zijn hobbybandjes slechts een tussendoortje, goed voor een voetnoot in de rockannalen. Gorillaz is één van de weinige voorbeelden van zo’n zijproject dat uiteindelijk de moedergroep (Blur) overklast. Dichter bij huis is er het onwaarschijnlijke parcours dat Vive La Fête aflegde. Bij wijze van grap in gang gestoken door Danny Mommens en zijn lief Els Pynoo. Alras liep Vive La Fête als een trein en tikte het commercieel aan, waardoor Mommens het zich kon permitteren om dEUS, waarbij hij baste, te laten stikken. Maar dat is niet iedere rockster die uit is op een pleziertje gegeven.

The Raconteurs : ‘Broken Boy Soldiers’, uit bij V2. In concert : 1 / 7 Rock Werchter.

The Little Willies : ‘The Little Willies’, uit bij EMI.

The Wreckers : ‘Stand Still, Look Pretty’, binnenkort uit bij Maverick / Warner.

Door Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content