Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

LENE KEMPS

NEO INNO

Gevraagd naar haar top-3 van favoriete Europese warenhuizen noemt Leontien Rutten (aankoopdirekteur Inno) : de Rinascente in Milaan, met een voorkeur voor de keukenafdeling en het departement herenkleding, de Coin in Firenze en de Bijenkorf in Rotterdam. Grote, gezellige warenhuizen met een warme en menselijke uitstraling. De elitaire aanpak van Harvey Nichols is aan haar niet besteed. “Het is een prachtig warenhuis met een uitstekend aanbod, maar het is niet mijn winkel. Ik voel me er onwennig. “

Op 6 oktober gaat de nieuwe Inno open, voor Rutten gaat dan een droom in vervulling. “Dit is de lokatie waar we al jaren op wachten”, zegt ze. “Ik ben er zeker van dat we daar het typische Inno-publiek zullen bereiken : de middle- en upperclass Belgen die van kwaliteit houden. De zaak op de Elsensesteenweg was al lang over haar hoogtepunt heen, de buurt heeft afgedaan als winkelcentrum van niveau, er zit geen toekomst meer in. ” De winkel op de Louizalaan is kleiner dan die in de Nieuwstraat “Die is gigantisch, daar vind ik soms zelf de marchandise niet terug”, aldus Rutten en de prioriteiten gaan naar mode, witgoed, lingerie en parfumerie. Er zullen geen meubels of huishoudspullen zijn, maar daarentegen wel een koffieshop op het gelijkvloers. “Een vlaggeschip wordt het zeker niet”, zegt Rutten. “Het wordt geen luxeversie, noch een pilootwinkel. Het wordt een mooie, klassieke, typische Inno waar onze klanten zich thuis voelen. ” Nieuw is de Inno-Collection die u op het gelijkvloers aan de ingang vindt, een permanente reeks goed geprijsde basics, genre : 399 frank voor een acryl ribtruitje in een modieuze kleur. “Een nieuwe winkel is altijd spannend”, zegt Leontien Rutten. “Het moment waarop je de goederen uitstalt, heb je altijd iets van : waw. “

Opening Inno, Louizalaan 12, Brussel op 6 oktober.

MAGASIN DE MULDER

“Wat vind je van de kroonluchter ? Zelf gemaakt”, zegt Michel De Mulder. Een tros gloeilampen aan zwarte industriële kabels bengelen aan het plafond en het geheel ziet er erg mooi en apart uit. “Als alles mislukt, kan ik nog altijd een winkel met verlichtingselementen openen”, zegt hij cynisch. Na een jaar Antwerpse Akademie, een jaar Bischoffsheim, vier jaar avondschool bij Kaat Tilley “Ik blijf maar naar haar lessen gaan omdat ze zo goed zijn” en allerlei ondernemingen als de Moneytron-kollektie voor Van Rossem, heeft Michel De Mulder eindelijk een eigen winkel geopend. Dé doe-het-zelf-oplossing voor deze krisistijden waarin de detaillist de kat uit de boom kijkt. De winterkollektie is er een vol variaties op het klassieke mannenpak. Er is een ensemble in mooi diep zwart ribfluweel, er zijn smetteloze witte hemden en nette grijze pakken. En er zijn losse overhemden gemaakt van twee linnen keukenhanddoeken. Al met al een vrij formeel beeld. “Ik hou van uniformen”, zegt Michel De Mulder. “Mijn voorkeur gaat uit naar eenvoudige en funktionele kleding. Geen zware volumes, maar strakke lijnen. Lineair, architekturaal, altijd die lijnen. Ik werk graag met basics, met de klassiekers van een garderobe. Aan een hemd kan je eigenlijk nog weinig veranderen, je kan er hoogstens een heel mooie versie van uitbrengen. En dat is wat ik probeer te doen : ik werk met de beste stoffenkwaliteiten en ik wil die mooie afwerking, wat de prijzen jammer genoeg de hoogte injaagt. ” Een grijs wollen pak kan zo de machine in en kost 35.000 frank. Een omkeerbare vest kost 19.000 frank en een linnen hemd schommelt rond de 6000 frank. Er is ook een uitzonderlijke reeks bontmantels : zeeotter, lam, kalf. “Ik kreeg de kans om een aantal vellen te kopen en vond het mooi om er iets mee uit te proberen”, zegt hij. “Bont en leer hebben een stoer mannelijke uitstraling die te weinig wordt gebruikt. ” Voorlopig ligt de kollektie buiten de MDM-winkel in Brussel ook bij Wagram in Knokke, Ikaros in Ninove en Due in Aalst. “Ik had verwacht in een eenvoudig aanbod terecht te komen”, zegt Michel. “Maar blijkbaar wordt mijn kollektie toch als zeer modieus ervaren. “

MDM, L. Lepagestraat 11 – 13, 1000 Brussel, tel. (02) 512.55.33.

