Praga Khan : regeltjes loslaten bevrijdt
Ik kreeg de kans om de beste professionele dansers van dit land op mijn muziek te laten bewegen en om met Marc Bogaerts te werken, een man die ik heel erg bewonder. Maar wat mij ook over de streep getrokken heeft, is dat ik me volledig mocht uitleven op muzikaal gebied. Ik gebruik alle mogelijke vormen van dance in deze productie : van experimentele ambient tot hard pompende techno”, zegt Maurice Engelen (alias Praga Khan) over zijn engagement in Not Strictly Rubens.
Engelen geeft toe dat hij tot een jaar geleden een absolute leek in ballet was. Hij wou snel de schade inhalen en ging, nadat hij toehapte, naar wat voorstellingen kijken. “Ik had vroeger geen benul van de moeilijkheidsgraad en besefte niet hoeveel intensieve oefening het de dansers kost. Nu ik de materie een beetje ken, is mijn bewondering alleen maar toegenomen. Ik ben een balletliefhebber in wording ( lacht). Een jaar geleden stond ik nog niet verder dan de film Billy Elliott, maar nu heb ik de smaak echt wel te pakken.”
Zo ongewoon is het niet om popmuzikanten aan te trekken voor modern bewegingstheater. Eerder engageerde Wim Vandekeybus al David Byrne ( ex-Talking Heads) , Eavesdropper, Marc Ribot en David Eugene Edwards ( 16 Horsepower) om muziek te componeren voor dansproducties. Engelen heeft bewust vermeden om balletscores van collega’s te bestuderen. ” Ludo Camberlin, mijn sparring partner, en ik hebben in de eerste plaats een eigen benadering gezocht. Marc Bogaerts wou Walter Van Beirendonck en mij samenbrengen, precies omdat wij weinig te maken hebben met de balletwereld. Zo krijg je nieuwe impulsen. Het trof me overigens dat de dansers het blijkbaar verfrissend vonden om buitenstaanders binnen te laten. Voor mij was het ook een verademing. Die mensen hebben een superprofessionele instelling, iets wat je in de rockwereld niet zo vaak tegenkomt ( lacht). Hoe die dansers met hun vak en lichaam bezig zijn : onvoorstelbaar.”
Omdat Engelen niet echt een kunstkenner is, ging hij een dik jaar geleden met Van Beirendonck op bezoek bij een kunsthistoricus voor een snelcursus Rubens. “Zo leerde ik hoeveel schilders Rubens heeft beïnvloed : ook impressionisten, zelfs een Picasso. Daar stond ik versteld van.”
Dat soort achtergrondinformatie bleek welkom. “Ik werd gedwongen anders te werken dan ik gewend ben. Als ik voor een film of een videogame muziek schrijf, heb ik een demo en een script als leidraad. Een balletopdracht laat veel meer eigen inbreng toe.”
Walter Van Beirendonck is geen onbekende voor het popmilieu, in ’97 ontwierp hij al kostuums voor de U2-tournee Pop Mart. Wat Praga Khan in Van Beirendonck vooral aanspreekt, is zijn attitude. “Hij doet alles op zíjn manier, anders hoeft het voor hem niet.”
Zelf moest hij intensief samenwerken met Marc Bogaerts. Hij vond het niet meer dan logisch dat hij voor de muziek openstond voor de suggesties van de choreograaf. “De muziek onderstreept het verhaal en dus moet ik de visie van de choreograaf volgen.” Engelen componeerde honderd minuten muziek. Een behoorlijk karwei. Daarom besloot hij al snel om Camberlin erbij te betrekken. Geen overbodige luxe, want tijdens het creatieproces moest Praga Khan op Amerikaanse tournee. Om het nog wat ingewikkelder te maken, was ook de choreograaf continu onderweg. “Het afgelopen jaar moest hij in Oostenrijk, Polen en Australië aan de slag. Dus moesten wij op een gegeven moment een cd naar down under sturen, opdat hij daar met plaatselijke dansers al een stuk kon uitproberen. Na elke test en repetitie stuurde Marc zijn aanwijzingen voor bijkomende accenten en aanpassingen van de muziekstukken.”
