RAF SIMONS

Uit alles wat Raf Simons doet, spreekt overtuiging. Elke collectie is een stukje van een beeld dat hij in zijn hoofd heeft en gecontroleerd loslaat. ?Dit is de concretisering van iets waar ik al zeven jaar mee bezig ben.” Portret van de ontwerper als een jonge man.

Lene Kemps

R af Simons levert geen half werk. Bij zijn eerste collectie maakte hij al een video, en toen hij in de showroom in Milaan zijn foto’s niet mocht uitstallen, weigerde hij om er een volgende keer naartoe te gaan. Zijn tweede collectie deze zomer presenteerde hij in een mooie galerie in Parijs, met een nieuwe video en prachtige foto’s van de entourage die hij ondertussen had verzameld. Want Raf Simons is charismatisch. Zijn video’s hebben een undergrounduitstraling en gaan over jongeren die rondhangen en roken, praten en poseren. Toen ik een vergelijking met Andy Warhols Factory maakte en op het incestueuze en manipulatieve karakter ervan wees, reageerde hij scherp. ?Dit gaat niet over groupies. Ik dwing niemand tot iets, ik vraag niemand iets. Dit gaat over vriendschapsbanden waar ik echt veel aan heb.” Het argument werd ondertussen weerlegd, maar hij vergeet niet dat ik de opmerking ooit heb gemaakt.

Elke bewering heeft zijn keerzijde. Achter de intense vastberadenheid blijken twijfels te zitten. Wat arrogant overkomt, kan ook als bescheidenheid worden uitgelegd. Raf Simons wil bijvoorbeeld niet op de foto, maar het heeft niets met pretentie te maken. ?Ik begrijp die personencultus niet. Ik kan dat niet : mijn gezicht ergens opplakken, zo zit ik niet in elkaar. Ik had er al moeite mee mijn naam op het etiket te zien. Bovendien vind ik zo’n foto de totale ontkenning van de mensen rondom mij. Ik kan alleen maar doen wat ik doe omdat ik een goed team en fijne vrienden heb. En die mensen mogen meestal niet mee op de foto.” Wat hard en cru klinkt, wordt soms verdedigend gezegd. ?Ik vind het hoe langer hoe moeilijker om te spreken over wat ik doe. Er is zoveel dat je niet naar boven kan brengen met woorden. Ook al omdat je denkt dat men het stom zal vinden.”

Mode is niet zozeer een late roeping dan wel een die Raf Simons laat verwezenlijkte. ?Eerst ontwierp ik meubels, dat is een heel andere sector. Met de stukken die ik maakte, sukkelde ik in het circuit van de galerieën en de zeldzame privé-opdrachten. Om gek van te worden. Alles gaat zo langzaam. In dat opzicht is mode een verademing. Mensen beslissen snel, kopen impulsief, en voilà.”

De kleding op zich is eenvoudig, maar juist. Rechte broeken. Een mooie klassieke overjas. Een Bowie T-shirt. Een ruiten hemdje. Het is een Engels getint universum. Dat van de schooljongen. De mod. De rebelse tiener. Kleding balancerend op dat fascinerende randje van goede en slechte smaak, banaliteit en verfijning, tussen braaf en bad. Een concept voor hier en nu, waarop winkels meteen goed reageerden. Raf Simons heeft zonder veel moeite de Barneys en Louis van deze wereld bereikt, en ligt wereldwijd in vijftien verkooppunten. Iedereen zegt het, maar hij bewijst het met facturen : hij is big in Japan. ?In de winkel in Tokyo koopt men zoveel als in alle andere veertien winkels tezamen. Van het ene seizoen op het andere werd de bestelling vertienvoudigd. Ik krijg er rillingen van.”

Op een uitnodiging voor een presentatie staat het gezicht van David Hemmings in de legendarische Blow Up. Op de volgende het beeld van een mod in parka. In de showroom speelt We only come out at night van Smashing Pumpkins. Het lijkt alsof Raf Simons het perfecte vijfjarenplan in zijn hoofd heeft : hoe word ik een cultontwerper ? Hij lacht en zegt : ?Ik weet dat het zo overkomt. Waarschijnlijk omdat ik er zo lang over heb gepraat voor ik echt aan mode begon. Iedereen denkt dat het voor mij een groot spel is waarvan ik de regels beheers. Natuurlijk weet ik heel goed hoe ik de zaken aanpak. Maar goh, je moest eens weten hoe naïef ik eigenlijk ben.”