PEAKABOO

Toen Laurent David door de Kipling-groep werd overgenomen, hield Tony Van Gulck het voor bekeken. “Werken voor een gevestigd merk heeft voordelen. De grote lijnen zijn uitgezet en je denkt binnen een bestaand patroon. Op die manier kan je veel leren. Het heeft ook nadelen : gaandeweg ontwikkel je een eigen visie en krijg je nieuwe ideeën die je binnen die struktuur niet kwijt kan. De overname was voor mij de aanleiding om een eigen avontuur op te starten. ” Dat avontuur lag vanzelfsprekend in de handtassensektor. “Ik heb zoveel kontakten opgebouwd en zoveel jaren ervaring opgedaan dat het dom zou zijn die kennis niet te gebruiken. ” Na een studiereis langs grote Europese steden kwam Van Gulck tot de konklusie dat er weinig beweging in de tassen-wereld zit, vooral in het goedkopere segment. “De laatste sensatie is Prada, in nylon en leer. Ontzettend mooie tassen, maar laten we eerlijk zijn, heel duur. Er zijn weinig betaalbare damestassen, terwijl we daar in deze krisisperiode net grote behoefte aan hebben. Ik wil graag een gewoonte uit vervlogen tijden terugbrengen : dat een dame bij elk ensemble een passende handtas draagt. Alleen op die manier kan je van de tas terug een modieus accessoire maken. Maar dan moet je de prijzen redelijk houden. ” Dat doet Van Gulck door het aanwenden van zijn relaties “Ondanks het feit dat ik nog geen grote cijfers haal, zijn er fabrikanten die me gunstprijzen bieden, omdat ze geloven in het projekt” en door het kombineren van verschillende materialen : glad leer, soepel pvc en nylon microfibre. Het resultaat is een sobere, modieuze kollektie : handtassen, rugzakken en city-shoppers in zwart en bruin, met een aangenaam prijskaartje : van 1300 frank tot 2300 frank. “De naam ? Ach ja, dat wordt altijd zo snel beslist”, zegt Van Gulck. “Peakaboo klinkt speels, verrassend en ik kan er allelerlei kanten mee uit. De eerste kollektie heb ik nu Boo ! gedoopt, met de andere delen van de naam kan ik later nog iets beginnen. “

Peakaboo, tel. (02) 479.95.95.

EEN ANDER STRAATJE

Stephen Koskin heeft een Grieks-Armeense vader en een Russisch-Italiaanse moeder, wat hem honderd procent Belgisch maakt, vindt hij zelf. Hij studeerde twee jaar aan de Antwerpse Akademie, liep avondschool in Saint-Luc en werkte bij Jan Welvaert, wiens invloed dan ook te merken is. Een lange vakantie in New York gaf de doorslag : Koskin wilde een eigen kollektie op de markt brengen. “De stad heeft zoveel energie en kracht, toen ik terugkwam, wilde ik daar iets mee doen. Te veel kollekties blijven in de doemsfeer hangen. Het is nog steeds death en destroy terwijl ik het positiever wil aanpakken. Dat moet, anders raken we nooit uit de krisis, dan blijven we steeds in hetzelfde donkere kringetje ronddraaien. ” Koskin ging meteen op zoek naar een financier en heeft die ook gevonden. “Een kollektie eet onvoorstelbaar veel geld op. Zonder hulp van buitenaf kan je het echt niet meer aan. “

Straatmode met een positieve boodschap dus, al valt Koskin niet echt onder de noemer streetwear. “Ik omschrijf mijn stijl als urban clubwear. Uitgaanskleding met een harder kantje. Verfijnde streetwear. Vooral Japanners reageren er goed op. ” Koskin heeft een voorkeur voor wit “Omwille van de positieve futuristische uitstraling” grijs en combat-vlekken. De vormen zijn simpel : rechte T-shirts en jurken, soms transparant, combat-broeken. “Het is de bedoeling dat je kan kombineren met meer commerciële merken, dat je het moeiteloos in je eigen garderobe inpast. Daarom heb ik het niet te ingewikkeld gemaakt. “

Stephen Koskin : Urban Clothing, tel. (02) 735.71.39.

OP HET NACHTKASTJE VAN MARCO LAGUNA

Ik ben een grote fan van misdaadromans. Die voorliefde begint bij James Ellroy en ontaardt via Barry Gifford, die Wild at Heart schreef, bij een auteur als Edward Bunker. Ik ben terechtgekomen bij Harry Crews omdat die bij dezelfde uitgeverij als Bunker zit. Als ik een auteur graag heb, lees ik er alles van. Pas als ik er kompleet genoeg van heb, ga ik op zoek naar een opvolger. Bij Harry Crews zijn het niet zozeer de intriges die het doen, maar de sfeer van het milieu dat hij neerzet : freaks, vroegere bokskampioenen, achterlijken, ex-voetbalspelers aan de drank, religieuze fanatici, vreemdsoortige sherrifs en verminkten. De fauna van het diepe zuiden van de VS, de gotiek die je bij Faulkner terugvindt, maar ook bij Toni Morrison of Nick Cave. Crews slaagt erin om zonder enige stereotype benadering een fantastisch misdaadverhaal te schrijven dat hij volledig aan de rand van de maatschappij situeert. A Feast of Snakes of in het Frans : La foire aux serpents speelt zich af tijdens de tiende uitgave van een slangenkermis. Alle elementen voor een tragedie zijn aanwezig en het gif komt geleidelijk aan boven. Crews heeft zijn drie boeken The Body, The Gypsy Curse en A Feast of Snakes in de jaren zeventig geschreven. Zijn stijl is eenvoudig, maar hij is een geweldig verteller en zijn beschrijvingen zijn waanzinnig. Je kon Crews trouwens zien in de film Indian Runner van Sean Penn. In de beginscène schiet de broer-politieagent van Penn iemand dood tijdens een achtervolging. Enkele beelden later begint de familie van het slachtoffer op de agent te schelden en heft de vader een luid gezang aan. Die vader, dat is Harry Crews. In de jaren tachtig was er ook een punkgroep die zich Harry Crews noemde. Zulke details en associaties blijven mijn fascinatie voor een auteur aanwakkeren. (MW)

Marco Laguna is ex-rocker en filmregisseur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content