Rijsel ligt zo evident dichtbij dat niet meteen aan deze Noord-Franse stad gedacht wordt als volwaardige bestemming voor een weekendtrip. Ten onrechte.

Trui Moerkerke / Foto’s Jan Verlinde

Het is opvallend : informatiebrochures over Rijsel barsten van de cijfers, de procenten en marktaandelen : van indrukwekkende investeringsbedragen en oppervlakten van kantoor-, tentoonstellings-, winkel- en hotelruimtes tot aantallen inwoners, toeristen, zakenlui, nieuwe jobs,… Lille Métropole, een stedelijke gemeenschap van 87 gemeenten en 1,2 miljoen inwoners, toont in glanzende folders haar nieuwe gedaante.

En er kan wat getoond worden. De Noord-Franse stad met de Vlaamse roots onderging de afgelopen jaren een metamorfose. De socialistische burgemeester en ex-eerste minister Pierre Mauroy wil zijn stad de volgende eeuw inloodsen als het economisch kruispunt van het Noorden.

Wie een bezoek aan Rijsel meteen in de 21ste eeuw wil beginnen, start bij Euralille, een hypermoderne wijk die nu de toegangspoort tot de stad vormt. Met het futuristische HST-station Lille-Europe als epicentrum, werd op enkele jaren een immens zakencentrum gebouwd. Met onder meer een shoppingcentrum en een congrespaleis onder een immens ellipsvormig dak, een hotel, onmetelijk veel kantoren met de toren van Crédit Lyonnais geïnspireerd op de vorm van een skibottine en ook nog appartementen. Voor Euralille werden beroemde architecten aangetrokken : van Rem Koolhaas, die het project leidde, tot Christian de Portzamparc en Jean Nouvel.

Vanuit Euralille is het maar enkele minuten stappen om terug in de tijd gekatapulteerd te worden. En terug naar Vlaanderen. Want de smalle straten en barokke gevels van Le Vieux Lille ademen onmiskenbaar een Oud-Vlaamse sfeer uit. Dit historische stadscentrum is klein, maar de wandeling van het Rihour-paleis over de Grote Markt tot aan het voormalige hospitaal Hospice Comtesse, nu een museum, telt veel interessante stopplaatsen. De Grote Markt om te beginnen, met de recent gerestaureerde, indrukwekkende Vieille Bourse. Van daar gaat het verder langs de talrijke winkels : modezaken, meubelrestaurateurs, antiquairs. Zelfs niet-shoppers hebben een reden om er binnen te gaan. Veel winkels zijn smal maar erg diep, met achterin een binnenkoer en een achterhuis. Ook in de viswinkel annex restaurant L’Huitrière met de schitterende art-decogevel kijken de verkoopsters al lang niet meer verbaasd als toeristen er zomaar binnenstappen om het interieur te bekijken. Het Oude Rijsel strekt zich uit tot l’ilôt Comtesse, het eigenlijke historische hart van de stad.

Langs heel dit parcours en in de rest van de stad wordt het tijdens het weekend van 6-7 september weer ongelooflijk druk. De braderie de Lille is een jaarlijkse traditie en lokt ook veel Belgische brocantejagers naar de stad. ?Langs alle straten in en rond het centrum staan standjes van brocanteurs?, vertelt Vera Dupuis van de Rijselse toeristische dienst. ?De verkoop gaat een hele nacht door, de ambiance in de stad is onbeschrijflijk.? De fameuze braderie stamt af van een middeleeuwse gewoonte : één keer per jaar had dienstpersoneel het recht om spullen te verkopen die ze op zolder of in de kelder vonden.

Door de stad zijn nog verschillende andere wandelingen mogelijk, maar vergeet zeker niet om ruim tijd uit te trekken voor het Museum van Schone Kunsten aan de Place de la République. Het 19de-eeuwse museum werd na 6 jaar renovatiewerken en een uitbreiding van de oppervlakte tot 22.000 m² begin juni door president Chirac heropend. Het Rijselse Palais des Beaux-Arts is het tweede belangrijkste Franse museum, na het Louvre. ?Bij de renovatie en herinrichting stond het idee van een klantvriendelijk museum centraal?, vertelt conservator Arnaud Brejon de Lavergnée. ?Een breed publiek moet de weg naar dit museum kunnen vinden.? Om die reden is de hele benedenverdieping vrij toegankelijk. Stadsbewoners en nieuwsgierigen kunnen door het atrium naar de binnentuin waar in een smal, doosvormig gebouw behalve kantoren een café-restaurant werd ondergebracht. Voor het langwerpige gebouw werd een glasplaat gemonteerd waarin de achterzijde van het museum weerspiegeld is. De architecten Ibos en Vitart suggereren daarmee hoe het er had uitgezien als de oorspronkelijke 19de-eeuwse bouwplannen die voorzagen in een symmetrische pendant aan de andere kant van de tuin uitgevoerd zouden zijn.