Als ik het extreem zou stellen, zou ik zeggen dat je een uitstekende stilist bent. Iemand die op een nieuwe manier kledingstukken bij elkaar brengt, terwijl de kledingstukken zelf niet nieuw zijn.

Raf Simons : Dat komt omdat ik vind dat het nu het moment is om op die manier te werken. Samenbrengen, mixen, combineren ; dat zijn de technieken van nu. Ik kan veel respect opbrengen voor mensen die louter vanuit de creatie vertrekken. Maar vaak vind ik ze compleet buiten de tijd staan. Ze missen de essentie.

Wat is de essentie ?

Simons : Jonge mensen. Naar hen moet je kijken en luisteren. Zij maken de mode, niet de ontwerpers. Ik ga af op wat ik voel en op de dingen die zij me vertellen.

Wat vind je van films als ?Kids” en ?Doom Generation” ?

Simons : Die heb ik niet gezien. Enerzijds omdat er volgens vrienden nogal gewelddadige scènes in voorkomen en ik had al moeite met Pulp Fiction. Anderzijds omdat ik niet van het soort ?bestudeerde stilering” hou dat die films meebrengen. Het lijkt een dag uit het leven van gewone jongeren, maar het blijven acteurs die een script volgen. Een bepaalde levensstijl wordt verheerlijkt : ?oh, die arme jongeren die in de goot leven”, of : ?oh, wat een apathische generatie”. Het klopt gewoon niet met de realiteit, maar het heeft wel die pretenties.

Jouw vrienden spelen ook in je video’s.

Simons : Maar ik zeg hen niet wat ze moeten doen. We komen samen, we overleggen, en dan ontstaat er iets. Het is allemaal niet zo doordacht als het lijkt, het is veeleer… emotioneel, gevoelig. Die video’s hebben voor mij meer de status van home movies dan van verkoopinstrument. Ik denk altijd : binnen tien jaar kan ik daar nog naar kijken, en dan moet dat een heel mooi gevoel geven.

Verkoop je ook aan jonge mensen ?

Raf Simons : Het is nog te vroeg om me daar echt over uit te spreken, maar volgens Geert van de winkel Louis komen de kleren bij het juiste publiek terecht. Ik probeer altijd om in de collectie enkele erg betaalbare stuks te steken, T-shirts, een goedkopere broek. Maar laten we eerlijk zijn : wij vinden 5000 fr. voor een broek redelijk, maar voor jonge mensen is dat een fortuin. Dat er ook broeken van 13.000 fr. bij zijn, durfde ik hen eerst haast niet te zeggen.

Het typische ontwerpersprobleem : je werkt voor mensen die het misschien niet kunnen betalen.

Simons : Die gespletenheid is inderdaad zo typisch dat ik soms denk dat het niet anders kan. Maar je moet niet overdrijven : niet alle jongeren zijn arm. En uiteindelijk heeft het in essentie weinig te maken met arm of rijk zijn. Zelf had ik vroeger ook niet zoveel geld, maar als een kledingstuk me echt aanstond, dan spaarde ik ervoor. Het hangt er gewoon van af hoe belangrijk je dat kledingstuk vindt.

Bovendien is je silhouet makkelijk te imiteren.

Simons : Dat zou ik fantastisch vinden, daar hoop ik op. Ik vind het geweldig dat je er Martin Margiela kan uitzien zonder ook maar een stuk van hem te dragen.

Hoe voelt het trouwens om wildvreemde mensen op straat in je kleren te zien ?

Simons : Geert vertelt me dat een jongen van de Akademie regelmatig wat van me koopt. Alleen al van het idee word ik niet goed. Dan denk ik : goh, die geeft daar een bom geld aan, zal ik hem iets geven ?

Ik vertrek binnenkort naar Tokyo, op uitnodiging van de winkel die mijn kleren verkoopt. Aangezien de collectie daar goed loopt, is de kans groot dat ik iemand ontmoet die mijn kleren draagt. Ik denk dat ik dan helemaal ga flippen. De baas van de winkel vertelde me dat een jongen de Bowie T-shirt in de zeven beschikbare kleuren heeft gekocht, daar krijg ik rillingen van.

