In “My Best Friend’s Wedding” probeerde ze Cameron Diaz’ vrijer af te pakken, in haar nieuwste film “Stepmom” staat ze met getrokken messen tegenover Susan Sarandon. Wil Julia Roberts koste wat kost bewijzen dat ze meer is dan een “Pretty Woman”?

Laten we beginnen met de roddel. “Als je een film maakt met een mannelijke ster, veronderstelt iedereen dat je met hem vrijt”, zegt Susan Sarandon. “Is je tegenspeler een vrouw, dan beweert iedereen dat je haar haat.” De vrouw in kwestie is Julia Roberts, die van de eindeloze benen en de duizend-watt-smile. Raar maar waar: na de opnamen waren de twee supersterren nog altijd on speaking terms. Meer nog: niemand moest in therapie. Op het scherm hebben de twee vrouwen anders alle reden om elkaar het licht in de ogen niet te gunnen. Stepmom gaat over de bitsige koude oorlog tussen een succesvolle modefotografe (Roberts) en de supermom-achtige ex (Sarandon) van haar vriend ( Ed Harris), met de twee kinderen uit zijn vorige relatie als inzet. Maar dan krijgt Sarandon kanker ( the bigCasino noemen ze dat tegenwoordig oneerbiedig in Hollywood-filmkringen), waarna ze in Mother Courage verandert en de film in de moeder aller smartlappen. Roberts en Sarandon zullen uiteindelijk zelfs goeie maatjes worden, wat ze in het echte leven ook blijken te zijn (Sarandon is nog hees van het “Surprise!” gillen op het recente verjaardagsfeestje van haar tegenspeelster). Logisch dus dat Roberts niet opgezet is met de geruchten als zou het op de set niet echt geklikt hebben.

Dat ze nu eens iets anders verzinnen”, zegt ze, met die flair van haar om in aanhalings- en uitroeptekens te praten. “Niemand is geïnteresseerd in de waarheid. Dat weet ik en ik heb geleerd dat te accepteren. Maar dat ze dan tenminste een leuke leugen verzinnen. Dat Susan en ik het samen doen, bijvoorbeeld. Nee eerlijk, als Tim Robbins ooit iets overkomt, ben ik meteen bereid om zijn plaats in te nemen. Susan is een heerlijk mens: genereus en oneindig knap en intelligent. Op de koop toe is ze ook nog een schitterende moeder en heeft ze een perfecte relatie. In het begin was ik wel een beetje geïntimideerd. Op de set oog in oog staan met een Oscarwinnares is nog iets anders dan met haar de boekenwinkels van Greenwich Village afschuimen. Ik keek ernaar uit om samen met haar die problematische, antagonistische relatie te spelen, maar uiteindelijk had zij meer lol. De agressor is altijd de leukste rol en als zij mij weer eens zo’n giftige sneer verkocht had, dacht ik soms: kan het misschien wat minder briljant, Miss Sarandon?”

Roberts en Sarandon wilden al langer samenwerken en dat was Wendy Finerman ter ore gekomen, een van de producers van Forest Gump. Nu zijn scripts met twee sappige vrouwenrollen eerder dun gezaaid in Hollywood, maar Finerman zag wel iets in Gigi Levangies Stepmom, gebaseerd op haar eigen ervaringen als stiefmoeder. De twee actrices waren geïntrigeerd, maar dat was nog geen reden om meteen de champagne te doen knallen. Julia Roberts: “Het script had potentieel, maar het was niet realistisch. Neem nu mijn personage: op een bepaald moment zet ze de kinderen als ontbijt de meest onwaarschijnlijke troep voor. Nu heb ik zelf geen kinderen, maar zoiets zou ik nooit doen.”

Uiteindelijk kwamen er vier scenaristen aan het nieuwe script te pas, onder wie Ron Bass, verantwoordelijk voor het succes van My Best Friend’s Wedding en co-auteur van het Oscarwinnende Rainman. Regisseur werd Chris Columbus, bekend van kassuccessen als Home Alone en Mrs Doubtfire. Columbus vond dat het hem wel toevertrouwd was om de jerk uit de tearjerker te halen. Hij had de aftakeling door kanker van zijn eigen moeder meegemaakt en wist dus waarover hij het had.

Blijft nog de titel van de film. Roberts schudt haar hoofd, rolt met haar ogen en trekt haar rolkraagtrui over die fameuze lippen van haar, tot alleen haar voorhoofd zichtbaar is. “Moeten we daarover praten? Mijn eigen favoriete titel was Goodnight Moon. Dat was mijn eerste keuze, niets zal ooit beter klinken.” Ze imiteert een Bela Lugosi-accent: “Stepmom doet mij denken aan een griezelfilm waarin een klerewijf ’s nachts met een groot mes je keel komt oversnijden. Ik probeer me te troosten met het idee dat ik al veel draken van films met fantastische titels gezien heb. Misschien gaan wij nu bewijzen dat je een goeie film met een onnozele titel kunt maken.” Roberts is ook uitvoerend producent van Stepmom en weet nu uit ervaring waarom in Hollywood de kaders er zoveel gekwelder uitzien dan de acteurs.

Wie in Hollywood “Julia” hoort, denkt er automatisch “Roberts” bij, en al bij al is dat een wonder, want volgens ingewijden is haar carrière een schoolvoorbeeld van mismanagement. Haar eerste oscar kreeg ze voor haar vertolking van een jonge diabetica in Steel Magnolias. Haar medespeelster Shirley MacLaine was zich onmiddellijk bewust van haar charisma. “Ze kwam de repetitieruimte binnen en meteen was duidelijk: dit meisje is een geboren ster. Dat Haar, die Lippen, die Glimlach… Bovendien was ze aardig. Maar wat haar echt magnetisch maakte, was de manier waarop ze de ruimten tussen woorden en bewegingen opvulde. Haar gelaatsuitdrukking was de perfecte weerspiegeling van haar emoties, en die directheid maakte dat je je ogen niet van haar afhield, uit angst om ook maar één opwindend moment van rauwe expressie te missen.”

Toen was er Pretty Woman: de onweerstaanbare combinatie van schoonheid en kwetsbaarheid, onschuld en lef catapulteerde haar naar rijkdom en roem en leverde haar een tweede oscar op. Toen begon ze rare keuzes te maken: ze liet Sleepless in Seattle en Indecent Proposal aan zich voorbijgaan en gaf de voorkeur aan films als Flatliners, Sleeping with the Enemy en Dying Young, waarin haar bruisende sex-appeal totaal niet tot zijn recht kwam. In Michael Collins en Mary Reilly leek het alsof ze een smilectomy ondergaan had. Pas in My Best Friend’s Wedding was Julia opnieuw Julia: grappig, flirterig, met lange wilde lokken en een kamerbrede glimlach.

Na bijna tien jaar in het filmvak is Julia Roberts erachter gekomen hoe het publiek haar het liefst ziet. “Misschien is het een dubbelzinnig compliment, maar de mensen zien mij het liefst gelukkig.”

Wat je het eerst opvalt als je Julia in het echte leven ontmoet, is dat ze er inderdaad gelukkig uitziet. Na al de wilde verhalen en geruchten over verbroken relaties, onprofessioneel gedrag, ruzie met haar broer Eric en ruzie met de pers zou je verwachten dat ze gekwetst en op haar hoede is. Niets is minder waar: “Je kunt me om het even wat vragen, vandaag ben ik voor alles in”, onderbreekt ze een paar keer het gesprek. Tja, als ze er zelf om vraagt… Was ze op een bepaald moment niet bang dat haar carrière snel zou afgelopen zijn? “Natuurlijk wel. De meeste scripts die ik toegestuurd krijg, stinken: het zijn fantasieloze doorslagjes van films die ik al gedaan heb. Daarom ben ik een tijdlang in staking geweest en heb ik links en rechts rollen geweigerd. Dat is niet evident, want de filmbusiness is een echte tredmolen. Je bent nog niet klaar met een film of iedereen vraagt al: What’s next? Ze gaan er blijkbaar van uit dat alles dik in orde is, zolang je maar bezig blijft. Wel, daar ben ik het niet mee eens. Natuurlijk wist ik dat zoveel rollen weigeren een risico inhield, vooral toen ik zag wie van mijn leeftijdgenoten die films wél draaiden. Maar toen ik het script van My Best Friend’s Wedding in handen kreeg, wist ik dat ik er goed aan gedaan had te wachten. Een compleet kreng spelen, de mooie meid die de kerel niét krijgt, dat was weer eens wat anders.”