Ibos en Vitart creëerden nieuwe ruimten in het museum door onder meer de kelderverdieping te benutten. Behalve een evocatie van de Middeleeuwen en de Renaissance aan de hand van verschillende kunstdisciplines, werd in de kelder ook plaatsgemaakt voor een prachtige verzameling reliëfplannen. De twee eeuwen oude maquettes zijn een weergave vanuit de hoogte van verschillende Belgische en Noord-Franse steden.

Maar het museum herbergt nog veel meer : Europese schilderkunst met veel Vlaamse en Hollandse meesters, beeldhouwwerk, keramiek en een belangrijke verzameling tekeningen.

De Metropool Rijsel positioneert zich graag als culturele hoofdstad van Noord-Frankrijk. Waarbij het museumaanbod zich zeker niet beperkt tot het stadscentrum. Op tien minuten met de wagen (of met de metro) ligt het Musée d’Art Moderne aan de rand van het stadspark van Villeneuve d’Ascq. Het museum werd in het begin van de jaren ’80 gebouwd om er een enorme privé-collectie in onder te brengen die aan de stad was nagelaten. Industrieel Jean Masurel bezat een collectie waarin de grote avant-gardekunstenaars die in het begin van deze eeuw in Frankrijk leefden, vertegenwoordigd waren. De permanente museumcollectie omvat onder meer kubistische werken van Picasso, Braque en Laurens. En ook interessante werken van Léger, Miró en Modigliani. In het ruime park van het museum komen de Lillois op zondagochtend wandelen of joggen tussen de sculpturen. Het Musée d’Art Moderne telde vorig jaar 100.000 bezoekers. Voor scholen en kinderen worden educatieve initiatieven uitgewerkt.

Ook Bruno Gaudichon, conservator van het Musée d’Art et d’Industrie in Roubaix, heeft het over dergelijke initiatieven. ?We willen kinderen een cultureel bewustzijn en fierheid bijbrengen. Dat is belangrijk in een streek met een hoge werkloosheid en veel mislukkingen op school.? De Metropool Rijsel mag dan in volle expansie zijn, niet alle problemen van de streek worden daarmee in één klap opgelost. Het noorden is nog steeds niet helemaal hersteld van de economische moeilijkheden nadat de steenkoolmijnen dichtgingen en de industrie bijna helemaal verdween. Maar in de reconversie van de streek werden prestigieuze culturele projecten geïntegreerd, een gedurfde aanpak. Men gaat ervan uit dat economische groei gekoppeld moet worden aan culturele initiatieven.

Zo is het Musée d’Art et d’Industrie voorlopig nog gevestigd in het stadhuis. Over enkele jaren zou het moeten verhuizen naar een voormalig art-decozwembad de grootscheepse renovatiewerken met een prijskaartje van 105 miljoen FF zijn net begonnen. In dit schitterende decor zullen mode en textiel (Roubaix was een textielstad) centraal staan.

In Roubaix werd ondertussen wel al een andere renovatie afgewerkt : de monumentale gebouwen van textielfabriek Motte-Bossut bieden nu onderdak aan Les Archives du Monde du Travail. In deze indrukwekkende omgeving worden culturele activiteiten georganiseerd en bevindt zich een archief- en documentatiecentrum over het industriële verleden.

In het vlakbij gelegen Tourcoing start het kunstencentrum Le Fresnoy dit schooljaar haar werking, met de ambities van een mini-Beaubourg. Het is een bevreemdend zicht : midden een volkse wijk overspant een futuristisch dak een voormalig ontspanningscentrum. Le Fresnoy was voor generaties arbeiders uit de buurt een begrip : tot in de jaren ’70 kwam men er om te dansen, te rolschaatsen, te eten, naar de cinema te gaan of om er een lief te zoeken. Nu wordt Le Fresnoy een belangrijk centrum voor audiovisuele kunsten. Een streng geselecteerd groepje studenten zal er een tweejarige opleiding kunnen volgen. Daarvoor hebben ze het meest geavanceerde materiaal ter beschikking : een opnamestudio, montagecellen en fotolabo’s. Maar Le Studio d’Art Contemporain-Le Fresnoy heeft nog andere dan onderwijs- en productieopdrachten. Er zullen tentoonstellingen en happenings worden georganiseerd en de twee filmzalen staan open voor het grote publiek.

Het Palais des Beaux-Arts, na het Louvre het tweede belangrijkste Franse museum.

Viswinkel annex restaurant L’Huitrière, met art-decogevel.

Musée d’Art Moderne van Villeneuve d’Ascq, met o.m. Picasso en Miró.

Euralille, hypermodern zakencentrum bij de ingang van de stad.

De recent gerestaureerde Vieille Bourse op de Grote Markt.

Le Fresnoy wordt een belangrijk centrum voor audiovisuele kunsten.

Grote Markt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content