Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

TRANSPARANT

Harper’s Bazaar noemde haar ontwerpen kitsch. Joyce Francis heeft het woord zorgvuldig uitgevlekt. Censuur, maar volgens Joyce met een gegronde reden : “Ze hebben het helemaal verkeerd begrepen. ” Ze wil niet dat haar produkten vergeleken worden met juwelen uit de jaren vijftig en dat haar tasjes verwijzen naar de Miami-handbags. Zij wil zich liever inschrijven in de kristaltraditie uit het voormalige Tsjecho-Slovakije en Oostenrijk en noemt haar kollektie dan ook “Rêves de Cristal Inc. “

Na haar studies aan het Fashion Institute of Technology in New York startte Joyce Francis in ’87 een accessoire-kollektie. Geïnspireerd door fresko’s, bas-reliëfs en door schilderijen van de prerafaëlieten, ging ze op zoek naar de uitdrukking van dat ene beeld dat haar achtervolgt : dat van vallende blaadjes. “Het meest romantische beeld dat er bestaat, ” zegt ze. Joyce werkt in transparant plastic. Armbanden, oorringen, tasjes, lampen, ringen… Je zou denken dat er figuurtjes in het harde en doorschijnende materiaal gevangen zitten, maar dat is niet het geval. “Ik ben erg blij als men me vraagt waar ik de miniatuurtjes haal, ” zegt Joyce. “Dat betekent dat mijn werk volledig geslaagd is. Want er zit helemaal niets in. Ik kerf de vormen achterin het plastic en schilder ze bij zodat ze driedimensionaal lijken. Het duurt lang voor je de techniek van internal carving beheerst, maar de mogelijkheden zijn enorm. “

Joyce Francis heeft een twintigtal verkooppunten in New York, Los Angeles, Londen, Tokyo enzovoort. “Ik zie mijn juwelen als draagbare kunst, ” zegt ze. “Ze zijn duur, maar omdat ze handgemaakt en uniek zijn, hebben de klanten dat ervoor over. “

Joyce Francis, 315 East 106 St. Suite 12F, NYC 10029.

WIE IS JACK MAURITSZ ?

Na de show van Chanel geeft Jack Mauritsz een impromptu defilé op straat. Chanelfans in zwart-wittailleurs kijken licht verbaasd naar de grote Nederlandse ontwerper met de getto-blaster op zijn schouders. Anderen zijn benieuwd. De hele modeweek lang werden briefjes uitgedeeld met slogans als : “Mijn vriendin draagt Jack Mauritsz” of : “Is Jack Mauritsz prêt-à-porter of haute-couture ? “. Intrigerend. Nu weten we eindelijk wie hij is.

“Het is een grote marketingstunt, ” zegt Jack. “Reklame is niet alles, maar wel erg belangrijk in de mode. Onbekend is onbemind, dat geldt in onze sektor meer dan in een andere. ” Mauritsz heeft een indrukwekkend curriculum dat stages vermeldt bij Katharine Hamnett, Martin Margiela, Thierry Mugler, Lanvin en Jean-Paul Gaultier. Zijn ontwerpen zijn eenvoudig van uitzicht, maar erg gestruktureerd. Jack omschrijft ze als modern futuristisch. Sobere grijstinten, klassieke stoffen, een doordachte snit. Een eenvoudige rechte broek met een jasje. Een omslagjas, zonder knopen “Waarom knopen ? Vrouwen doen ze toch nooit dicht, ” zegt Jack.

Coupe is voor Jack het belangrijkste. “Ik werk het liefst met simpele stoffen waarmee ik dan wat vorm betreft iets biezonders kan doen, ” zegt hij. “Ik wil absoluut dat kleding draagbaar is. Mijn jasjes zijn gestruktureerd en zitten vol naden, maar ik heb elk model laten passen door verschillende vrouwen. Klein, dik, dun… Je werkt niet uitsluitend voor rietstengels. Ik wil dat alles komfortabel zit. Daarom heb ik molton in de kollektie, om te tonen dat je er nog iets anders mee kan maken dan het klassieke joggingpak. Alles is onderling kombineerbaar. Vrouwen hebben het veel te druk om zich zorgen te maken over hun garderobe. Ik hoop dat ik niet als Donna Karan klink. “

Jack Mauritsz, 68 bis rue Manin, 75019 Parijs.

RETRO, MET VRAAGTEKEN

Inkopers weten duidelijk niet wat denken van Stephan Schneiders kollektie. Staat hij nu voor of loopt hij achter ? “Oh my god, he’s still doing ties, ” zegt een Amerikaan. “Mag die bloem niet van dat T-shirt ? “, vraagt een ander. Of : “Waarom zitten er geen nepen in die jurk ? ” Stephan glimlacht. Hij heeft mensen altijd op het verkeerde been gezet : door zijn akademie-samenwerking met Wendy Van Wanten, door zijn eenvoudige en commerciële (foei !) eindejaarskollektie.