Weet je, als je begint, zit je in een beperkt kringetje. Je vrienden begrijpen de collectie en ze dragen de kleren, maar goed, dat zijn mensen die je kennen. Plots blijkt dan dat jongeren in Japan ook begrijpen waarmee ik bezig ben. Dat is een heel onthutsend gevoel.

Misschien vind je je ?fans” helemaal niet leuk.

Simons : Daar heb ik aan gedacht. Wil ik die confrontatie eigenlijk wel ? Maar het moet, ik wil het weten. Wie zijn die mensen die mijn kleren dragen ?

Zijn er gevestigde ontwerpers die je apprecieert ?

Simons : Zeker. Rei Kawakubo doet prachtige dingen. Martin Margiela is heel goed. En Helmut Lang geeft me altijd een geweldige kick.

Je beelden worden elk seizoen sterker, maar lagen van bij het begin vast : mods, jonge rebellen. Waar komt die fascinatie voor dat universum vandaan ?

Simons : Zo voel ik dat gewoon. Alles wat Engels is, fascineert me. Alles wat jeugdcultuur is. Ik kan het niet uitleggen, het is een beeld dat in mijn hoofd zit en dat almaar duidelijker wordt. Iedereen die de wintercollectie ziet, zegt : Smashing Pumpkins. En dan merk ik dat het klopt. De wintercollectie is dark. Vleermuizen. Kate Bush. The Adams Family. Punk. The Eighties. Niet op een middeleeuwse gotische manier, maar strak en clean. Toen de cd van Smashing Pumpkins uitkwam, had ik zoiets van : dit kan niet, dit is waar ik mee bezig ben. Toen mijn klant uit Los Angeles de showroom binnenkwam, zei die meteen : ik neem die zwarte jas, ik wil hem aan James Iha van Smashing Pumpkins verkopen. Daar word ik dan echt niet goed van.

Naast je interesse in jongerenculturen, ben je ook geboeid door oudere mensen.

Simons : Ik inspireer me op oude mensen. Dat klinkt raar, maar zij hebben goede smaak : een klassieke broek, een lichtblauw hemdje, een truitje. Heel verzorgd. Elke morgen zie ik een oudere dame in een Ford Mustang. Ze heeft grijs haar en draagt een zwarte souspull en een donkere bril. Die is zo cult als maar kan en ze weet het gewoon niet.

Wil jij zo cult als maar kan worden ?

Simons : Cult, pffffff. Ik wil gewoon een goede collectie maken. Ik heb eindelijk na zoveel jaren iets gevonden waar mogelijkheden inzitten, iets wat ik kan uitbouwen. Ik heb heel duidelijke ideeën hoe ik dat wil doen en hoever ik wil gaan. Maar als morgen de lol eraf is, dan stop ik ermee. Ik wil nu alles geven, en als ik op een bepaald moment niets meer voel, dan moet ik kappen : gedaan ermee, het volgende.

PRODUCTIE : OLIVIER RIZZOFOTO’S : RONALD STOOPSHAAR EN MAKE-UP : INGE GROGNARDMODELLEN : LEE WILLIAMS BIJ MODELSONE, NICO, IEF, BRAM, ERIC, ERIK, JEFF,CAMILLE, JEFFREY, MIKEMET SPECIALE DANK AANLIEVEN MARTENS

Lee : katoenen trui en cool wool broek.

Witte katoenen uniformhemden, grijze wollen broeken, katoenen V-hals, vleeskleurige lycra T-shirts, alles van Raf Simons. Onderbroeken en schooldassen van John Lewis Store in Londen. Nico : katoenen hemd, Raf Simons. Onderbroek, John Lewis Store.

Lee : vleeskleurig semi-transparant hemd, jas met satijnen smokingkraag, cool wool broek. Nico : roze katoen-lycra Sound Berlin T-shirt van Raf Simons. Eigen onderbroek en voetbalsokken. Nico : zwart katoen-lycra Bowie T-shirt en zwarte wollen broek. L

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content