Wat Praga Khan en Walter Van Beirendonck zeker gemeen hebben, is een fascinatie voor SM. Ze gebruiken daar elementen van in hun werk, maar nemen er allebei tegelijk afstand van. “Niets belet mij om er inspiratie uit te putten. Moreel zie ik daar geen graten in : van mij mogen mensen zo uitzinnig zijn als ze willen, zolang ze niet verwachten dat ik meedoe.” Engelen benadrukt dat er in de kunst geen taboes mogen bestaan. “De creatieve vrijheid is heilig. Al hebben we daar in de States wel eens problemen mee. Daar krijgen we contracten van drie bladzijden onder onze neus geduwd die we moeten tekenen voor we het podium op stappen. We mogen niets insinueren, wat ik hypocriet vind als je de Amerikaanse samenleving bekijkt. Je kunt daar bij manier van spreken een supermarkt binnenspringen om een wapen te kopen. Alsof seksuele openheid gevaarlijker zou zijn dan geweld.”
Op dance en techno werd lang neergekeken. Dat Praga Khan enkele jaren geleden de affiche haalde van een gevestigd zomerfestival als Rock Werchter zag de groep als een overwinning. Beschouwt Engelen werkopdrachten als de Falling-soundtrack en No Strictly Rubens als vormen van erkenning ? Een bewijs dat elektronische muziek toch een culturele waarde kan hebben ? “Buiten België heb ik nooit last gehad van een gebrek aan erkenning. In Amerika werd elektronische muziek altijd beschouwd als een vernieuwing in de pop. Daardoor konden we in ’94 bij American Records, het label van Rick Rubin, tekenen. Dé toonaangevende producer van dat moment haalde ineens een Belgische groep binnen. Precies omdat wij met nieuwe instrumenten en afwijkende akkoordenschema’s alles overhoop gooiden. In de Amerikaanse rockwereld werd dat bejubeld. We gingen daar in zee met Alice In Chains, terwijl we hier nog beschouwd werden als ‘die mannen met hun computers’. Muziek maken met elektronica is echter niet zo simpel. Dance vernieuwt zich constant.”
Engelen is platenbaas, songschrijver, producer, performer en nu ook componist voor film en ballet. Hij wil duidelijk van alles proeven. “Ik ben destijds begonnen als concertorganisator. Begin jaren tachtig deed ik het management van 2 Belgen, Won Ton Ton en Nacht Und Nebel. Om die groepen onderdak te bieden, richtte ik het label Antler op. Later stond ik aan de wieg van de new beat, de belangrijkste muziekstroming die België ooit heeft voortgebracht, daar groeiden bijvoorbeeld Technotronic, 2 Unlimited en Milk Inc. uit. Na al die stappen ken ik het wereldje door en door. En zit ik nu een sterke positie, als ik met een platenbaas spreek, weet ik hoe hij denkt.”
Vorig jaar stootte hij een aantal nevenprojecten af om zich volledig te concentreren op Praga Khan en Lords Of Acid én om ruimte te scheppen voor uitstapjes als Not Strictly Rubens. “Door de lange opbouw naar het succes, het heeft bijvoorbeeld tot ’97 geduurd voor we in eigen land voet aan de grond kregen, kun je terugvallen op een stevige, wereldwijde fanbasis. Dat biedt mij de mogelijkheid om al eens tijd vrij te maken voor iets waarbij ik niet direct de regels van het spel hoef te volgen. Als we met Praga Khan of Lords Of Acid een plaat maken, moeten we aan bepaalde verwachtingen voldoen. Als ik voor een film of een balletvoorstelling schrijf, kan ik mijn creativiteit de vrije loop laten. Dat geeft meer voldoening. In mijn jeugd luisterde ik alleen naar experimentele muziek. Als je wilt meedraaien in de markteconomie, zijn compromissen echter onvermijdelijk. Die interesse voor obscure muziek blijft hoe ook in mij zitten, dus deed het goed om voor dit ballet die kant opnieuw aan bod te laten komen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier