MIDDENKLASSER

De nieuwe E-serie van Mercedes die als de middenklasse kan worden omschreven en in nauwelijks 38 maanden werd ontwikkeld, valt op door haar eigenzinnige front waaraan tenminste één voordeel kleeft : het is mede verantwoordelijk voor een luchtweerstand van slechts 0.27 een wereldrekord. Verder werd de wagen 55 mm langer, 59 mm breder en 16 mm hoger werd dan zijn voorganger terwijl de wielbasis met 33 mm toenam. Het resultaat is royaal veel plaats voor de passagiers achterin, terwijl de koffervolume met 520 liter nagenoeg gelijk bleef.

Gemiddeld werd het brandstofverbruik met 6 % verlaagd zodat volgens de officiële normen nu gemiddeld 7,5 liter/100 km nodig is, een fraai resultaat ondanks de kleine gewichtstoename van de groter geworden modellen.

Opvallend is in de eerste plaats de zorg voor de veiligheid bij de E-reeks : standaard wordt op alle wagens zowel ABS (ter voorkoming van wielblokkering en de daaruit volgende onbestuurbaarheid bij plots remmen) als ETS (Electronic Traction Support, ASR bij de E-420, dat door een elektronisch geregelde remingreep een wiel dat doorslipt tot de orde roept) gemonteerd. Een gesofistikeerder kombinatie van elektronische rijdynamische regeling, de ESP (Electronic Stability Program), is als extra leverbaar op de E-420. Daarnaast behoren bij alle modellen full-size airbags voor zowel de chauffeur als de passagier voorin. Zijdelingse airbags die zich in de portieren, net boven de armsteun bevinden, zijn in optie verkrijgbaar, evenals de automatische regensensor. Het gordelsysteem werd voorzien van een spankrachtbegrenzing (een wereldpremière) zodat de letselrisico’s door het gebruik van de gordel worden verminderd. Als extra kan ook nog een in de achterbank geïntegreerd kinderzitje worden bijgeleverd. Verder gaat Mercedes door met het opwaarderen van de basisuitrusting en dat blijkt o.m. uit het standaard toeleveren van een elektronische diefstalbeveiliging, elektrisch bediende vensters voor en achter, een aanduiding van de buitentemperatuur, een stoffilter en een derde remlicht op de hoedenplank.

TOEKOMST

Net zoals bij de C-klasse, kan de klant kiezen uit drie modellijnen : Classic, Elegance en Avantgarde (met o.a. 16-duims lichtmetalen velgen, blauw getinte ruiten en een kombinatie van houtinleg in ahorn en een biezondere zetelbekleding voor een adembenemend effekt, om de woorden van de konstrukteur te gebruiken).

Binnen elk van die modellijnen worden vijf benzinemotoren geproduceerd : twee viercilinders met een inhoud van 2,0 en 2,3 liter, twee zescilinders met een slagvolume van 2,8 en 3,2 liter en een achtcilinder van 4,2 liter die een indrukwekkend vermogen van 279 pk op de achterwielen overzet. Dieselliefhebbers krijgen de keuze uit een viercilinder (2155 cm3/95 pk), een vijfcilinder turbodiesel (2874 cm3/129 pk) en een zescilinder (2996 cm3/136 pk) die we voor de kennismaking ter beschikking kregen. De 300 diesel zescilinder in lijn krijgt vier kleppen per cilinder mee en gaat daarmee behoorlijk snedig vooruit. Nog indrukwekkender is de bedrijfsstilte en de algemene serene sfeer aan boord, die mede door het ontbreken van trillingen voor een sfeer zorgt die men enkel in benzinewagens terugvindt. En toch is dat alles nog maar een voorsmaakje, want de liefhebbers van het merk uit Stuttgart kijken natuurlijk uit naar de vijfcilinder turbodiesel met rechtstreekse inspuiting, die binnenkort gelanceerd wordt en Mercedes aan de top van de markt moet brengen. Die turbodiesel zal niet alleen een maximum koppel van 300 Nm bezitten, dat indrukwekkend getal zal al vanaf 2000 omwentelingen/minuut worden bereikt. Bovendien zal de E 290 in 11,5 sekonden naar de 100 km/uur sprinten. De zescilinder die we reden, heeft daarvoor 13 sekonden nodig en moest het met 210 Nm doen. Wie de turbodiesel even vergeet zal meer dan tevreden zijn met deze E-300. Wie aan de toekomst denkt, kan niets anders dan reikhalzend uitkijken naar Mercedes’ turbodiesel-prestatie.

PIERRE DARGE

Mercedes E 300 diesel : stil en snedig.