Hij prezenteerde in Parijs een mannen- en vrouwenlijn. Retro, zeg ik, maar daar gaat hij niet mee akkoord. “Misschien straalt de kollektie door het gebruik van bepaalde stoffen nostalgie uit, maar ze is beslist niet op die manier opgebouwd. De blazers zijn strikt afgewerkt, maar zeker niet volgens de klassieke kleermakerstraditie. Het is een aktueler en jonger beeld. Retro, ja, maar met een vraagteken achter. Net genoeg om te intrigeren. Retro doet mij denken aan zware, gedrapeerde couture en dat is het helemaal niet. Kijk, dit jurkje trek je over je hoofd en dat moet goed vallen ; geen gedoe met knoopjes, lintjes en ritsen. Het zou retro kunnen zijn, maar zo is het niet gesneden : het valt recht, er is geen neep te zien. Ik beschouw mijn kollektie als een reeks van kombinatie-kledingstukken. Elke vrouw heeft ondertussen een kast vol basics en zoekt nu andere zaken, om die basics op te frissen. Dit is een luxekollektie. Mode is luxe. “

Een T-shirt met bloemcorsage. Een blazer met voile op de kraag en de zakjes. Een jurkje met een randje bloemetjesstof. “In vrouwenkleding benadruk ik graag het geklede en formele, in mannenkleding hou ik van het nonchalante, ” zegt Stephan, die voor beide kollekties dezelfde stoffen gebruikt, wat voor de nodige verwarring zorgt. “Ik vind niet dat ik de mannen vervrouwelijk, ” zegt hij. “Misschien maak ik ze minder ernstig, maar dat is net de bedoeling. Mode is tegenwoordig zo’n serieuze zaak, ik zou willen dat het wat luchtiger en vrolijker werd. Glimlachen doet geen pijn. “

Japanners zijn entoesiast “Moesten zij er niet zijn, dan zouden jonge ontwerpers kunnen inpakken en naar huis gaan” , andere inkopers hebben meer moeite. “Ze kijken uit naar wat zij als die typische Belgische look beschouwen, ” zegt Stephan. “Iets gewassen en gekookt, met onafgewerkte naden en dat soort dingen. Mijn kleding vinden ze BCBG, te veel mijnheer en madam. Maar dat wil ik ook graag, zeg ik dan. En dan zijn ze teleurgesteld. “

Stephan Schneider, tel. (03) 235.10.82.

NEEM DE BENEN

Onder het vreemde motto “Als benen konden spreken op 20 en op 50 jaar” organizeert Veno Service een wedstrijd. Zet iets geestigs in de tekstballonnetjes en u maakt kans een aankoopbon voor een paar Bally-schoenen nee, geen steunkousen te winnen. Veno Service is een voorlichtingsdienst die in 1993 werd opgericht. Toen bleek uit een Europese studie dat een groot aantal personen lijdt aan veneuze insufficiëntie (aandoening van de aders : spataders, zware en pijnlijke benen…), maar dat slechts een klein percentage zich echt laat behandelen. De organizatie wil zoveel mogelijk informatie verspreiden en een sensibilizeringscampagne op gang brengen. Laat uw hart, hoofd en benen spreken en stuur uw tekstballonnetjes in voor 15 mei.

Veno Service, Michel Zwaabstraat 18, 1210 Brussel.

OP HET NACHTKASTJE VAN BENOIT POELVOORDE

Op aanraden van een vriend ben ik twee maanden geleden terug in “A La Recherche Du Temps Perdu” begonnen. Vroeger verveelde het me, ik vond het een verhaal van niks en legde het aan de kant. Maar wie het boek wat nader bekijkt, ontdekt één van de grootste werken uit de literatuur.

Het is natuurlijk geen makkelijke literatuur. Het impliceert een dagelijkse afspraak met dat boek. Eenmaal je die literaire kultuur ontdekt hebt en je die discipline kan opbrengen, zit je goed. Ik weet niet of ik de 7 volumes of 15 delen zal uitlezen, maar ik klamp me vast, net als Proust zelf, aan de eerste 40 pagina’s om van daaruit verder te gaan.

Het eerste gedeelte gaat over zijn jeugd. Proust maakt een doorsnede van alle gevoelens en indrukken. Hij is één van de weinigen die erin geslaagd is om alles wat hem tijdens zijn leven getekend heeft, op papier te zetten. En het is alsof je in de spiegel kijkt, onafgezien van je eigen sociaal milieu of de tijd waarin je leeft.

Hij observeert op een klinische manier, maar slaagt erin om in vier zinnen iets te verwoorden wat je zelf op twee of drie uur tijd niet uitgelegd krijgt. Dat vind ik fantastisch. Maar tegelijkertijd is het zeer langdradig. Sommige zinnen moet je vijf tot zes keer opnieuw lezen, omdat ze grammatikaal zo complex zijn. Proust begint een zin, praat verder over iets anders om dan naar zijn uitgangspunt terug te keren. Het is pure fenomenologie, een studie van de perceptie en van de zinnen. Het wordt hoog tijd dat iemand een interaktieve cd over Marcel Proust uitbrengt. (MW)

Benoît Poelvoorde is akteur en regisseur van de film “C’est arrivé près de chez vous”.

LENE KEMPS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content