Julia maakt wel meer ongewone keuzes: eerder dit jaar speelde ze in een televisiedocumentaire over bedreigde orang-oetangs in Borneo. Het gaat om een aflevering van de serie In the Wild, waarin beroemde gastheren en -vrouwen met dieren van hun keuze interacteren: Robin Williams met dolfijnen, Anthony Hopkins met leeuwen, Debra Winger met panda’s en Goldie Hawn met Indische olifanten. Naar de beelden te oordelen, waren ook de orang-oetangs niet ongevoelig voor Julia’s charmes: de eerste die ze tegenkomt, een jong mannetje, laat zich uit een boom vallen om met haar haar te spelen. Een baby-orang-oetang zit een hele dag opgekruld in haar nek en laat zelfs niet los als hij een plasje moet doen. Nog in de film zie je Julia op boomstammen boven moerasachtige smurrie balanceren, ladders naar boomhutten beklimmen en spinnen, insecten en slangen trotseren.

Het hachelijkste moment in de film is wanneer een volwassen mannetje van 200 kilo haar het hof begint te maken. “Er zat een microfoon in mijn beha en je hoort hoe mijn hart steeds sneller begint te slaan. Op een bepaald ogenblik was er een sensory overload. Als ik de film bekijk, moet ik wel heel hard lachen, want mijn eerste reactie was zijn arm te strelen en hem gerust te stellen. Ik denk ook niet dat hij iets kwaad in de zin had, hij was alleen nieuwsgierig. Maar tot je vlakbij zo’n beest staat, heb je er geen idee van hoe groot het wel is. In één vinger heeft het evenveel kracht als tien man. Naast hem zie ik eruit alsof ik aan een sleutelring thuishoor.

Wat mij in primaten fascineert, zijn de gelijkenissen en parallellen met mensen. In tegenstelling tot chimpansees en gorilla’s zijn orang-oetangs niet sociaal: ze brengen het grootste deel van hun leven alleen door. En die solitaire levenswijze brengt een soort onthechting mee die ik zeer intrigerend vind. De meest verlichte wezens in deze wereld, een Ghandi of een Moeder Teresa, hebben zo’n diep inzicht dat ze in staat zijn om afstand te nemen van al die kleine, onnozele dingen die de meesten van ons nodig hebben om zich te beschermen.”

Met één ding is Julia Roberts alvast in het reine: met haar leeftijd. Op 28 oktober ’98 werd ze 31. “Toen ik dertig werd, maakte iedereen daar zoveel heisa rond dat ik begon te denken dat ik dat ook moest doen. Me een beetje zorgen maken, dus. Maar toen was er mijn verjaardagsfeest, totaal onvoorbereid, met vrienden die van over de hele aardbol opbelden dat ze toevallig in de stad waren. Ik ben met heel veel enthousiasme in mijn thirties gedoken. Ik heb het gevoel dat ik die jaren verdiend heb.”

Roberts mag dan al beweren dat het ouder worden haar geen angst inboezemt, ze laat in ieder geval niets aan het toeval over: ze jogt, doet aan yoga en werkt aan haar conditie met een persoonlijke trainer. “Ik zal niet ontkennen dat ik er alles aan doe om dit gammel bootje drijvende te houden. Maar het is niet mijn hele leven dat ik probeer te veranderen, alleen mijn achterste.”

De volgende film waarin Roberts te zien zal zijn, is Notting Hill, een romantische komedie van de hand van Richard Curtis, auteur van het fenomenaal succesvolle Four Weddings and a Funeral. Julia is zeer te spreken over haar tegenspeler Hugh Grant: “Eigenlijk verschilt hij niet zoveel van die kerel in Four Weddings… Hij is charmant en very British, een onuitputtelijke bron van geestige oneliners waarin hij de draak steekt met zichzelf.”

Grant speelt de eigenaar van een kleine boekenwinkel, wiens leven totaal overhoop gehaald wordt als hij de grootste Amerikaanse filmster over de stoep krijgt. Julia Roberts als een bekende filmster… Niet bepaald een rol waarvoor ze zich uit de naad zal moeten werken, zou je denken. “Toen het script me werd voorgelegd, vond ik het het domste idee dat ik ooit gehoord had. Maar toen ik het las, realiseerde ik me dat het onweerstaanbaar grappig was, het soort script dat je echt niet aan je neus kunt laten voorbijgaan. Een fluitje van een cent, dacht ik toen ik eraan begon, maar misschien was het wel het moeilijkste dat ik tot nu toe gedaan heb. Uiteindelijk had ik niets met dat personage gemeen, we hebben gewoon dezelfde job, dat is alles.”

Intussen werkt Julia Roberts al aan een nieuwe film: Runaway Bride, waarin ze voor het eerst sinds Pretty Woman opnieuw een team vormt met Richard Gere en regisseur Garry Marshall. De plot sluit alvast nauw aan bij Julia’s eigen ervaring: ze speelt een vrouw die al met verschillende mannen voor het altaar gestaan heeft, maar telkens op het laatste nippertje terugschrikt.

Sinds haar op de valreep afgesprongen huwelijk met Kiefer Sutherland heeft de roddelpers een vette kluif gehad aan haar privé-leven. Er was de escapade naar Ierland met Jason Patric, het wel zeer korte huwelijk met de singer-songwriter Lyle Lovett en de flirt met Friends-ster Matthew Perry. Pasquale Manocchia, fitnesstrainer van de rich & famous, is nog altijd een “goede vriend”, maar heeft baan moeten ruimen voor Benjamin Bratt, alias detective Rey Curtis in de televisieserie Law and Order. In tegenstelling met haar vorige liaisons, heeft ze die laatste relatie grotendeels uit de media weten te houden. “Eindelijk wordt mij een beetje privacy gegund. Voor ik bekend was, vond ik zoiets vanzelfsprekend, maar nu niet meer.” Ligt het niet gewoon aan het feit dat haar huidige beau minder bekend is dan zijn voorgangers? “Best mogelijk, maar ik ben er in elk geval dankbaar voor.”

Of ze ooit nog wil trouwen? “Dat weet ik niet, ik was altijd al iemand die meer in de reis geïnteresseerd is dan in de aankomst. Ik heb in elk geval nooit spijt gehad van mijn huwelijk met Lyle. We hadden een fantastische trouwpartij, we hebben samen een hoop lol gemaakt. En nu ik over de aanvankelijke teleurstelling en het gevoel van verlies heen ben, vind ik dat we het er nog niet zo slecht vanaf gebracht hebben. Het gebeurt niet vaak dat mensen een huwelijk in een bijzondere vriendschap kunnen transformeren. Wat er dan misging? Dat is moeilijk te zeggen. Als je iemand graag ziet en er een goede vriend aan hebt, wil dat nog niet zeggen dat je ermee getrouwd kunt zijn. In de eerste stadia van een relatie is er altijd een soort showelement. Het is dat wat je in de ander aantrekt. Maar als je elkaar beter kent, heb je daar geen behoefte meer aan. Je wil de echte mens, en voor die ander kan dat heel angstaanjagend zijn. Maar nog eens, ik heb nergens spijt van. I just don’t think it was meant to be.”

Voor haar aandeel in Runaway Bride streek Julia Roberts meer dan 17 miljoen dollar op, wat haar de bestbetaalde actrice in Hollywood maakt. “Heel veel mensen denken dat mijn beslissingen alleen maar met dollars te maken hebben. Als ik een script weiger, zeggen ze: ‘En als we er zoveel bovenop gooien, wil je het dan doen?’ Alsof een script daarmee beter wordt. Eigenlijk ben ik het laatste mens dat rijk zou mogen zijn. Ik doe niks met het geld. Goed, ik heb een huis gekocht: een echte bouwval in Taos. De komende jaren zal ik waarschijnlijk een aanzienlijk bedrag uitgeven aan al de kleine dingen die ik er graag aan zou veranderen. Voor mij is dat extravagantie: dat ik de keuken opnieuw kan laten betegelen en dan geen maanden hoef te wachten voor ik de badkamer laat doen. Ik weet dat het allemaal tegelijk kan en voor mij is dat een luxe. Geld is een soort onzichtbare zekerheid, het besef dat als alles mis zou lopen en mijn bestaan een echte puinhoop wordt, ik nog altijd genoeg over heb om tien levens te leiden.”

Stepmom: vanaf 17 februari in de bioscoop.

Susan Kaplan / Bewerking Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content